Zoeken

Roofing Holland 1996-07-18 SBD legt meer nadruk op arbeidsinpassing bij allochtonen

Een in 1993 gehouden onderzoek van het EIB wees uit dat de dakenbranche snel maatregelen diende te nemen om zich te verzekeren van voldoende instroom van vaklieden. Nieuwe aanwas was mogelijk te vinden in de groep van jonge allochtone werklozen. De Stichting Beroepsopleidingen Dakbedekkingsbranche (SBD) maakte er werk van.

Het algemene probleem: Steeds minder jongeren voelen zich aangetrokken tot een beroep waarin zij met hun handen moeten werken. De bouwsector ziet met lede ogen aan dat in een land waar dankzij de bevolkingsopbouw relatief weinig jongeren voor de arbeidsmarkt beschikbaar komen, een groot deel van het potentieel aan nieuwe arbeidskrachten de voorkeur geeft aan beroepen met een vermeende hogere status. De diverse bedrijfstakken erkennen het probleem en nemen allemaal hun maatregelen. Het betekent echter wel dat de verschillende bedrijfstakken allemaal in dezelfde vijver naar arbeidskrachten vissen. Het specifieke probleem: in de dakenbranche is het verloop in vergelijking met de andere bedrijfstakken groot. Voor het werken op het dak heeft het reguliere lager beroepsonderwijs geen opleidingsprogramma. Dus wie komt er nu op het idee om dakdekker te worden? En de allochtone jongere die er wellicht wèl wat voor voelt om op het dak te werken, kent het vak niet. Vanaf de grond zie je de dakdekker immers niet aan het werk.

Het is voorwaar geen gemakkelijke taak die de SBD zich heeft gesteld om juist binnen de groep van allochtonen de aanwas van nieuwe vaklieden te vinden. Niettemin slaagde de stichting erin om de laatste jaren enige tientallen vaklieden af te leveren. Jongeren die over het algemeen met plezier in de branche aan het werk zijn en naar tevredenheid van hun baas functioneren. "We hebben in de achterliggende periode het nodige leergeld betaald," zegt Peter den Butter, directeur van de SBD. "Ons eerste project zijn we gestart in samenwerking met dakdekkersbedrijf Boko. Dit bedrijf kon wel een aantal nieuwe krachten gebruiken. In samenwerking met de consulent van de Arbeidsvoorziening hebben we destijds twaalf jongeren geselecteerd en die konden we allemaal plaatsen. Maar al in de proeftijd liet de helft van hen het afweten. Allochtonen het vak aanleren is één aspect, ervoor zorgen dat ze in de relatie werkgever-werknemer functioneren is een andere zaak. Het bleek uiteindelijk fout te lopen omdat we te weinig werk hadden gemaakt van de arbeidsinpassing."

Gedragsregels

Arbeidsinpassing is het woord dat in het jargon van arbeidsvoorziening en opleidingen zoveel betekent als kennis nemen van de regels en je leren te gedragen op de werkplek. Bijvoorbeeld door er fijntjes op te wijzen dat de hemelwaterafvoer op het dak heus niet is bedoeld als urinoir. Dat je geen twintig minuten moet wegblijven als de baas je vraagt om gauw iets uit de auto te halen. En dat het toch echt niet de bedoeling is om in de drukke zomertijd zes weken vakantie te nemen voor een familiebezoek. Natuurlijk, voor de Nederlandse dakdekker is het allemaal zo vanzelfsprekend. Maar inpassing betekent ook dat de autochtoon duidelijk gemaakt moet worden dat de liefde niet van één kant kan komen. De Nederlandse dakdekker zal moeten accepteren dat de communicatie soms wat moeizamer verloopt omdat er enige taalachterstand bestaat. Dat de moslim zich tijdens de ramadan soms wat slapjes zal voelen op zijn werk. En dat het 'ja' van de allochtoon niet altijd 'ja' betekent maar ook wel eens de betekenis heeft van een vriendelijke ontkenning, òf omdat de allochtoon zijn ploegmaat niet begrijpt, òf omdat hij het gewoon onbeleefd vindt om nee te zeggen. Niettemin heeft de ervaring geleerd dat met enig begrip en enige extra begeleiding van de werkgever er uit deze groep hardwerkende en loyale dakdekkers zijn te recruteren. Den Butter: "Dat we die problemen zijn tegengekomen is ook logisch. Deze jonge mannen zijn niet voor niks werkloos. Zij hebben een arbeidsprobleem omdat zij om wat voor maatschappelijke reden dan ook moeite hebben zich aan te passen. Daarom steken we tegenwoordig bij onze opleidingen veel energie in de arbeidsinpassing." Vanaf het tweede project dat werd opgestart in Alphen aan den Rijn is direct aansluitend aan de basiscursus een drie weken durende werkervaringsperiode gevoegd. Daarna doorlopen de cursisten de primaire opleiding. Acht lesblokken van één week met 's morgens theorie en 's middags praktijk. Op één dag staat de arbeidsinpassing centraal. Op deze dag buigen zij zich over diverse onderwerpen. Op wat voor omstandigheden dienen de cursisten zich voor te bereiden en wat wordt van hen verwacht? Zij moeten onder andere leren de zoetjesaan ingesleten vrijblijvendheid waarmee ze dagelijks door het leven gingen van zich af te leggen. Hen wordt tijdens die uren bijvoorbeeld verteld wat precies de regels zijn ten aanzien van de ziekmelding. Dat hun afwezigheid ook gevolgen heeft voor de voortgang van het werk. Dat de chauffeur misschien voor niets staat te wachten als hij niet weet dat de cursist verhinderd is. De allochtoon wordt ook bekend gemaakt met de gedragsregels in de bouw. Hij zal eraan moeten wennen dat ruw taalgebruik of een scheldwoord niet altijd persoonlijk bedoeld is. De allochtoon mag op begrip rekenen maar clementie heeft zijn grenzen.

Arbeidsritme

De arbeidsinpassing is een essentieel onderdeel in het project. "Of een project wel of niet slaagt hangt ook in belangrijke mate af van het inzicht en de kennis van de consulent. Jongens uit deze groep hebben vrijwel zonder uitzondering de handicap dat zij een arbeidsritme missen. Zij moeten simpelweg weer leren om op tijd uit hun bed te komen omdat er een prestatie van hen wordt verwacht. Daarom hebben we ook een stage in het project ingevoerd zodat werkgevers zelf kunnen schaven aan het gedrag van de deelnemers nog voordat er een arbeidsovereenkomst bestaat. Een tactische en begripvolle benadering van de allochtoon brengt wel degelijk de gewenste gedragsverandering teweeg. In Alphen was de consulent overigens zelf allochtoon en daardoor is het project mede een succes geworden. Die man stond 's morgens bij het busje koppen te tellen. Ontbrak er een cursist dan liet hij het er niet bij zitten. Een softe aanpak bestond niet voor hem en de cursisten pikten dat van deze consulent omdat zij zich niet door hem gediscrimineerd voelden," aldus Den Butter. Ook de voorlieden die de allochtonen moeten begeleiden worden betrokken bij de arbeidsinpassing. Met behulp van rollenspelen wordt geoefend. Sinds kort wordt er ook tijd vrijgemaakt voor nazorg. De groep cursisten komt na afloop van de cursus nog eens bij elkaar om eventuele problemen die zij hebben ervaren door te praten.

Grind sjouwen

De ene consulent is de andere niet. Dat geldt evenzeer voor dakdekkersbedrijven. Het verklaart waarom in de ene regio met meer succes projecten worden opgestart dan in de andere. De consulent in Den Bosch die meende dat hij met een advertentie in een dagblad wel een clubje geïnteresseerde allochtonen bij elkaar zou krijgen, snapt er volgens Den Butter weinig van. Daar reageerde er dan ook niemand. Maar de werkgever die een aankomend allochtone dakdekker wekenlang grind laat sjouwen is ook hard op weg om reeds in de kiem de motivatie te smoren. Den Butter: "De werkgever moet zich realiseren dat wij ons niet voor onszelf inspannen maar voor de branche. Het onderzoek Arbeidsmarktstructuur in de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbranche van 1993 door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid voorspelde grote moeilijkheden wat betreft de arbeidsvoorziening op de middellange termijn. Er moet wat gebeuren. Als we werkeloos achterover leunen, komen we over vijf jaar tijd zeshonderd vakmensen tekort. Het probleem is door werkgevers en werknemers onderkend. Het is de taak van de SBD om het niet zover te laten komen."

door: Mari van Lieshout