Zoeken

Roofs 2012-11-12 Nationaal keurmerk dakveiligheid is onzin!

In het oktobernummer van Roofs stond een pleidooi voor een nationaal keurmerk dakveiligheid. Er van uitgaande dat het bedoeld is om de situatie in Nederland ten aanzien van veiligheid op daken te verbeteren, reageert Ton Berlee op dit artikel. Door het kader te schetsen hoe veiligheid in Nederland is georganiseerd, wil hij enige hardnekkige misvattingen wegnemen.

Auteur

Ton Berlee

Misvatting 1,  op een veilig dak moet (val)beveiliging

Een dak waar niemand op komt is een veilig dak. Niet het dak is veilig of onveilig maar de werkzaamheden op of aan het dak zijn veilig of onveilig. Wanneer een hoogwerker wordt ingezet voor onderhoud aan daken dan behoeft het dak geen enkele voorziening te hebben om vallen te voorkomen. Het Bouwbesluit 2012 is daar helder in en spreekt in die zin niet voor niets van ‘voorzienbaar onderhoud’, wat duidt op uit te voeren werk op het dak. Het spreekt daarbij voor zich dat installaties op het dak die regelmatig moeten worden nagezien een voorziening tegen valgevaar rechtvaardigen omdat een hoogwerker omslachtig kan zijn. Voor dakpannen die misschien eens kunnen wegwaaien is het onzinnig om het hele dak met ankers uit te rusten. Bij te vegen schoorstenen en te controleren energiepanelen zijn voorzieningen weer wel zinnig.

Wat ‘voorzienbaar onderhoud’ precies is, moet zich nog uitkristalliseren maar met gezond verstand kan je bijvoorbeeld installaties daar onder laten vallen. In het betreffende artikel wordt gesuggereerd dat er regels zijn voor welke voorzieningen er op een dak aangebracht moeten worden maar die regels zijn er niet. Wel hebben enkele opdrachtgevers richtlijnen en regels opgesteld maar dat is geen regelgeving. Er is een checklist voor nieuw te bouwen daken, er zijn regels waar voorzieningen aan moeten voldoen en er zijn regels voor veilig werken op daken.

Misvatting 2, de gebouweigenaar is verantwoordelijk voor de veiligheid op het dak

De veiligheid van de uitvoerenden die veilig of onveilig werken is in de eerste plaats de zorg van de werkgever en pas indirect die van de gebouweigenaar.  In het geval van ZZP’ers zijn werkgever en uitvoerende gelijk en is het dus de ZZP’er zelf die verantwoordelijk is voor veilig werken. Het is de plicht van de opdrachtgever er op toe te zien dat het werk veilig en verantwoord wordt uitgevoerd.

Wanneer de gebouweigenaar tevens de werkgever is van de uitvoerende op het dak, bijvoorbeeld een in dienst zijnde conciërge die afvoeren schoonmaakt, dan is de gebouweigenaar als werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid van die conciërge. Het is ook de taak van de werkgever om, voor de werkzaamheden aanvangen, er op toe te zien dat op het dak aangebracht voorzieningen veilig werken voor zijn werknemers mogelijk maken, waarbij die werkgever er zich ook aantoonbaar van moet vergewissen dat zijn werknemers getraind zijn in het gebruik van die voorzieningen. Het is als opdrachtgever dus veiliger om getraind personeel met gezond verstand in te schakelen dan je hele dak vol met valbeveiliging te leggen en te denken dat het dan wel goed zit met een nationaal  keurmerk dakveiligheid.

Misvatting 3, een ‘Dak RI&E’ 

Een Risico Inventarisatie & Evaluatie heeft betrekking op uit te voeren werk en niet op het dak, een ‘Dak RI&E’ is een commercieel instrument. De meeste ‘Dak RI&E’s’ schrijven dan ook voor hoe het dak vol te zetten met voorzieningen tegen vallen. In het artikel in Roofs wordt geconstateerd dat dit door verschillende partijen op verschillende manieren gebeurt. Dat klopt, gezien het bovenstaande, en het komt voort uit onwetendheid bij de opdrachtgever en bij de aanbieders. Een keurmerk vergroot die misvatting alleen maar.

Opvallend kenmerk van Dak RI&E’s is tevens dat voorzieningen worden aangebracht die in het geheel niet gerechtvaardigd worden door het te verwachten ‘voorzienbare onderhoud’. Dure kabelsystemen, te gebruiken door meerdere personen,  bijvoorbeeld voor onderhoud aan het dak dat al nauwelijks wordt uitgevoerd. Eens in de zoveel jaar vervangen van het dak is dan vele malen goedkoper en veiliger dan jaarlijks forse kosten maken voor instandhouding van de voorzieningen tegen vallen.

Misvatting 4, jaarlijks onderhoud en keuren door de leverancier

Het onderhoud aan de voorzieningen tegen vallen overtreft niet zelden het onderhoud aan het dak. Als je bedenkt dat het verkeer een groter risico vormt dan werken op het dak dan is de conclusie dat extra keuren van voorzieningen tegen vallen gevaar in de hand werkt. Als je vooral op het dak moet zijn voor onderhoud aan de voorziening tegen vallen kan je niet beweren dat je met veiligheid bezig bent. Het is daarbij de leverancier van de voorziening die aangeeft hoe vaak een voorziening gecontroleerd moet worden, er zijn leveranciers die eens in de 5 jaar keuren voldoende achten.

Keuren van voorzieningen is ook niet uitsluitend voorbehouden aan de leverancier, dit soort koppelverkoop is zelfs bij wet verboden. De leverancier moet aangeven hoe te keuren en waarop. Ook moet de leverancier aangeven hoe de voorziening te gebruiken en de voorwaarden voor gebruik duidelijk maken. Dat de fabrikant zelf de meeste kennis van zaken heeft ten aanzien van de voorziening is evident, de fabrikant is echter niet altijd de leverancier of de installateur. Die laatste overigens draagt als laatste in de keten praktisch alle verantwoording voor een goede werking.

 Ik hoop met deze uiteenzetting van misvattingen duidelijk te hebben gemaakt hoe veilig werken op daken is geregeld in Nederland. Prima om veilig werken te bevorderen, wel met gezond verstand alstublieft.