Zoeken

Roofs 2008-05-30 Arbeidsinspectie controleert op valgevaar en arbeidsomstandigheden

In Roofs 3-2008 meldden wij dat de Arbeidsinspectie in juli met een nieuwe campagne begint: Project Dakwerk 2008. De controles zullen gericht zijn op de verschillende beroepsgroepen die op het dak werkzaam zijn, dus niet enkel dakdekkers, maar ook installateurs, loodgieters, etc. Ook zal op zowel veiligheids- als gezondheidsomstandigheden worden gelet. In dit artikel licht landelijk projectleider Jan Boer toe hoe in de praktijk moet worden omgegaan met de verschillende situaties.

In 2006 werden bij de Arbeidsinspectie 37 meldingsplichtige ongevallen gemeld. Dit gaat dus om ongevallen die minimaal hebben geleid tot ziekenhuisopname van een dag of langer. Ook de dodelijke ongevallen zijn hierin meegenomen. Dit is volgens Jan Boer verhoudingsgewijs, op zo’n 22.000 werkzame dakdekkers, een hoog aantal. Ongeveer 60?% van deze ongevallen zijn val­ongevallen – dus vallen van het dak, ladder of steiger. Vandaar dat tijdens de campagne hier, in vervolg op het Europese project Vallen van hoogte uit 2005 opnieuw grote aandacht aan zal worden besteed. De campagne loopt van 1 juli 2008 t/m 1 januari 2009 en zal door in totaal ongeveer 45 bouwinspecteurs worden uitgevoerd.

Valgevaar
Zoals bekend staat in de Arbowet omschreven dat valgevaar in de volgende volgorde dient te worden bestreden:
1.  Bronaanpak. Zorg ervoor dat het dak zonder extra voorzieningen veilig kan worden betreden. Dit betekent dat al bij het ontwerp rekening moet worden gehouden met een veilige inrichting: dus het aanbrengen van een dakluik en permanente leuningen of een borstwering. Eventueel kan vanuit esthetisch oogpunt bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van leuningen die enkel omhoog gezet worden als er op het dak wordt gewerkt.
2.  Primaire voorzieningen. Het gaat hier om collectieve veiligheidsvoorzieningen zoals leuningen, een hekwerk, of steigerwerk.
3.  Secundaire voorzieningen. Hier worden veiligheidslijnen mee bedoeld, of bijvoorbeeld vangnetten onder daklichten.

Jan Boer: “Alleen als bronaanpak niet mogelijk is, mag gebruik worden gemaakt van de primaire voorzieningen, en alleen als die in de situatie niet toepasbaar zijn, mag men terugvallen op secundaire voorzieningen. Iedere werkgever die op het dak werk laat uitvoeren, moet de risico’s afwegen en bepalen wat redelijkerwijs en economisch haalbaar is. Soms is het aanbrengen van een collectieve veiligheidsvoorziening riskanter dan het werk dat moet worden uitgevoerd. Dan heeft het aanbrengen van collectieve veiligheidsvoorzieningen natuurlijk niet de voorkeur, maar kan gebruik worden gemaakt van secundaire voorzieningen. Het is de taak van de werkgever daar een juiste invulling aan te geven. Belangrijk is dat is nagedacht over de juiste oplossing.”

De controles gelden zowel voor platte als hellende en metalen daken. Boer: “Inmiddels zijn voor alle typen daken verschillende systemen beschikbaar die het mogelijk maken het werk op een veilige manier uit te voeren, en deze methoden raken ook steeds meer bekend in de markt. Nu is het nog zaak dat ze op de juiste manier worden toegepast. Wij werken hierin nauw samen met de verschillende brancheverenigingen. Zo is bijvoorbeeld in het A-blad platte daken een schema opgenomen waarin wordt aangegeven hoe te handelen in de verschillende voorkomende situaties. De Arbeidsinspectie hanteert dit schema ook in haar controles.

Speciale aandacht krijgt ook het gebruik van ladders. “De ladder is nadrukkelijk niet bedoeld als werkplek,” aldus Boer. “Het dient uitsluitend te worden gebruikt als middel om het dak te bereiken – als daar geen andere, veiligere mogelijkheid toe is. Het gebruik van de ladder is ook aan regels gebonden: het dient altijd aan de bovenkant te worden gezekerd. Het moment dat men vanaf de ladder het dak opstapt, of andersom (vanaf het dak naar de ladder), is gevaarlijk omdat het gewicht op dat moment niet stabiel op de ladder rust. Het gevaar bestaat dat de ladder dan opzij valt. Zekering van de bovenkant van de ladder kan met de daartoe beschikbare klemmen, of met behulp van een touw of riem.”

Fysieke belasting, fijnstof, brandgevaar
Nieuw is ook de controle op de arbeidsomstandigheden. Het gaat hierbij met name om de fysieke belasting. Zoals bekend is de grens vastgesteld op 25 kg p.p. (50 kg per twee personen). “In principe dient men hulpmiddelen te gebruiken zodra het te tillen gewicht hoger is dan deze waarden,” aldus Boer. “Ook wij realiseren ons dat dit niet in elke situatie gemakkelijk is te realiseren, maar de werkgever dient te allen tijden na te denken over een gezond werkklimaat en daar naar te handelen. Zo willen wij dat de werkgevers hulpmiddelen toepassen bij het transporteren van dakpannen, dakleer, metalen dakplaten en riet. Bij toepassing van met name zinken goten is het raadzaam goed op te letten of het gewicht te tillen is en dat het plaatsen ervan niet op de ladder gebeurt. Bij grote dakpannen bestaat door de grotere afstand tussen de panlatten het risico op verstappen. De hulpmiddelen die de werkgever gebruikt dienen uiteraard deugdelijk te zijn, CE-gemarkeerd en goed opgesteld.”

“Tevens dient men alert te zijn op het vrijkomen van stof tijdens het werk. Dit geldt met name voor het zagen van dakpannen, maar ook is alertheid geboden bij sloop van dakplaten en verwijdering van bitumenlagen of rieten daken. Ook hier komen veel bacteriën en al dan niet schadelijke stoffen vrij die men maar beter niet in kan ademen.”

Tenslotte wordt gecontroleerd op de mate waarmee men rekening houdt met brandgevaar. Boer: “Dit gevaar bestaat uiteraard vooral op renovatie- en onderhoudsprojecten. Vanzelfsprekend dienen er deugdelijke brandblussers op het werk aanwezig te zijn, en minimaal één BHV-medewerker. Indien men het werk verricht op publieke gebouwen, zoals scholen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, etc., gaan wij niet alleen controleren of men beschikt over de juiste voorzieningen maar ook of men beschikt over een (evacuatie-)plan in geval van calamiteiten, en of men hierover in voldoende mate heeft gecommuniceerd met de andere betrokken partijen.”

Sanctiebeleid
“In de Middeleeuwen calculeerde men bij een bouwproject in dat er doden bij zouden vallen,” aldus Boer. “Tegenwoordig accepteren we dat vanzelfsprekend niet. Vandaar deze controles. Primair is nog steeds de werkgever verantwoordelijk. Maar als blijkt dat de werkgever er alles aan heeft gedaan om een ongeluk te voorkomen, en de werknemer in gebreke is gebleven, dan zullen we ook de werknemer beboeten. Deze boete voor de werknemer is in de orde van grootte van een zeer forse verkeersboete.”

Boer is optimistisch over het effect van de campagne en het veiligheidsbewustzijn dat eruit voortvloeit. “Het bouwvolume is de afgelopen decennia aanzienlijk gestegen, het aantal ongevallen is echter ongeveer gelijk gebleven – dus relatief gezien gedaald. Dit heeft te maken met het grotere bewustzijn van de risico’s en de grotere bereidheid om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen op de bouwplaats en dus te investeren in veiligheid. Wij verwachten dat de campagne Dakwerk 2008 deze ontwikkeling een nieuwe impuls kan geven.”