Zoeken

Roofing Holland 1998-09-50

Brandbare of onbrandbare dakisolatie. Het verschil zit 'm niet alleen in de prijs. Want als er onverhoopt brand uitbreekt blijkt dat een investering in onbrandbare isolatie dubbel en dwars terugverdiend kan worden. 11 mei 1998 brak er brand uit op het dak van Distributiecentrum T.C.G. te Veenendaal. Dat er gekozen was voor het steenwolisolatiemateriaal Rockwool Taurox C bleek een gouden greep. De brand bleef namelijk behoorlijk beperkt.

Als een dakbrand de kranten of televisie haalt, is het meestal goed mis. Want waar rook is, is vuur, en dat vuur veroorzaakt zeker bij dakbranden vaak enorme schade. Toch kan het ook goed aflopen met een brand op een dak. Dat bleek enkele maanden geleden in Veenendaal.
De nieuwbouw van het Distributiecentrum T.C.G. was op 11 mei 1998 bijna gereed. Nog enkele weken en het gigantische complex met een totaal oppervlak van 45.000 m2 zou worden opgeleverd. Vele schoonmaakmiddelen, waspoeders, verzorgingsproducten en gelijksoortige artikelen zouden dan van hieruit hun weg in Europa vinden.
De dakconstructie was opgebouwd uit stalen dakplaten, een dampremmende laag, Rockwool Taurox C isolatie van 100 mm dikte en een tweelaagse bitumineuze dakbedekking, die mechanisch bevestigd is. Aan een staalconstructie op het dak van de expeditie-afdeling met een oppervlak van ongeveer 7.000 m2 werden die dag nog wat slijp- en laswerkzaamheden verricht.

Wat ging er mis?

Maar wat ging er mis? Bij deze werkzaamheden kwamen gloeiende delen op de bitumineuze dakbedekking terecht. Vervolgens heeft zich buiten het gezichtsveld van de constructiewerkers een smeulproces ontwikkeld. Nadat smeulende delen in aanraking kwamen met polyester kappen en kasten van de luchtbehandelingsinstallatie, brak er brand uit op het dak. Dat dit door niemand was opgemerkt kwam omdat de werkdag inmiddels was afgelopen en er niemand meer aanwezig was.
J. Bouman, plaatsvervangend commandant van de gemeentelijke brandweer Veenendaal, was op 11 mei officier van dienst. "Vanwege de enorme rookontwikkeling kregen wij via de regionale alarmcentrale een groot aantal meldingen binnen. De rookwolken waren vooral goed te zien vanaf de A12, zodat menig automobilist met zijn draagbare telefoon de alarmcentrale belde."
Bouman zag tijdens de rit naar de brand toe ook een gigantische rookkolom, wat het ergste deed vermoeden. Daarom gaf hij voordat hij en zijn team ter plaatse waren het sein 'middelbrand'. Hierop werd er een tweede voertuig ingezet.

Waterkanon

In totaal was de brandweer binnen zes à zeven minuten ter plaatse. Maar omdat de bouwwerkzaamheden aan het complex in de eindfase verkeerden, was het gebouw behoorlijk lastig te bereiken voor de brandweer. Pallets met stenen, zandhopen en ander bouwmateriaal versperden de doorgang.
"Omdat het brandende dak in eerste instantie niet rechtstreeks te bereiken was, konden we de autoladder niet tegen de 9,5 meter hoge gevel plaatsen en werd het vuur daarom vanaf straatniveau met behulp van een waterkanon te lijf gegaan. Ondertussen werd het tweede blusvoertuig vanaf de andere zijde van het complex ingezet. Over grote afstand is een slangleiding uitgelegd naar het brandende dak", aldus Bouman.
Eenmaal ter plekke bij de vuurhaard bleek de brand mee te vallen. De zware rookontwikkeling was vooral veroorzaakt door de brandende polyester kappen. En het waterkanon had de vuurhaard precies getroffen. Het duurde daarna niet lang meer of het vuur was geblust, het nam zeker niet meer dan een half uur in beslag. Van de circa 7.000m2 dakoppervlak bleek toen ongeveer 180m2 dakbedekking door de brand te zijn aangetast. De isolatie was wat geblakerd, maar niet beschadigd door het vuur.

Gelukstreffer

"Het bluswerk met het waterkanon was in feite een gelukstreffer", zegt Bouman. "Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom de brand zich niet heeft uitgebreid. De echte reddende engel was de onbrandbare steenwol dakisolatie. Deze heeft namelijk geen enkele bijdrage geleverd aan de branduitbreiding."
In financieel opzicht veroorzaakte de brand een schade van fl.130.000. De stalen dakplaten en de luchtbehandelingskast moesten vervangen worden, evenals een deel van de opstaande sandwichgevel die aan het dakvlak grenst. Ook de steenwol isolatie werd vernieuwd vanwege de grote hoeveelheid bluswater die erop terecht was gekomen. De schade had echter vele malen groter kunnen zijn, als er gekozen was voor een isolatie die niet onbrandbaar was, stelt de Bouman. "Ik heb in mijn vijfentwintigjarige loopbaan verschillende panden tot aan de grond zien afbranden omdat het vuur onbeheersbaar werd door de brandbare isolatie. Recent nog raakte een dakconstructie in de brand na een technisch defect van de neonreclame. Binnen de kortste tijd stond daardoor 1.000 m2 dakoppervlak in de brand. Het vuur verspreidde zich vervolgens door allerlei doorvoeringen verder in het gebouw. De directe schade en vervolgschade waren enorm."

Bouwregelgeving

Bouman is een warm voorstander van de toepassing van onbrandbare isolatie op daken. "Dat is altijd ons startpunt in het preventie-overleg met ontwerpers. Helaas sluit de bouwregelgeving brandbare isolatie nog steeds niet uit. Voor de onderzijde van een dakconstructie gelden allerlei eisen ten aanzien van het brandgedrag en rookontwikkeling. En ook de toplaag mag niet brandgevaarlijk zijn. Maar aan het tussenliggende isolatiepakket worden geen beperkingen gesteld, terwijl deze vaak wel een enorme bijdrage aan de branduitbreiding levert."
Dat gebouweigenaren, ontwerpers en bouwers toch vaak kiezen voor onbrandbare isolatie heeft misschien te maken met het prijskaartje, meent de brandweerman. "Het is wellicht iets duurder. Maar ondanks dat begrijp ik zo'n keuze niet. Neem nu de brand op het dak van T.C.G. Als dit complex van brandbare dakisolatie was voorzien, had het vuur zich als een soort heidebrand onder de dakbedekking kunnen verspreiden en was tenminste het dakoppervlak van 7.000 m2 in vlammen opgegaan.
Ook niet onbelangrijk, de brand had zich naar binnen kunnen uitbreiden omdat de brandbeveiligingsinstallaties nog niet geheel operationeel waren. Brandveiligheid is bij T.C.G. echter een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp geweest. Zo is het complex door gasbetonnen brandwanden gecompartimenteerd. Verder is hier met 14.000 sprinklerkoppen één van de grootste sprinklerinstallaties in Nederland gerealiseerd. Voor een deel van het complex was dit een logische keuze, omdat er gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Maar ook voor andere ruimten, zoals de expeditie-afdeling waarboven de brand zich afspeelde, hechtte men veel waarde aan brandveiligheid. Die instelling heeft zich dus nu al geloond."