Zoeken

Roofs 2013-11-03 Garantie?

Waar stond garantie ook alweer voor: een begrip waarmee men aangeeft ergens voor in te staan. Waarmee gewaarborgd zou zijn dat de kwaliteit voldoet aan de gestelde (beloofde) eisen.

De praktijk bevestigt dat aan het begrip garantie soms een heel andere invulling wordt gegeven.

Bij de voorkomende vaststelling dat bij het samenstellen van daken aantoonbaar wordt afgeweken van ontwerp- en uitvoeringsvoorschriften, worden bij lekkageproblemen voorafgaand aan, of direct na de oplevering, na vermeend herstel uitspraken gedaan in de trant van (ik chargeer niet): “Niet zeuren, opdrachtgever, er wordt toch 10 tot 15 jaar garantie gegeven?”

Dit soort uitspraken waaraan dakaannemers, zelfs ondersteund door leveranciers en/of externe garantieverleners van verzekerde garanties, zich te buiten gaan, past geenszins bij de geleverde prestaties. Het garantiecertificaat wordt gebruikt als instrument om het gesprek over de rechten op een goed dak in de kiem te smoren. Een faliekant verkeerde ontwikkeling.

Volgens mij heeft de opdrachtgever altijd recht op een goed product (dak). In de wet staat dat het product, lees: het dak, dat de dakaannemer levert deugdelijk moet zijn. Met andere woorden: de opdrachtgever moet het dak vanaf het moment van oplevering een bepaalde tijd normaal (waterdicht en probleemloos) kunnen gebruiken. Het dak moet dus functioneren als beloofd. Je mag verwachten dat het dak tenminste die tijd meegaat als door de dakaannemer aan de opdrachtgever verteld wordt .

Mijn ervaring is dat de dakaannemer vertelt dat daken met normaal onderhoud voor een periode van 10, en steeds vaker 15 jaar, probleemloos functioneren. Opmerkelijk is dat het laatste jaar de 15-jarige garantie steeds vaker gepresenteerd wordt. Garantie wordt als verkoopinstrument toegepast met een zich steeds verder verplaatsende, in mijn beleving overigens niet te overziene, horizon.

Ik beperk me tot de periode waarin voorafgaand aan, of direct na de oplevering vastgesteld wordt dat het dak niet voldoet aan de verwachtingen en als ondeugdelijk moet worden gekwalificeerd.

In mijn beleving kan er bij de eenvoudige vaststelling dat er is afgeweken van de ontwerp- en uitvoeringsvoorschriften geen discussie zijn over de deugdelijkheid.

De praktijk is helaas weerbarstiger. Zo werd ik geconfronteerd met een dak waarbij de baanoverlappen van een dakbedekkingsysteem steeds loslieten en achteraf werd ook vastgesteld dat de noodzakelijk effectieve lasbreedte niet gerealiseerd was.

De opdrachtgever heeft dan in mijn beleving recht op een goed herstel of een volledig nieuw dak. Binnen een bepaalde tijd moet dus, zonder dat de opdrachtgever daarbij hinder ondervindt, herstel plaatsvinden of een nieuw dak worden geleverd. Het herstel moet vanzelfsprekend leiden tot een deugdelijk dak.

In de voorkomende situatie werden de losgelaten baanoverlappen gerepareerd, waarna de dakaannemer van mening was dat voldaan was aan de overeenkomst. Garantie zou verleend worden en de opdrachtgever zou zich geen zorgen hoeven maken.

Helaas werden twee weken later opnieuw losse overlappen vastgesteld en – ja, u kunt het al raden – twee weken daarna nogmaals.

De opdrachtgever was, met mij, van mening dat er geen sprake kon zijn van een deugdelijk betrouwbaar dak en vond ook dat een dak vol herstelstickers niet voldeed aan hetgeen verwacht mocht worden bij de levering van een nieuw dak. In de beleving van de opdrachtgever was door de aanwezigheid van stickers de economische waarde in het geding.

De dakaannemer deelde deze mening niet: het dak was immers gerepareerd, er was geen sprake meer van lekkage en een garantiecertificaat van de verzekerde garantie met een verklaring van de leverancier van de dakbedekking toonde in voldoende mate aan dat er sprake zou zijn van een deugdelijk betrouwbaar dak. Objectief gezien kon overigens geen van de betrokken partijen zeker stellen dat alle baanoverlappen voldeden.

De opdrachtgever moest echter niet zeuren, de praktijk zou het gelijk van de dakaannemer aantonen en, hoewel zeer onwaarschijnlijk, mocht blijken dat er toch weer losse baanoverlappen ontstaan, zou herstel onder garantie worden uitgevoerd.

Zouden dakaannemers niet begrijpen dat garantie geen instrument is om bij opdrachtgevers fouten af te kopen of vertrouwen te winnen?  De opdrachtgever schiet er niets mee op als het dak lekt en de dakaannemer gebeld moet worden om te komen herstellen.

Opdrachtgevers willen na oplevering direct een deugdelijk dak dat voldoet aan alle eisen, alle ontwerp- en uitvoeringsvoorschriften en bij voorkeur een dak zonder herstelstickers. Als er dan tenslotte, ter bevestiging van de geleverde kwaliteit, een garantiecertificaat wordt verstrekt, is volgens mij de juiste volgorde aangehouden.

Nic-Jan Bruins