Zoeken

Roofs 2012-08-19 Reactie Rockwool op artikel ‘Krimp bij PIR-dakisolatie’

In Roofs juni 2012 belichtte Marco de Kok van Kingspan Insulation de veelbesproken problematiek van krimp bij PIR-dakisolatie. Vocht wordt als directe oorzaak van het krimpen genoemd, terwijl het type en de kwaliteit van de cachering, het soort lijm, het weer en (het gebrek aan) kundigheid van de dakdekker als de boosdoeners van het euvel worden aangewezen.

AUTEUR

Erwin Prins, Managing Director, Rockwool Benelux

Ik vind het moedig, dat De Kok, op het moment van schrijven zelf werkzaam bij een PIR-producent / aanbieder, zo openhartig een zo duidelijk minpunt van PIR-dakisolatie toegeeft. Alleen jammer, dat alles en iedereen behalve de PIR-producent(en) zelf  hiervoor de schuld krijgt toegeschoven. Zijn verhaal wordt dan ook nog afgerond met een onjuiste toeschrijving van beweerde materiaaleigenschappen van steenwol isolatie.

Oorzaken van krimp

Staat u mij toe inhoudelijk te reageren op een aantal punten, welke de Kok aanhaalt als mogelijke oorzaak voor het krimpgedrag van PIR-dakisolatie. Hij voert aan, dat “De dimensionele stabiliteit...in belangrijke mate wordt bepaald door de cachering van de isolatieplaten”. PIR-dakisolatie in combinatie met aluminium cachering laat – zo wordt beweerd – geen krimpverschijnselen zien, terwijl krimpgedrag wel optreedt bij gebruik van alukraft meerlagen cachering. Echter, zo beweert de Kok, hebben niet alle fabricaten die met laatstgenoemde meerlagen cachering gecombineerd worden, last van krimpverschijnselen. Hij concludeert, dat er derhalve wel kwaliteitsverschil zal zitten binnen dit type cachering.

Een dergelijke redenering gaat natuurlijk niet op. Zou het niet juist meer voor de hand liggen te concluderen, dat er kwaliteitsverschil bestaat tussen de verschillende fabricaten PIR-dakisolatie?

Daarnaast noemt De Kok de uitvoeringsomstandigheden. PIR-isolatie kan namelijk niet tegen regen, zo vat ik zijn betoog samen. Dus, als de dakdekker bij toepassing van een PIR isolatie overvallen wordt door een buitje, en dan ook nog eens “...kwalitatief mindere alukraft meerlagen cachering...” gebruikt, gaat het fout, en zal er hoogstwaarschijnlijk krimp-gedrag ontstaan. Als ‘oplossing’ voert De Kok aan, dat de dakdekker de PIR-platen droog moet opslaan en droog moet verwerken. Dat laatste zal niet altijd meevallen in ons klimaat, zo zegt De Kok er zelf al direct bij.

Ook kunststof dakbedekking met zeer hoge dampdichtheid levert volgens De Kok een risico op. Bij gebruik van dergelijke kunststoffen zal de droging in de zomer moeizamer verlopen. Hij vervolgt, dat de isolatie daarbij verzadigd kan raken met vocht, waardoor er lekkages kunnen ontstaan die de isolerende werking significant verminderen. In dergelijke gevallen kan de (PIR)isolatie haar stijfheid verliezen, waardoor er – ja – krimp ontstaat. Wederom, het lijkt alsof de oorzaak in alles behalve de PIR isolatie van Kingspan is te zoeken.

Steenwol krimpt niet

Aan het einde van zijn betoog heeft De Kok wél iets positiefs te melden – en dan nog wel over steenwol. Hij geeft toe, dat vocht niet de dimensionele stabiliteit van steenwol isolatie aantast. Voilà -  daar ging het hele betoog toch juist over?

Helaas beweert hij vervolgens dat vocht wel in steenwol isolatieplaten zal dringen, hetgeen de isolerende werking zou verminderen en de plaat zwaarder zou maken. Ik kan niet voor alle steenwolproducenten spreken, maar ik verzeker u dat Rockwool isolatiemateriaal waterafstotend  is, zodat er van noemenswaardig vochtindringen in Rockwool dakisolatie geen sprake kan zijn. Dus als we het over vermindering van de isolerende werking onder vochtige omstandigheden hebben, laat ik graag aan de lezer over, te voorspellen welk type materiaal hier waarschijnlijk als winnaar uitkomt…

Laten we niet vergeten, waarom we eigenlijk isoleren. Op mijn gebouw geen isolatie, waarmee ik het risico loop een significant verlies aan thermische prestatie te moeten incasseren. Krimpgevaar? Vergeet het maar!