Roofs 2000-11-18 'Levensduur groendak mede bepaald door nazorg'
Groendaken worden in Nederland steeds vaker op grote schaal toegepast. Het gaat hierbij om lichtgewicht sedumdaken, intensieve daktuinen maar ook om parkeerdaken afgewisseld met groen. De levensduur van dit type dak is sterk afhankelijk van de opbouw en de kwaliteit van de toegepaste materialen. In dit artikel wordt ingegaan op de techniek, de aandachtspunten en een praktijkvoorbeeld waar de beschreven techniek is toegepast.
De kwaliteit van het groendak begint al met de keuze van de isolatie, dakbedekking en de bouwkundige detaillering. De isolatie moet voldoende drukvast zijn (ps-30 of hoger) en bij voorkeur toegepast worden in een "warm" dak constructie. Dit vanuit de filosofie de isolatie te scheiden van het groendak, omdat aan het groendak geen isolatie waarde mag worden toegekend. In tegenstelling tot veel berichten hierover is bij onderzoek gebleken dat groendaken wel een warmtevertragend effect hebben, maar in de winterperiode dermate waterverzadigd is dat men hiervan geen isolatiewaarde mag toekennen.
De dakbedekking onder het groendak is bij voorkeur tweelaags waarbij de bovenste laag wortelvast moet zijn. Dakbanen met het zogenaamde FLL-certificaat voldoen hieraan.
Overige eisen aan de onderconstructie zijn: een afschot van minimaal 1.5 cm/m1, voldoende opbouwhoogte onder het lood, een opstart hoogte van minimaal 12 cm boven de bovenste afwerklaag van het groendak en een constructief voldoende sterk dak.
Voor de aanleg van het groendak is het raadzaam het dak goed te controleren op waterdichtheid. Constateert men lekkage als het groendak er al op ligt kost het veel energie om de oorzaak te vinden, om nog maar niet te spreken over de groeiachterstand die plaatselijk bij het groendak ontstaat.
Het groendak moet voor een langdurig goed functioneren een aantal functies vervullen: groeilaag voor de beplanting, drainagelaag voor de afvoer van overtollig water en een waterbuffering voor de beplanting in droge perioden. In de praktijk is gebleken dat deze drie functies het beste van elkaar gescheiden kunnen zijn.
Met name de groeilaag en de drainagelaag kunnen moeilijk gecombineerd worden. In de groeilaag zijn namelijk fijne deeltjes en humus aanwezig welk op termijn een stagnatie kunnen vormen voor de hemelwaterafvoer. De groeilaag is eenvoudig te scheiden van de drainagelaag door een filtervlies. Wanneer we vanaf de dakbedekking de opbouw van een duurzaam groendaksysteem beschouwen kan dit er als volgt uitzien:
- beschermlaag: bescherming van de dakbedekking tegen eventuele mechanische beschadigingen.
- drainagelaag: afvoer van overtollig regenwater, bij voorkeur met een aantoonbare drainagecapaciteit (DIN4095)
- waterbuffering: extra water voor de beplanting in droge perioden
- substraatlaag: voedingsbodem voor de beplanting
- Laag soortelijk gewicht (1200kg/m3)
- Korrelgrootte voordeling volgens F.L.L.-richtlijn, denk b.v. aan de drainagecapaciteit.
- Organisch bestanddeel afgestemd op de toepassing. Teveel organisch materiaal zorgt voor inklinking op termijn door vertering van de humus.
- De laagdikte kan variëren afhankelijk van het type beplanting dat wordt toegepast.
- beplanting: afhankelijk van het soort groendak, kan variëren van sedums, grassen kruiden tot hoge heesters en/of bomen. (in geval van sedum dienen deze voor gekweekt te zijn in speciaal extensief daktuinsubstraat)
Door de lagentechniek blijft de drainagelaag vrij van vervuiling en zal na 20 jaar nog goed functioneren. Een stagnatie in de waterafvoer veroorzaakt verzuring van het water voor de beplanting en kan in het ergste geval leiden tot afsterven van de plantenwortels.
Onderhoud
De levensduur van het groendak wordt niet alleen bepaald door de techniek, maar ook door de nazorg na de aanleg en het onderhoud. De nazorg kan bestaan uit het vervangen van beplantingen die dood zijn gegaan in het eerste jaar. In vakjargon 'inboet'. Veelal kan dit afzonderlijk afgesloten worden in een groeigarantie, hierin is dan de 'inboet' en het onderhoud voor het eerste jaar meegenomen. In de praktijk wordt hieraan helaas te weinig aandacht besteed. Bij tuinaanleg op het maaiveld is het voorgaande min of meer vanzelfsprekend. Op het gebouw wordt de groeigarantie te vaak gezien als een taak van de gebruiker.
Het onderhoud aan groendaken is extensief bij sedumdaken (1-2 x per jaar) en intensief (normaal tuinonderhoud) bij groendaken met heesters en bomen. In verband met de daksituatie dient specifiek gelet te worden op vegetatie in de grindstroken, eventuele verstopping van hemelwaterafvoeren en het functioneren van de drainage.
Op deze wijze zijn in Duitsland in de zeventiger jaren groendaken gerealiseerd die er momenteel nog prachtig uitzien. Mits een meerlaagse dakbegroening wordt toegepast en er normaal onderhoud wordt uitgevoerd, kunnen we constateren dat een levensduur van tenminste 30 jaar haalbaar is.
Als praktijkvoorbeeld nemen we Fort Steurgat te Werkendam. Dit fort is gebouwd ten Zuidwesten van Werkendam aan de Noordzijde van de Biesbosch. Het fort maakte deel uit van de Hollandse Waterlinie en is gebouwd in 1881-1882. Het betreft een eenvoudig fort met een kruithuis en een legeringsgebouw. Al snel na de bouw bleek het fort, door voorschrijdende militaire techniek, verouderd te zijn. Na in gebruik te zijn geweest bij Rijkswaterstaat en Defensie wordt het complex momenteel door Werbra Projectontwikkeling getransformeerd tot luxe appartementen. Door de DG-Groep (tuinarchitect) is een reconstructieplan voor het buitengebied en de grasdaken van het Fort opgesteld om zoveel mogelijk de originele staat terug te brengen.
Bij de renovatie zijn de oude grondbedekkingen verwijderd. Het herstel van de daken, waterdicht maken en aanleg grasdaken, wordt uitgevoerd door de combinatie Mastum-Nederland (dakdekkers) en Van der tol b.v. (tuinarchitecten, hoveniers en terreininrichters).
Met een speciale groendaktechniek worden de daken opnieuw bekleed met gras, vanwege de hellingen van de daken een technische uitdaging. De onderbouw voor het groendak bestaat hier uit een warmdak constructie van afschutisolatie en een twee-laagse dakbedekking met een toplaag van een Phoenix epdm voor de wortelwerving.
Voor het groendak is de Zinco-systeem techniek toegepast. Op de dakbedekking is een beschermmat gelegd waarop, op de steile daken, een houten anti-afschuifconstructie is gelegd. Vervolgens een Zinco drainage-element FS-75 met drainagekanalen met een waterbuffering met daarop een filtervlies om de drainage schoon te houden. De groeilaag bestaat uit 20 cm substraat waarover een kokosmat met een langzaamgroeiende grassoort is bevestigd.
Zo wordt een eeuwoud fort met de moderne groendaktechniek met gras bedekt. Voor de volgende eeuw een oud fort met een andere (woon) functie een prachtig voorbeeld van herbestemming van cultureel erfgoed.
door: A. Veerkamp, Van der tol Amsterdam