Dak Helling 1997-11-03 Waar een klein land groot in kan zijn
Vorige maand werd in het Duitse Königswinter het jaarlijkse congres van de internationale dakdekkerswereld gehouden. Traditioneel is aan dit congres ook elk jaar een wedstrijd voor jonge dakdekkers gekoppeld.
Vol spanning hebben onze deelnemers op de uitslag gewacht. En zij niet alleen. De verwachtingen waren erg hoog gespannen. Terecht, voor het oog van een uiterst kritisch publiek voltooiden de dakdekker een fantastisch werkstuk. Het deed mij dan ook persoonlijk heel veel dat ik aan het Nederlandse tweetal de derde prijs mocht uitreiken. Ik was trots: Nederland, als een klein landje zonder grote dakdekkershistorie meet zich wat betreft vakbekwaamheid met grote landen die over een lange dakdekkerscultuur beschikken. En dan toch een derde plaats veroveren is zonder meer fantastisch. Verderop in het blad kunt u er meer over lezen.
Maar er gebeurde tijdens het congres nog iets waarom ik trots was een Nederlander te zijn. De aanleiding was een toespraak gehouden door de staatssecretaris van het Bundesministerie voor Ruimtelijke Ordening en Stadsontwikkeling. De inleiding had als titel meegekregen 'Kostenbesparend bouwen en de rol van de politiek daarin'.
Het is frappant dat in deze voordracht de Nederlandse bouwwijze als voorbeeld werd aangehaald als dé manier om kwalitatief goed en tegen verantwoorde kostprijzen woningen te bouwen. Ook hierin is kennelijk een klein landje groot. Geprezen werd vooral de manier waarop Nederland de regelgeving zodanig heeft geïmplementeerd dat daardoor de bouw niet onnodig duur maar juist betaalbaar kan worden.
Laat ik het even tot onze eigen branche beperken. Is het niet opmerkelijk dat de in Nederland ontwikkelde norm voor de beveiliging van dakpannen de NEN 6707 praktisch in zijn geheel is overgenomen door Duitsland?
De waardering voor de Nederlandse inbreng in de Europese dakdekkerswereld neemt steeds toe. Voor deze inbreng werden tijdens het congres een tweetal onderscheidingen uitgereikt, onderscheidingen waar wij Nederlanders trots op mogen zijn.
Persoonlijk voel ik mij in ieder geval vereerd, inderdaad, ik behoorde tot een van de twee uitverkorenen die onderscheiden werden. Een onderscheiding die naar mijn overtuiging bij zal dragen aan een totale upgrading van het vak dakdekker dat in ons eigen land met onze eigen cultuur wordt ondergewaardeerd. De opwaardering voor het vak is nodig en het bereiken van dat doel is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Uw vereniging Het Hellende Dak en u als dakdekker kunnen daar samen aan werken.
Immers onderwaardering vindt iedereen van ons terug in de dagelijkse praktijk met als onvermijdelijke gevolg dat we ongewild in een onverantwoorde neerwaartse spiraal terecht komen. Niet kwantiteit maar kwaliteit zou het motto van de dakdekkersbranche moeten zijn. Het is dé manier om de noodzakelijke upgrading van ons mooie vak te bewerkstelligen.
In Königswinter kreeg de opwaardering voor de Nederlandse dakdekker gestalte. En daarom keerde ik gelukkig terug van het IFD congres en de bijbehorende wedstrijd voor jonge dakdekkers. Nederland leverde bewijs over het noodzakelijke vakmanschap te beschikken, Nederland leverde ook het bewijs in staat te zijn de regelgeving en normering op een praktische manier in het bouwproces te implementeren.
We hadden al ons onvolprezen Poldermodel, nu hebben ook nog de NEN 6707 en een stelletje vakbekwame dakdekkers.
door: J. L. M. Weijers