Zoeken

Roofs 2001-02-16 Arboconvenant

          ing. A.B. Berlee
Woensdag 31 januari is door overheid en sociale partners in Nieuwegein een arbo-convenant ondertekend over de veiligheid en gezondheid van de werknemers op het dak. Het ondertekende convenant handelt specifiek over Arbo voorlichters. Naast het convenant is een intentieverklaring getekend waarin een voorschot wordt genomen op nog meer convenanten. Wat behelst het getekende convenant en wat is het belang ervan? Dhr. Cees Woortman, directeur Vebidak geeft een toelichting.
Een convenant is een chique woord voor overeenkomst. Een speerpunt van het huidge kabinetsbeleid is Arbo-convenanten te realiseren voor twintig “risicobranches”. De dakbedekkingsbranche is niet als zodanig gedefinieerd maar heeft er zelf voor gekozen om op dit beleid in te haken. Het getekende Arbo-convenant is tevens een uitvloeisel van de CAO afspraak de arbeidsomstandigheden van werknemers op het dak nader te bezien, met als oogmerk de veiligheid van de werknemers en het imago van het dakvak te verbeteren. Een imago wat goed moet zijn om de instroom van nieuwe werknemers te optimaliseren want vooralsnog is er een tekort aan jong personeel. Het moet dus meetbaar veiliger op het dak. Het laatst gehouden onderzoek, “veilig dak ‘98”1, verricht door de arbeidsinspectie, bracht aan het licht dat de toepassing van de regels nog te veel blijft hangen op de uitvoering. Geconstateerd is dat de regels, ondanks de vele inspanningen, nog niet overal voldoende bekend zijn. Ook schort het nog aan het consequent toepassen van de regels. Er zijn nog te veel hiaten. Overheid en sociale partners hebben zich nu verplicht acties te ondernemen. De overheid stelt geld beschikbaar en de sociale partners verplichten zich voor veiligheid en gezondheid in te zetten. Vebidak zet zich daarbij vooral in voor de Arbo-omstandigheden en wil die geen concurrentiefactor laten worden. Veiligheid en gezondheid verbeteren begint met bewustwording van de risico’s en bekend zijn met de regels. Om in de voorlichting en signalering te voorzien zijn vier Arbovoorlichters aangesteld en opgeleid. De voorlichters komen uit het vak en onderscheiden zich van de arbeidsinspectie door strikt te signaleren en zowel gevraagd als ongevraagd advies te geven over veilig en gezond werken. Er is geen sprake van controle. Het werk van de Arbo voorlichters zal voor een belangrijk deel bestaan uit het ongevraagd bezoeken van dakwerken. Alle dakwerken, dus niet alleen die van de Vebidakleden. Van alle werkbezoeken wordt verslag gedaan aan de bedrijfsleiding van het bezochte werk en aan een centrale coördinator. Wanneer onveilige of ongezonde situaties worden gesignaleerd, dan wordt dit direct doorgegeven aan de bedrijfsleiding en geadviseerd hoe dit in het vervolg te voorkomen. De coördinator verwerkt gegevens centraal en kan daarmee de effectiviteit van het beleid vaststellen. Naast werkbezoeken zullen bedrijfsbezoeken worden afgelegd en ook toolboxmeetings zullen worden bijgewoond. De toepassing van de regels op werken hebben betrekking op producten, valgevaar, werkmethode en organisatie. De inzichtelijkheid van de regels ten aanzien van voornoemde punten moet daarbij nadere aandacht krijgen. Om de Arboregelgeving werkbaar te laten zijn, moet die vertaald worden naar de praktijk van alledag. Naast de regelgeving en de toepassing ervan is de reïntegratie van zieke werknemers onderwerp. Gebleken is dat werknemers die als gevolg van ziekte langer dan een jaar niet hebben deelgenomen aan het arbeidsproces zeer moeilijk weer aan het werk komen. Een branche die zit te springen om vakmensen kan niet achteroverleuenen bij een dergelijk gegeven. Nederland is opgedeeld in vier regio’s opdat voor de werkgevers en de werknemers in de regio de voorlichters herkenbaar worden en aanspreekpunt zijn. De Arbo voorlichters zijn in dienst van de sectorraad Bitumineuze- en kunststofdakbedekkingsbedrijven en worden aangestuurd door de heer Boudewijn Nouwens die ook het merendeel van het voorwerk van het convenant heeft verricht. Partijen zijn er van overtuigd met deze acties de goede weg te hebben ingeslagen.

1 Het onderzoek was eerder onderwerp in de column “levensgevaarlijk”, roofs september 1999. Gebleken is dat vele slachtoffers zijn gevallen als gevolg van onveilige en zelfs levensgevaarlijke situaties op daken. Slachtoffers die voor meer dan 60% niet uit de dakbranche kwamen. De onveiligheid op het dak werd desondanks wel aan de dakbranche toegeschreven. Punt van kritiek van de dakbedekkingsbedrijven is steeds dat veiligheid beter geregeld moet zijn voor er met uitvoering van werken wordt begonnen. Veiligheid op daken is niet alleen een zaak voor de dakdekker.