Zoeken

Roofs 2006-04-06 Dakinstortingen onder de aandacht

Het zal niemand zijn ontgaan dat onze platte daken opnieuw veel aandacht in de landelijke media hebben gekregen. De rampzalige dakinstortingen in het buitenland en de Nederlandse instortingen in november 2005 geven de omvang van het  probleem aan. Dakadviseur Nic-Jan Bruins zet de zaken op een rijtje.

Ing. J.M.Bruins

DGI Dak & Gevel Ingenieurs BV

Wie had kunnen verwachten dat we na het fenomeen wateraccumulatie nu met instortingen als gevolg van sneeuw (in binnen- en buitenland) te maken zouden krijgen? Het gaat hier om een omvangrijk maatschappelijk probleem, alle serieuze media hebben dan ook de moeite genomen de problematiek rond dakinstortingen goed onder de aandacht te brengen.

Waarin zijn de twee oorzaken te onderscheiden?

Daken storten in als gevolg van wateraccumulatie en als gevolg van sneeuwbelasting. Hoewel er in beide gevallen water (in vloeibare of bevroren toestand) in het spel is, zijn de omstandigheden en oorzaken wezenlijk verschillend. In geval van regenwater tijdens extreme hoosbuien kunnen de hemelwaterafvoeren om uiteenlopende redenen het op het dak verzamelde water niet op tijd afvoeren, waardoor het dak bezwijkt. Een relatief eenvoudig oplosbaar probleem door het berekenen van, en aansluitend, plaatsen van een noodoverloopsysteem.

Ditzelfde noodoverloopsysteem helpt echter niet als er een situatie ontstaat waarbij er voor het betreffende dak een (te) grote ballast van sneeuw op ligt. De opbouw van een sneeuwdek is een niet te stoppen proces, iedere sneeuwvlok draagt bij tot een toename van de belasting. Als de maximaal toelaatbare belasting wordt overschreden, bezwijkt de constructie.

Zorgen

Er is alle reden voor zorg. De daken die in november 2005 instortten, hadden bestand moeten zijn tegen de belasting van de sneeuwlaag. De voorlopige conclusies van het huidige onderzoek naar de oorzaak van sneeuwinstortingen (zie Roofs 2-2006) zijn verstrekkend. De sneeuwdekinventarisatie van de KNMI  bestuderende, maakt duidelijk dat er slechts in een relatief klein gebied in Oost-Nederland sneeuw van enige betekenis is gevallen. Dat er onder die omstandigheden lokaal meer dan 100 daken geheel of gedeeltelijk zijn ingestort, is schokkend.

Aangezien er in Oost-Nederland niet anders dan in de rest van ons land wordt gebouwd, moeten we concluderen dat er sprake is van een omvangrijk structureel probleem. Dit gegeven, naast de alarmerende resultaten van preventief onderzoek van platte daken op gevoeligheid voor wateraccumulatie (en de hieraan gerelateerde dakinstortingen) is aanleiding tot zorg en vraagt om actie. Dat een gestructureerde actie tot op heden niet is ingezet, is dan ook op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend.

Misverstanden in de media

“Platte daken levensgevaarlijk”. De aankondiging van NOVA op 12 juni 2004 loog er niet om. In de rapportage van Rudy Bouma en Mohammed El Aissati werd het scherp neergezet:

“Meer dan 6.000 publieke gebouwen hebben platte daken die gevaar opleveren bij hevige regenval. Het gaat om gebouwen waar veel mensen komen, zoals zwembaden en winkelcentra”

“De inspectie van het ministerie van Volkshuisvesting heeft deze onrustbarende cijfers boven water gekregen na een grondig onderzoek. Dit onderzoek werd ingesteld nadat twee jaar geleden de daken van IKEA-Amsterdam en enkele zwembaden waren ingestort. De huidige situatie is onrustbarend”

In de dagen na de uitzending verschenen in de kranten artikelen, waarin onjuiste uitspraken werden gedaan welke in schril contrast stonden met de aankondiging en de werkelijke ernst van de situatie. Na de media aandacht in januari en februari 2006 deed zich eenzelfde verschijnsel voor. De feiten werden door het ontbreken van kennis van zaken en/of om reden van aandacht zoeken wederom in een verkeerd perspectief geplaatst.

Het is daarom van belang dat onafhankelijk door het VROM, na inventarisatie en onderzoek, de feiten worden gepubliceerd en er een plan van aanpak wordt gepresenteerd om de betrokken partijen in beweging te krijgen.

Onderzoeksresultaten

Bij de onderzochte sneeuw- en wateraccumulatie instortingen blijkt er sprake te zijn van constructiefouten. De constructiefouten ontstaan tijdens de ontwerp- en de uitvoeringsfase. DGI Dak & Gevel Ingenieurs BV houdt vanaf 2003 de resultaten bij van de risico’s die bij preventieve risico-inventarisatie wateraccumulatie worden vastgesteld.

Overzicht risico-analyse wateraccumulatie:

Slechts 5% van de geanalyseerde daken voldoet aan de wettelijke bouwvoorschriften.

Bij 15% van de gebouwen zal het dak bij de voorschreven hoeveelheid water niet bezwijken, maar voldoet het niet aan de voorschriften.

Bij 60% van de gebouwen zal het dak vrijwel zeker bezwijken wanneer een serieuze stortbui het gebouw treft én het reguliere HWA-systeem faalt t.g.v. verstoppingen of tijdelijke overbelasting van het rioolsysteem.

Bij 20% van de gebouwen blijkt het dak zeer gevoelig voor wateraccumulatie en is er grote kans op instorten tijdens een hevige regenbui.

De vrijwel gelijke percentages gepubliceerd in 2004 blijken nog steeds overeen te komen met de praktijk­resultaten van onderzoek tot op heden.

Effect aandacht wateraccumulatie

De media-aandacht heeft inmiddels wel vruchten afgeworpen. Het onderwerp wateraccumulatie staat op de agenda bij de gemeenten. Waar het gaat om de gemeentelijke gebouwen is er meer aandacht. Gemeentes zijn na de inventarisatie van de risico’s in 2003 actief gestart met het laten controleren en waar noodzakelijk laten aanpassen van de daken door het bijplaatsen van noodoverlopen.

De beleggers en beheerders van meerdere gebouwen hebben, veelal gerelateerd aan hun praktijkervaring met dakinstortingen, de daken laten doorrekenen en aanpassen. Bij de individuele gebouweigenaren heeft het onderwerp nog nauwelijks op de agenda gestaan. Rij maar een willekeurig industrieterrein op en kijk of je langs de dakranden noodoverlopen (de brievenbussen) ziet zitten. De bedrijfspanden waar geen voorzieningen zichtbaar zijn, zijn nog steeds in de meerderheid.

Schijnveiligheid

Graag hadden wij geconcludeerd dat na het bijplaatsen of plaatsen van noodoverlopen de daken als veilig beschouwd kunnen worden. Helaas blijkt dit niet het geval. Bij onze controles in 2005 hebben wij moeten vaststellen dat wateraccumulatie berekeningen (te vaak) niet goed worden gemaakt.

Zo blijken bij de constructieve controle van nieuwbouwprojecten de wateraccumulatie berekening niet correct te zijn gemaakt. Regelmatig worden berekeningen aangetroffen waaruit blijkt dat de constructeur het iteratieve wateraccumulatie proces niet heeft doorgrond. Met aannames van de maximaal toelaatbare waterbelasting wordt de afmeting van de noodoverloop op onjuiste wijze bepaald.

In 2005 zijn er door ons ingestorte daken onderzocht waar wel, maar geen functionele, noodoverlopen aanwezig waren en geconcludeerd moest worden dat er geen correcte berekening was gemaakt.

Misverstanden wateraccumulatie

Hoewel het fenomeen wateraccumulatie op platte daken meer en meer bekend wordt, zijn er nog steeds partijen die de zaak niet ernstig nemen.

Zo wordt er vaak gezegd dat een gebouw dat er al 20 jaar staat, nu niet meer zal instorten. Helaas is al te vaak met een dakinstorting aangetoond dat dit een onjuist uitgangspunt is. Ook wordt beweerd dat goed dakonderhoud een dakinstorting kan voorkomen. Bij het merendeel van de dakinstortingen blijkt er geen directe relatie met achterstallig onderhoud, maar is een onjuist ontwerp en een overbelast rioleringssysteem de oorzaak.

Het wateraccumulatie proces

Om in het kort nog eens het principe van wateraccumulatie inzichtelijk te maken wordt aan de hand van drie figuren het proces in beeld gebracht. In eerste instantie zal het waterniveau op het dak een hoogte hebben van 60 + dnd (zie fig.1).

De doorbuiging die door deze waterbelasting ontstaat, maakt dat er zich meer water kan verzamelen op het beschouwde dakdeel. Omdat het waterpeil gelijk blijft resulteert dit in een grotere belasting op het dakvlak (zie fig.2).

De grotere belasting veroorzaakt dan weer een grotere doorbuiging waardoor weer meer water verzameld wordt op het beschouwde dakvlak (zie fig.3).

Om de effecten van dit proces te doorgronden, moet een reeks berekeningen worden uitgevoerd. Voor betrouwbare berekeningen is speciale computersoftware beschikbaar.

Sneeuwbelasting

Dat een fikse sneeuwbui ons verkeer ontwricht, is te verwachten en wordt, hoewel niemand het leuk vindt, geaccepteerd. Anders ligt het voor de vele gebouweigenaren, die geconfronteerd werden met grote schade en hun gebouw niet meer konden of mochten gebruiken. Dit, en dan vooral de grote omvang van schade en overlast, had niemand kunnen voorzien. Maatschappelijk wordt dit als onacceptabel beschouwd.

Volgens de bouwnormen hadden de daken de sneeuwneerslag moeten kunnen weerstaan. Dat er dan toch daken geheel of gedeeltelijk instorten, is reden aan te nemen dat er constructiefouten zijn gemaakt. De eerste onderzoeksresultaten bevestigen deze fouten. Opmerkelijk hierin is dat de constructiefouten niet zo zeer zitten in een tekortkoming in de sterkte van metalen liggers, maar vooral in de constructieve verbindingen van de samengestelde staalconstructie.

Conclusies

Het probleem is te ernstig, te omvangrijk en te kostbaar om rustig af te wachten en proefondervindelijk te bekijken of het dak sneeuw en hoosbuien kan weerstaan. Als men zekerheid wil verkrijgen aangaande het aspect weerstand tegen sneeuwbelasting, is men eigenlijk genoodzaakt de bestaande dakconstructies tot op ‘het laatste schroefje’ op te nemen en opnieuw door te (laten) rekenen. Constructieve controles zijn kortom noodzakelijk.

?