Roofing Holland 1998-05-20 Werkgever is en blijft verantwoordelijke bij ongeval
Werkgevers die er alles aan doen om het personeel veilig en gezond te laten werken zijn en blijven verantwoordelijk voor het welzijn van hun werknemers. Geen certificaat ontslaat een werkgever daarvan. Was het voor het Bouwprocesbesluit vooral een zaak tussen werkgevers en werknemers, inmiddels geldt dit ook voor aannemers en onderaannemers. Hoe dat in de praktijk kan uitpakken wordt aan de hand van twee bekende voorbeelden uitgewerkt.
Begin jaren negentig zakt een timmerman bij het leggen van golfplaten door het dak. Hij raakt zwaar gewond en wordt arbeidsongeschikt verklaard. De man stelt de werkgever aansprakelijk omdat die onvoldoende veiligheidsvoorzieningen zou hebben getroffen. De werkgever stelt dat de timmerman was geïnstrueerd zich niet te begeven op reeds aangebrachte golfplaten.
Op dat deel van het dak behoefde geen werkzaamheden te worden verricht, waren geen veiligheidsvoorzieningen getroffen en mocht de timmerman dan ook niet komen. Op het wel beveiligde deel waren steigerplanken gelegd. Ook was de timmerman herhaaldelijk gewaarschuwd zich niet op het gerede dak te begeven omdat de platen niet berekend zijn op het gewicht van een volwassen man. Ondanks dat begeeft de timmerman zich toch op de golfplaten en zakt er doorheen.
De arbeidsinspectie maakt rapport op en de veiligheidsmaatregelen worden als primitief beoordeeld. De kantonrechter en de rechter stellen de werkgever in het gelijk. Zelfs ligt de gevolgtrekking voor de hand dat de timmerman door het in de wind slaan van de instructies roekeloos heeft gehandeld en de timmerman daardoor grove schuld kan worden verweten. Dit omdat hij 'willens en wetens naast de aanwezige beveiliging is gaan lopen en daarmee het hem bekende risico heeft genomen dat die platen zijn gewicht niet zouden dragen'.
De Hoge Raad beslist echter anders en verwijst de zaak ter verdere behandeling. De raad stelt dat het van belang is dat er een causaal verband bestaat tussen de veiligheidsmaatregelen (of het ontbreken daarvan) en het ongeval. Met andere woorden, had het ongeval ook plaatsgevonden als alle veiligheidsmaatregelen waren getroffen? En was het handelen van de timmerman werkelijk roekeloos?
Wettelijke norm
Als de werkplek ten tijde van het ongeval niet voldoet aan de daarvoor geldende (wettelijke) norm, is de werkgever in beginsel aansprakelijk voor de gehele schade van de werknemer, tenzij hij kan bewijzen dat sprake is van overmacht of van grove schuld van de werknemer. De werkgever is immers verplicht voldoende veiligheidsmaatregelen te treffen. In dit geval werd de vraag aan de orde gesteld of het ongeval ook had plaatsgevonden wanneer de betreffende veiligheidsmaatregelen wel waren genomen. Maar wat zijn dan betreffende veiligheidsmaatregelen? Moet een werkgever die maatregelen nemen die alle mogelijke ongevallen uitsluiten, inclusief die van onwelwillende werknemers? Dat komt in deze zaak jammer genoeg niet naar voren. Dit omdat naar het oordeel van de Hoge raad de kantonrechter en de rechtbank nagelaten hebben de mate van veiligheidsvoorzieningen te toetsen.
Het begrip 'roekeloos handelen' komt in de zaal welduidelijker in beeld. De term is van belang omdat het een werkgever kan vrijwaren voor de verantwoording van letsel. De wet geeft de verantwoording voor letsel als volgt aan: 'Heeft de werknemer bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst letselschade opgelopen, kan hij op vergoeding daarvan door de werkgever aanspraak maken, tenzij de werkgever aantoont dat hij in voldoende mate zorg heeft gedragen voor een deugdelijke inrichting van lokalen, werktuigen en gereedschappen of dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer'.
Van bewust 'roekeloos handelen' van de werknemer is pas sprake, indien deze tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloos karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust is. Deze definitie sluit aan op de definitie van veilig werken.
Veilig werken immers is het bewust omgaan met risico's. Een werknemer is pas bewust roekeloos als hij onmiddellijk vóór het ongeval zich er daadwerkelijk van bewust is dat zijn gedrag roekeloos is. Wanneer iemand willens en wetens niet veilig wil werken, dus met vol verstand en bekend met de risico's van zijn handelen, is er dus sprake van roekeloos handelen.
Hoe een rechter oordeelt wanneer een werkgever aanvoert dat zijn werknemer niet veilig wil werken lijkt me duidelijk. Zo'n persoon hoort niet op een bouwplaats thuis. Het is bovendien zeer lastig aan te tonen dat iemand moedwillig niet veilig wil werken. Helemaal als rekening wordt gehouden met het 'ervaringsfeit' wat de werknemer extra wettelijke bescherming bied. Het ervaringsfeit komt er op neer dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie tot een vermindering van de ter voorkoming van ongelukken raadzame voorzichtigheid leidt. Met andere woorden, dagelijks werken op grote hoogte leidt tot gewenning en daarmee tot meer onveiligheid en minder bewustzijn van de risico's. Gezien het bovengenoemde is 'bewust roekeloos handelen' zeer moeilijk te bewijzen door de werkgever.
Dagelijkse praktijk
Wat betekent dat nu in de dagelijkse dakdekkerspraktijk. Dat in het geval van een ongeval gekeken wordt of aan de wettelijke normen aangaande veilig werken op en aan daken wordt voldaan. Dat gekeken wordt of de voorzieningen zodanig zijn en of hadden kunnen zijn dat het ongeluk was voorkomen. Wanneer alle voorzieningen zijn getroffen is de vraag van 'bewust roekeloos handelen' pas aan de orde. Daarbij geldt dat de werkgever moet bewijzen dat een werknemer ook (letsel)schade opgelopen zou hebben, als die wel getroffen of opgevolgd zouden zijn. Een VCA certificaat en/of een geactualiseerd VG plan kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Maar beide zijn geen garantie dat daarmee voldoende is aangetoond dat alle noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen.
De ondernemer die het werk aanneemt heeft als werkgever de meeste verantwoording ten aanzien van de gezondheid van zijn mensen. Is dat voor die ondernemers te vermijden? Bijvoorbeeld door onderaannemers in te zetten.
Het tweede voorbeeld geeft aan dat de verantwoording slechts ten dele kan worden gedelegeerd. Tijdens een project in Best valt een werknemer van een onderaannemer van de steiger en komt daarbij om het leven. Het ongeval wordt uiteraard onderzocht. De oorzaak van het ongeval bleek het gevolg van een niet afgedekte opening tussen het balkon waar hij werkte en de steiger.
Ook was de onderste reling van het balkon weggehaald waardoor een gevaarlijke situatie ontstond. Voor dit project was door de hoofdaannemer een V&G-plan gemaakt en dit was doorgenomen met de onderaannemer. Ook de hoofdaannemer had de onderaannemer tevergeefs op de noodzaak van veiligheidsvoorzieningen gewezen. Het ongeval vond plaats op een zaterdag en de werknemer was slechts voor die dag door de onderaannemer ingehuurd van een onder-onder-aannemer. Die laatste wenste niet op zaterdag te werken en is vrijgesproken. Daarmee was de onder-onder-aannemer formeel gezien die dag niet de werkgever. De onderaannemer was de werkgever voor die dag omdat de werknemer voor hem werk uitvoerde tegen betaling van een extra vergoeding. De onderaannemer werd dan ook veroordeeld. De hoofdaannemer werd ernstige overtredingen van de Arbowet verweten te weten: structureel valgevaar op het bouwwerk en het tekort schieten als coördinator. Eerder had de Arbeidinspectie bij een controle ernstige overtredingen geconstateerd met betrekking tot valgevaar. Ondanks bespreking van de hoofdaannemer met de onderaannemer en ondanks herhaaldelijk wijzen op de veiligheidsvoorzieningen oordeelde de rechter dat de uitgeoefende druk onvoldoende was geweest. Een hoofdaannemer moet ingrijpen als zijn aanwijzingen door de onderaannemer niet of onvoldoende worden opgevolgd. Het ongeval vond plaats op een zaterdag. Alleen de onderaannemer was op dat moment op de bouw aan het werk. Er was geen coördinator op het werk. De rechter stelt dat er die zaterdag een andere situatie was dan gewoonlijk. De coördinator had die andere situatie moeten vaststellen voordat met het werk werd begonnen. Dan hadden de passende maatregelen genomen kunnen worden. De hoofdaannemer is in het treffen van maatregelen tekort geschoten en het werk is onvoldoende gecoördineerd.
Verantwoordelijkheid
De hoofdaannemer heeft zijn eigen verantwoordelijkheid waarop hij wordt afgerekend. In dit geval de uitvoering van het V-G plan en het toezicht op de bouw. Met bovenstaande voorbeelden is duidelijk dat uitvoerende partijen eerst verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun mensen. Dat geldt niet alleen voor 'eigen' personeel maar ook voor tijdelijk ingehuurde werknemers of onderaannemers. De veiligheidsvoorzieningen moeten zijn getroffen en er moet op worden toegezien dat er veilig wordt gewerkt. Indien herhaaldelijk manen tot veilig werken niet helpt dan moet besloten worden betreffende persoon of bedrijf niet langer het werk te laten uitvoeren. Wanneer er bij doorwerken met die persoon een ongeval voordoet is het lastig aannemelijk te maken dat een ongeval voorkomen had kunnen worden.
door: Ing. A.B. Berlee, T-Joint