Zoeken

Roofing Holland 1998-10-34 Steeds meer papieren rompslomp om te overtuigen

De aandacht voor certificering neemt toe. Certificatie van bedrijven, processen en producten komt voort uit een behoefte van opdrachtgevers op papier zekerheid te verkrijgen over de kwaliteit van het geboden product of dienst. Wat begon met een productkeuring en keurmerk, is verworden tot een certificeringindustrie. Het lijkt of alles gecertificeerd kan en moet worden. KOMO keur, KIWA keur, KEMA keur, CE merk, ISO 9000, VCA, Procescertificaat etc. Wat moet de dakenbranche met alle keurmerken? Waar te beginnen en waar hebben we het over? In dit artikel een poging tot een overzicht.

De meest eenvoudige manier om er zeker van te zijn dat producten voldoen aan de eisen van de opdrachtgever is een ter zake deskundige de producten laten keuren alvorens deze toe te passen. Het in dienst hebben van vele ter zake deskundigen is niet bepaald goedkoop en menig opdrachtgever kon zich dat niet veroorloven. Aldus ontstonden de eerste keuringsinstanties die niets anders deden dan voor diverse opdrachtgevers keuringen verrichtten. De ter zake deskundigen van de keuringsinstanties, de zogenaamde keurmeesters, keurden de producten op een aantal aspecten. Waren de aspecten in eerste instantie nog enigszins willekeurig, later werd dat per instituut gestandaardiseerd en genormeerd. Zo waren er normen voor waterleidingen, voor elektriciteit, voor dakbedekkingen etc. Het kon gebeuren dat verschillende instanties verschillende normen hanteerden. Dat maakte de keuringen weer ondoorzichtig dus werden er Nationale Normen ingevoerd zodat in het gehele land dezelfde producten op dezelfde aspecten werden gekeurd. (Inmiddels is dat proces aan de gang voor geheel Europa). Het voor de Nederlandse dakbedekkingsbranche bekendste keurmerk is het Venedak-BDA keurmerk ofwel VB keur. Vrijwel iedere bekende dakrol in Nederland is voorzien van een keurmerk en de code die voor het keurmerk is ontwikkeld is inmiddels vakjargon. VB 460 A14 is voor iedere dakdekker duidelijk.

Productcertificaat

Niet alleen opdrachtgevers willen weten wat ze kopen, leveranciers van producten willen graag aantonen dat hun producten aan de normen voldoen. Om de opdrachtgevers tegemoet te komen aan de wens van een keurmerk laten zij op voorhand de producten keuren door een keuringsinstantie. Deze keuringsinstantie geeft daarop een certificaat af waarin vermeld dat het product aan de normen voldoet, het zogenaamde productcertificaat. Nu kan iedereen zich wel deskundig noemen en kan iedereen wel certificaten typen dus moest er iets komen dat de onafhankelijkheid van het instituut waarborgt. Aanvankelijk was de naam en faam van het keuringsinstituut nog voldoende maar dat werkte monopolie in de hand binnen een branche. Daarom werd besloten een instantie in te stellen die de het keuringsinstituut onder de loep neemt. Die instantie was in Nederland de Raad voor Certificatie, later omgedoopt tot de Raad voor Accreditatie. Het keuringsinstituut zelf moet aan een aantal eisen voldoen om haar onafhankelijkheid aan te tonen. Bovendien moeten de normen en waarden waarop producten gekeurd worden door andere certificeringsinstellingen kunnen worden overgenomen opdat ook zij dergelijke producten kunnen certificeren en een monopolie wordt vermeden. Zo kan het zijn dat meerdere certificeringsinstellingen productcertificaten afgeven op een dakrol. Voor de dakrollen zijn dat in Nederland BDA-Intron, KIWA en BKB.

KOMO-attest-met-productcertificaat

Ook dat bleek nog niet genoeg want je kunt wel een goed product hebben, maar daarmee heb je nog niet altijd het gewenste goede resultaat. Producten kunnen bijvoorbeeld verkeerd worden toegepast. Leveranciers gingen daarom aangeven onder welke voorwaarden het product toegepast moet worden om tot een goede prestatie te komen van het product. Het beschrijven van de voorwaarden gebeurt ook weer onder de hoede van een onafhankelijk instituut die daarvoor een attest uitgeeft. Omdat het instituut meestal ook het productcertificaat uitgaf ontstond het attest-met-productcertificaat. Voor keurmerken in de bouw is het KOMO keurmerk ingesteld dus voor de dakrollen spreken we van een KOMO-attest-met-productcertificaat.

Nu kunnen de producten inmiddels wel allemaal goed beschreven en gekeurd zijn, daarmee heeft de opdrachtgever op papier nog steeds niet de zekerheid dat het door een verwerker van het product goed wordt verwerkt. Heeft in ons geval de dakdekker wel de kennis en vaardigheid om het aan te brengen? Heeft hij wel de kennis van de verschillen in producten en de beschreven toepassingen? Ondanks dat het per product wel goed beschreven staat, geen enkel attest-met-productcertificaat geeft voor alle gevallen in de praktijk aan hoe te handelen. Om de opdrachtgever daarvan op papier te overtuigen is een ander bewijs noodzakelijk. Met de komst van kwaliteits-zorg-systemen kan ook hier in worden voorzien.

ISO 9000

De eerste kwaliteits-zorg-systemen zijn tijdens en vlak na de tweede wereldoorlog ontwikkeld. De eerste systemen werden doorgevoerd in het Amerikaanse leger en later volgden ander industrieën. De kwaliteitszorgsystemen braken pas echt door nadat de Japanse automobielindustrie met succes de kwaliteit van hun producten, door systematisch zorg te besteden aan kwaliteit, aanzienlijk verbeterde. Saillant detail daarbij was dat de Japanners dat deden met behulp van Amerikaanse kwaliteitsgoeroe's.
Wat is een kwaliteitszorgsysteem nu eigenlijk? Een kwaliteits-zorg-systeem is een stelsel van afspraken binnen een bedrijf met als doel stelselmatig en systematisch aandacht te besteden aan kwaliteit. Er zijn vele definities van kwaliteit dus een kwaliteits-zorg-systeem beschrijft allereerst wat het bedrijf onder 'kwaliteit' verstaat. Dat betreft twee zaken te weten de kwaliteit van het uiteindelijke product en/of dienst, de zogenaamde productkwaliteit, en de kwaliteit van het proces, de zogenaamde proceskwaliteit. Om een voorbeeld te geven van het verschil tussen beide kwaliteiten het volgende: als een dakbedekkingsbedrijf haar productkwaliteit omschrijft als daken die niet meer dan één maal per jaar lekken (=productkwaliteit) dan doet het bedrijf het kwalitatief uitstekend wanneer alle daken niet meer en niet minder dan eenmaal per jaar lekken (=proceskwaliteit). Het gaat dus niet alleen over de kwaliteit van het te leveren product maar ook hoe constant die geleverde kwaliteit is. Uiteraard is een productkwaliteit als hierboven beschreven niet naar de normen die wij ons stellen. Een dakbedekkingsbedrijf zal de normen die zij stelt aan haar producten altijd in overeenstemming brengen met wat de klant verwacht zijnde een dak wat 20 jaar of meer waterdicht blijft. Nadat de te leveren kwaliteit is beschreven wordt het proces beschreven om tot die kwaliteit te komen. Zaken als de taken van de medewerkers en hun opleidingsniveau, de kwaliteit van de te verwerken producten en de aantoonbaarheid van die kwaliteit (certificaten!!), controle tijdens de aanname van het werk, de werkvoorbereiding, de uitvoering en de oplevering en last but not least de klachten en de afhandeling daarvan. Een goed werkend kwaliteits-zorg-systeem zorgt er voor dat de klachten duidelijk maken waar het proces verbeterd kan worden opdat de klachten afnemen. Kwaliteitsdeskundigen spreken in dat verband van een 'leereffect' en hechten daarom veel belang aan het naar boven halen van klachten. Een standaard voor Kwaliteits-zorg-systemen is vastgelegd in een internationale norm, de NEN ISO 9000 serie. Naar die norm kan een bedrijf gecertificeerd worden door een certificeringsinstelling. Er zijn op dit gebied zeer vele certificeringsinstellingen actief.
Is het product van een dakbedekkingsbedrijf waterdichte daken, van een dakrolfabrikant zijn dat dakrollen. Een dakrolfabrikant kan zijn proces laten certificeren en mede op basis daarvan een productcertificaat verkrijgen. Een certificeringsinstelling zal echter altijd, naast de keuring van het proces, ook eindproducten blijven keuren.

VCA

Wat voor kwaliteit geldt, geldt ook voor de veiligheid waarmee een proces wordt uitgevoerd. Eind jaren tachtig is door een Centraal College van Deskundigen voor aannemersbedrijven een checklist opgesteld waaraan een proces moet voldoen om veilig werken inzichtelijk te maken. De Veiligheids-Checklist-Aannemers, kortweg VCA is verworden tot een norm waarop een certificeringsinstelling een certificaat kan afgeven, het VCA certificaat. De VCA vertoont grote overeenkomsten met een kwaliteits-zorg-systeem. Ongevallen kunnen in dat verband gezien worden als klachten. Zaken als opleidingsniveau van de medewerkers, inkoop van materiaal en materieel, beleid en overleg komen eveneens aan de orde. De VCA is nu nog een puur Nederlandse norm. Het Milieu wordt en passant ook nog even meegenomen maar daarin voorziet de ISO 14000 serie weer beter. Een internationale norm waarop een bedrijf gecertificeerd kan worden door certificeringsinstellingen. Ook hier weer zijn er vele actief.

KOMO-Proces-certificaat

Nu is voor dakbedekkingsbedrijven de stap naar een NEN ISO 9000 certificaat groot te noemen. Veelal opereren dakbedekkingsbedrijven als onderaannemer. Bovendien voorziet de NEN ISO 9000 norm onvoldoende in puur vakmatige zaken en daarom is begin jaren negentig gekomen tot een norm voor het proces dakdekken, de Beoordelings Richtlijn (BRL)4702. De norm beschrijft uitgebreid de productkwaliteit van daken, de controle op te verwerken producten (certificaten!!) en in mindere mate een kwaliteit-zorg-systeem. Ook hier weer komen het opleidingsniveau van de medewerkers, de inkoop, de controle tijdens de uitvoering, de oplevering en de klachtenafhandeling aan de orde. Het betreft een nationale norm en daarom kunnen ook op deze norm bedrijven gecertificeerd worden door meerdere certificeringsinstellingen. BDA-Intron en KIWA zijn op dit gebied actief.

Welk certificaat?

Het is allemaal nog niet genoeg lijkt het. Met de komst van keurmerken en kwaliteit-zorg-systemen kan vrijwel alles gecertificeerd worden als er maar een norm voor is. Het wordt er daarmee niet overzichtelijk op wat nu juist wel de bedoeling was. Om daar nu weer wat aan te doen geeft de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) twee maal per jaar een overzicht uit van certificaten in de bouw in Nederland. Daarin staan bijna alle geldende certificaten in vermeld, zowel van producten als van bedrijven.
Welke certificaten zijn nu voor u belangrijk? Dat is eigenlijk heel eenvoudig: Die certificaten waar uw opdrachtgever naar vraagt, c.q. eist. Is dat niet het geval dan kan het zijn dat uw naam en faam nog voldoet en alle certificaten kunnen als bewijsvoering voor een goed product daarmee achterwege blijven. Wordt een certificaat wel gevraagd of vereist, of denkt u met een certificaat beter af te zijn, neem dan contact op met een adviesbureau om u wegwijs te maken in het doolhof en de normen naar uw bedrijf of product te vertalen. Zo kan duidelijk worden of meerdere certificaten mogelijk zijn en kunnen kosten worden bespaard T-Joint begeleidt al vele jaren bedrijven in de dakenbranche bij het verkrijgen van een certificaat. Uitgangspunt is daarbij dat het te certificeren bedrijf al kwaliteit levert en dat middels een certificaat aantoonbaar maakt. Andersom gaat namelijk niet, hoeveel certificaten er ook worden behaald.

door: Ing. A.B. Berlee, T-Joint