Zoeken

Roofs 2000-01-09 Duurzaam Bouwen moet over vier jaar verder op eigen kracht

Het lijkt erop dat duurzaam bouwen een vaste plek heeft veroverd in de besluitvorming over inrichting en gebruik van de gebouwde omgeving. Duurzame gebouwen schieten dan ook als paddestoelen uit de grond. Maar volstaat deze bijdrage aan het streven de maatschappij te ontwikkelen?

Kan duurzaam bouwen op de drempel naar een nieuw millennium al verder op eigen kracht? Nee vinden zowel de overheid als de bouwbranche. Het beleidsprogramma Duurzaam Bouwen 2000-2004 moet duurzaam bouwen het laatste duwtje in de rug geven. Daarna moet het op eigen kracht verder. Dat kan als het bouwprincipe ook echt in beleid en handelen van overheid is verankerd.
Duurzaam bouwen is een concept dat steeds breder wordt en in de komende jaren een nog belangrijkere plaats inneemt. Het begon met groendaken, muurisolatie en dubbel glas. In het nieuwe millennium komen daar zaken bij als recyclebaar, compact en multifunctioneel bouwen, kantoor innovatie en materiaal economisch ontwerpen. Maar duurzaam bouwen betekent ook duurzaam ontwikkelen, beheren en onderhouden van de gebouwde omgeving.
De verankering zelf moet echter nog plaatsvinden, constateren het Rijk en de bouwbranche. Overheden, ontwikkelaars, adviseurs en ontwerpers passen het principe van duurzaam bouwen nog lang niet op alle terreinen toe. Het is evenmin een bepalende factor in de afweging van opdrachtgevers en consumenten.
De bedoeling is dat duurzaam bouwen zodanig verweven wordt in het beleid van opdrachtgevers en consumenten dat een programmatische aanpak niet meer nodig is. Naast het voorzetten van concrete acties, zoals voorbeeldprojecten en de verdere ontwikkeling van de Nationale pakketten, moeten ook de randvoorwaarden van duurzaam bouwen verbeteren. Daarom koos het kabinet in plaats van een derde Plan van Aanpak voor een Beleidsprogramma. Het bevat een beleidskader en een uitvoeringsprogramma, die er voor moet zogen dat de dubomotor ook na 2004 blijft draaien.
Om de motor te smeren moet er veel gebeuren. Het Nationaal Pakket Woningbouw is weliswaar op grote schaal gebruikt op nieuwbouwlocaties, in de bestaande woningvoorraad ligt nog een grote opgave voor duurzaam bouwen. En dat geldt ook voor de utiliteitsbouw. De grond-, weg- en waterbouwsector doet wel aan duurzaam bouwen, maar plaatst dit niet altijd onder de dubonoemer.

Ambitie

Wat moet er allemaal gebeuren? Extra aandacht voor kennis, stedenbouw, consument en energie vormt de eerste ambitie van het beleidsprogramma. In de tweede plaats wil het Rijk door middel van zo'n dertig projecten voldoende condities creƫren om dubo vanaf 2004 op eigen kracht verder te laten ontwikkelen. De randvoorwaarden behelzen afspraken, regelgeving, een voorziening van (internationale) kennisontwikkeling en -verspreiding en een herkenbaar dubo informatiepunt.
Ten derde moet er een methode komen om milieu- en kosteneffecten te kunnen meten, zodat nog voor 2004 kan worden vastgesteld wat de resultaten zijn. Deze die ambities vereisen voorzetting van het beleid, maar ook vernieuwing. De huidige aanpak bestaat uit een mix van instrumenten, zoals regelgeving, fiscale maatregelen en Nationale pakketten. Het accent van deze mix ligt op vrijwilligheid en stimulering met zo min mogelijk regelgeving. Als dit onvoldoende effect heeft, dan kan de samenstelling van de instrumentenmix uiteraard veranderd worden.
Voor meer informatie over het Beleidsprogramma, duurzaam bouwen of andere zaken die met dit onderwerp te maken hebben kan contact worden opgenomen met het Ministerie van VROM, programmabureau DB op telefoonnummer 070-3994927.

door: Stefan Tetelepta