Zoeken

Roofing Holland 1998-06-08 Producenten: "Markt zit niet op fabrieks-eigen-verklaring te wachten

In maart verliet PRS Derbigum als eerste in de dakenbranche de VB-coderingen en introduceerde in plaats daarvan een eigen normverklaring. PRS Derbigum is een klasse apart, zo verklaarde de producent haar stap. De VB-coderingen bieden te weinig ruimte om dat aan te geven. Daarom werd in samenwerking met BDA een norm ontwikkeld die wél recht deed aan de specifieke kwaliteiten van PRS: De PRS Normverklaring. De markt reageert.

Dick van der Bom, directeur van Nebiprofa, heeft alle begrip voor het besluit van een fabrikant c.q. leverancier om zijn product duidelijk in de markt te positioneren. Maar of de manier van PRS Derbigum nu de juiste is? Van der Bom, behalve fabrikant ook lid van een aantal commissies zoals de Nederlandse Normcommissie, Kwaliteitscommissie BDA-Intron, Adviesraad BDA-Intron en Europese normalisatiecommissies, betwijfelt dat. "Iedere producent zal zich in de markt trachten te onderscheiden van de concurrenten. Om dit echter te doen met de verwarrende aanduiding 'normverklaring' gaat mij duidelijk te ver. Normen, nationaal en internationaal, worden via gereglementeerde procedures vastgesteld. Niet de fabrikant c.q. leverancier bepaalt de norm, de norm wordt uiteindelijk bepaald door de gebruiker met daarbij een duidelijke invloed van de verwerker. Dit betekent dat normen vastgesteld worden door de markt. Een fabrikant-eigen-verklaring dient ook gebaseerd te zijn op door de markt vastgestelde kwaliteitseisen."
Van der Bom vindt niet dat de markt gediend is met mogelijk een veelvoud van normverklaringen daar dit de onduidelijkheid en de ondoorzichtigheid doet toenemen. Gebruikers noch verwerkers zijn er mee gebaat. Volgens hem zal iedere fabrikant trachten zijn producten zodanig in de markt te positioneren dat de perceptie positief is ten opzichte van andere producten. "Indien een fabrikant pretendeert een kwalitatief beter product op de markt te brengen, een product dat duidelijk uittoornt boven bestaande normen, dan moet het een en ander ook worden aangetoond aan de hand van genormaliseerde en nationaal c.q. internationaal goedgekeurde testmethodes."

"Onnodige verwarring"

"Onnodige verwarring tussen de VB code als productidentificatie en de VB code als kwaliteitsspecificatie," is de reactie van Bitufa directeur D. Appels. Hij vindt dat het onderscheid van een kwaliteitsspecificatie uitstekend is onder te brengen in de CTG opgave. Het probleem van Empol ligt volgens Bitufa minder in de VB code dan wel in de communicatie door Empol naar de markt. "Het zou beter zijn geweest wanneer Empol helemaal geen code meer zou hanteren dan de thans gehanteerde afgeleide van de VB code." Appels weet betere voorbeelden: Universal van Esha en (het eigen) Green Concept Recyclable Roofing.
"Het betreft hier een fabrieks-eigen-verklaring die mogelijk door meerdere leveranciers zal worden gevolgd vanwege de mogelijkheid de firmanaam te vermelden. Type aanduidingen A of B worden vervangen door een firmanaam waarmee de oorspronkelijke situatie weer terug bij af is. Het onderscheid is vervolgens weg en de aandacht van de bouw voor deze firmanaam zal binnen de kortste keren verdwenen zijn." Appels vreest een "bos van normbomen", een ontwikkeling waar niemand op zit te wachten. "Ook inhoudelijk is er volgens Appels op de PRS Normverklaring wel wat af te dingen. Hij noemt onder meer de brandbestendigheid. "Het behalen van deze norm is op zich niet bijzonder. Iedere exporteur van dakmaterialen moet aan genoemde normen voldoen. Bovendien zullen in CEN verband binnenkort alleen nog banen zonder leislag getest moeten worden. Alle banen met leislag worden dan beschouwd als voldoende brandbestendig."

Compliment

Dirk Lahuis, directeur Esha Nederland, noemt de PRS normverklaring een "zwakke versie van een fabrieks-eigen-verklaring." Hij verwacht dat andere fabrikanten/leveranciers er een voorbeeld aan zullen nemen met het risico dat de onduidelijkheid toeneemt. "Maar," zo stelt Lahuis nadrukkelijk, "er zit ook een positieve kant aan, want er gaat een stimulerende werking van uit die de markt scherp houdt." Bovendien vindt hij het een goede zaak dat leveranciers zich proberen te onderscheiden. De wijze waarop PRS Derbigum dit doet verdient volgens Lahuis een compliment.

Chaos

"De integratie van fabrikant-eigen-verklaringen als erkende kwaliteitsverklaring zal leiden tot een chaos in de markt," verwacht Frank Donkers, commercieel manager van IKO International. "Er heerst onvrede bij een aantal leveranciers van hoogwaardige dakbanen die menen dat hun product over essentieel andere eigenschappen beschikt dan soortgelijke producten met gelijke kwaliteitsverklaringen. De onvrede dateert al van kort na het VB coderingssysteem. De standaardeisen die in tweede instantie als fundament dienden voor de VB kwaliteitstypering zijn op een laag niveau bepaald om geen hoogdrempelige barrières te veroorzaken."
De CTG heeft volgens Donkers een hogere toegevoegde waarde dan de VB kwaliteitsnormering maar schiet nog altijd te kort. De inhoud is te complex en het boekwerk nodigt niet uit tot een intensieve bestudering. Het beschikbaar zijn van een CTG wil zeker niet zeggen dat het hier gaat om een goed product.
Fabrikant-eigen-verklaringen kunnen volgens Donkers bijdragen tot het kwalitatief verbeteren van bestaande Attest-met-productcertificaten. "Het is aan de certificeringsinstellingen om eenduidigheid te creëren en niet om zoveel mogelijk verschillende kwaliteitsverklaringen op de stellen die voornamelijk de kasstroom dienen."
De integratie van een universele aansprakelijkheidsgarantie en het integraal doorvoeren van kwaliteitsgradaties bovenop bestaande minimumwaarden zal de markt bedaren, verwacht Donkers. "Wellicht kan een erkende kwaliteitsverklaring leiden tot daadwerkelijke rapportcijfers en hierdoor beter meetbaar worden." De investering in dure en tijdrovende additionele testen is slechts de sterke merken voorbehouden, die een relatief hoge vierkante meter-prijs vertegenwoordigen. Voor deze leveranciers moet de weg open staan meer te willen tonen en te vertellen dan standaard door anderen gebeurt. "Dit dient meer als promotie dan dat de kwaliteit essentieel hoger ligt. Tenslotte zijn dakbanen tegenwoordig perfect te maken volgens vooropgestelde productconcepten. Er is nauwelijks sprake van klassenverschillen, hetgeen anders ligt ten aanzien van het begrip duurzaamheid."

"Opmerkelijk"

Venedak noemt de actie van de BDA Groep en PRS op zijn minst opmerkelijk omdat beide bedrijven reed vele jaren via normcommissies, colleges van deskundigen e.d. betrokken zijn bij diverse discussies over (inter)nationale normen, certificering en kwaliteitseisen. In een verklaring laat Venedak weten dat beide bedrijven in deze gremia niet hebben aangegeven dat aanpassingen in testmethoden en/of eisen in de nationale beoordelingsrichtlijnen en normen noodzakelijk zijn. "Daarnaast moet men zich realiseren dat voor vrijwel alle relevante testmethoden voor bitumineuze dakbedekkingsmaterialen de Europese normen bijna zijn afgerond."
Volgens Venedak lijkt het er sterk op dat de PRS Normverklaring een commercieel initiatief is, waar op zich niets op tegen is, ten gunste van de eigen producten van PRS. Door de participatie van BDA- keur (afgifte rapport van technische controle) wordt echter de suggestie gewekt dat er sprake is van een officiële (kwaliteits)verklaring. In haar reactie stelt Venedak vervolgens 'dit niet juist te vinden, daar de BDA Groep ook participeert in de door de Raad van Accreditatie erkende certificatieinstelling BDA Intron. Middels het rapport van technische controle wordt het algemene belang (duidelijkheid) terzijde geschoven.'
Venedak heeft in principe geen enkel probleem met het fenomeen 'fabrikant-eigen-verklaring', doch deze moet dan wel op een juiste wijze worden gebruikt. "Door de Europese productnormen en de daaraan gekoppelde CE-markering kan in de nabije toekomst de fabrikant-eigen-verklaring meer draagvlak krijgen. De koppeling naar (Europese) normen is echter essentieel. Een fabrikant-eigen-verklaring zonder een breed ondersteunde norm waarin de bepalingsmethoden en procedures zijn vastgelegd, is immers waardeloos en zeker niet in het belang van de consument."

Het kan toch niet zo zijn, reageert Venedak, dat één producent, eventueel ondersteunt door een 'onafhankelijk' bureau zijn eigen beproevingsmethoden en normen voor het product gaat ontwikkelen? Venedak vreest dat de markt straks wordt overspoeld door een groot aantal onvergelijkbare verklaringen die waarschijnlijk maar één ding gemeen hebben: de betreffende producten halen voor alle beschreven karakteristieken een goede prestatie. "De zwakke kanten van een product worden even vergeten. Dat een producent dit doet om zijn product te promoten is te accepteren, doch dat een onafhankelijke adviesorganisatie zich laat lenen om commerciële teksten een officiële status te geven, is op zijn minst twijfelachtig."
De afnemers van dakbedekkingsmateriaal zijn niet gebaat met een grote hoeveelheid mist, vindt Venedak. Men kan en mag niet verwachten dat iedereen de diverse testmethoden op hun merites kan beoordelen. De opmerking van PRS over dimensionele stabiliteit geeft precies het risico voor de verwerker aan. Venedak citeert uit een publicatie in Roofing Holland van maart 1998: "We zijn nu in staat onder meer aan te geven dat onze rol een optimale dimensionele stabiliteit heeft met een krimp van nul wanneer de rol volgens voorschrift is verwerkt. Met ander woorden: krimp op het dak is bij ons altijd de schuld van de verwerker. Weldenkende ververwerkers zullen deze verantwoordelijkheid nooit naar zich toetrekken, terwijl zijzelf geen enkele inspraak hebben gehad op de testmethode."
Bij de meeste testmethoden in de normverklaring zijn volgens Venedak kanttekeningen te plaatsen. "Het gaat te ver om ze stuk voor stuk te behandelen. Voor het onderwerp vliegvuurbestendigheid maken we een uitzondering omdat dit het enige aan het Bouwbesluit gerelateerde aspect is. De in Nederland geldende vliegvuurproef (NEN 6063) is een testmethode zonder enige vorm van classificatie. Op dit moment loopt binnen Europa een stemmingsprocedure over Europese Brandnorm waarin een vrijwel identieke testmethode is opgenomen naast een tweetal andere testmethoden. De Nederlandse normcommissie 'brandproeven' ondersteunt deze Europese norm. Dit betekent dat na de officiële vaststelling van de Europese brandnorm in Nederland niets zal veranderen ten aanzien van de eisen aan het dakbedekkingssysteem. In de normverklaring wordt gerefereerd aan de IWA brandtest en ten onrechte gesuggereerd dat dit een prEN (conceptnorm) is. Deze test is echter door zowel de betreffende Europese normcommissie (CEN TC 127) als de Europese regelgevers in Brussel afgewezen als testmethode. Deze methode geeft derhalve geen enkele zekerheid dat aan de regelgeving wordt voldaan. De beschreven classificatie wordt zelfs door IWA niet ondersteund."
Wat Venedak nog het meeste stuit is de suggestie dat het thema vliegvuurbestendigheid een zeer belangrijk thema zou zijn uit het oogpunt van veiligheid. Het aantal keren dat een brandhaard ontstaat door vliegvuur is volgens Venedak namelijk nihil. "Een dak raakt niet zo snel in brand. In de meeste gevallen ontstaat een brand van binnenuit en de vliegvuurbestendigheid van de dakbedekking is in dat geval geen relevante karakteristiek. De vliegvuurbestendigheid-eigenschappen van de dakbedekking zeggen ook niets over het aspect brandveilig werken op daken. Ter beperking van het risico van het ontstaan van brand tijdens de verwerking is de SBR-brochure 'Brandveilig werken, ontwerpen en uitvoeren van platte daken' het beste handvat. Er wordt derhalve van een mug een olifant gemaakt."