Roofs 2001-03-06 CE-markering voor bitumineuze dakbedekking niet ver weg
Mari van Lieshout
Na vaststelling van de Europese norm voor bitumineuze dakbedekkingsmaterialen (prEN 13707) zullen bitumineuze dakbedekkingsmaterialen onder CE-merk moeten worden geleverd. Probasys, de vereniging waarbinnen zeven Nederlandse toonaangevende producenten en leveranciers van bitumineuze afdichtingssystemen samenwerken, verwacht desondanks dat het belang van het KOMO-merk in Nederland zal toenemen. "Op Europees niveau zijn de bepalingsmethoden en procedures om productkarakteristieken te communiceren geharmoniseerd. Echter met het KOMO-merk heeft de consument de zekerheid dat het betreffende product/systeem voldoet aan alle wettelijke eisen en relevante kwaliteitseisen".
Het heeft - om het maar wat eufemistisch uit te drukken - wel even geduurd. Reeds vanaf 1989 wordt op Europees niveau geprobeerd de bepalingsmethoden die de individuele lidstaten toepassen ten aanzien van normeringen en kwaliteitsverklaringen voor bouwproducten, met elkaar in overeenstemming te brengen. Dat er meer dan tien jaar nodig was om tot een eerste resultaat te komen, zegt niets over het geringe belang dat aan een harmonisatie wordt toegekend. Nee, de noodzaak van harmonisatie werd en wordt algemeen erkend maar het probleem zat hem veel meer in de enorme economische belangen die op het spel staan en het ontbreken van een geharmoniseerde Europese bouwregelgeving. Hoe dan ook, de CE-markeringen volgens de Europese Bouwproductenrichtlijn ofwel Construction Product Directive (CPD) komen er werkelijk aan dit jaar, sterker nog de eerste CE-markeringen zijn al afgegeven. Eind 2001 zal naar schatting al voor zo’n 130 bouwproducten, waaronder bitumineuze dakbedekkingsmaterialen, op basis van geharmoniseerde Europese normen een CE-markering kunnen worden afgegeven. Over vier jaar, zo is de verwachting, zullen dat er mogelijk 600 zijn.
Doel van de Europese Bouwproductenrichtlijn ofwel CPD (waarvan de CE-markering feitelijk een instrument is) is de handelsbarrières voor producten tussen de verschillende landen van de Europese gemeenschap zoveel mogelijk weg te nemen en handhaving van een minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken te garanderen. Om die doelstelling jaren te verwezenlijken, is in de achterliggende een aantal systemen ontwikkeld:
- Een ‘systeem’ met erkende instellingen (notified bodies), zoals in Nederland bijvoorbeeld KIWA en BDA Intron.
- Een systeem van geharmoniseerde technische specificaties per productfamilie, met andere woorden aparte specificaties voor dakfolies, geomembranen, dampremmende lagen, isolatie.
- CEN voor Europese normen voor producten en bepalingsmethoden.
- EOTA voor Europese beoordelingsrichtlijnen (ETAG’s) ten behoeve van Europese technische goedkeuringen (ETA’s).
- de CE-markering voor bouwproducten
Vrijheid voor nationale eisen
Het ontbreken van een Europese bouwregelgeving betekent dat volgens de Europese Bouwproductenrichtlijn, de lidstaten de vrijheid houden om eigen prestatie-eisen aan bouwwerken te stellen.
Het impliceert ook dat zij de vrijheid hebben om nadere eisen aan bouwproducten te stellen. Per productgroep is het aantal eisen beperkt tot een aantal karakteristieken. De nationale overheden mogen geen aanvullende eisen stellen, wel minder. Op Europees niveau is afgesproken dat ten aanzien van bouwproducten, technische informatie wordt gegeven in de vorm van ‘declared values’. De producent geeft zelf de resultaten c.q. de prestaties van zijn producten aan, zoals vastgesteld op basis van een geharmoniseerde bepalingsmethode. Dat de producenten in Europa met deze EU bouwproductenrichtlijn desondanks een grote stap voorwaarts hebben kunnen zetten, is te danken aan de overeenstemming die is bereikt ten aanzien van de harmonisatie van de bepalingsmethoden en de standaardisatie van de procedures die bij de bepalingsmethoden gebruikt moeten worden. Kortom, de bepalingsmethoden zijn geharmoniseerd maar de grenswaarden niet. De Probasys-leden zijn er bijzonder gelukkig mee. Want, zo stelt Probasys, als Europees grenswaarden worden vastgesteld m.b.t. productkarakteristieken, dan is dat op termijn de dood voor de innovatie bij de producenten. Bovendien is de Nederlandse (bouwstoffen)industrie -verenigd in de NVTB- toch al nooit een groot voorstander geweest van vervanging van prestatie-eisen door producteisen. In dat opzicht sluit de systematiek van de CE-markering niet goed aan bij de Nederlandse denk- en werkwijze. Deze neigt veel meer naar het stellen van nadere eisen aan de prestatie op bouwdeelniveau, zoals dat ook in het Bouwbesluit al geregeld is.
Geen kwaliteitsmerk maar paspoort
Met een CE-markering beschikt een product feitelijk over een paspoort waarmee het op de markten van de lidstaten kan worden toegelaten. Daarmee is nog niet gezegd dat het product ook geschikt is voor alle toepassingen in alle lidstaten. Voor elk product zijn karakteristieken aangeduid waarbij beschreven is, welke stappen moeten worden doorlopen om een CE-markering te kunnen aanbrengen. Wat betreft de bitumineuze dakbedekking gaat het hierbij om de gebruikelijke karakteristieken als trek- en scheursterkte, statische en dynamische ponsweerstand, kunstmatige veroudering e.d.. Nederland stelt echter geen prestatie-eisen aan het dakbedekkingsmateriaal maar stelt in het Bouwbesluit alleen de eis dat het (bouwdeel) dak waterdicht moet zijn. Voorts worden nadere eisen gesteld aan het brandgedrag (vliegvuurbestendigheid) en de windvastheid van het dakbedekkingsysteem. Zo kan een lidstaat zelf bepalen of er nadere eisen gesteld moeten worden aan de bouwwerken waarin de producten worden toegepast. In simpele woorden: de eigenschappen van de producten zijn gemeenschappelijk vastgesteld, maar of een product in een lidstaat in een constructie mag worden toegepast, blijft afhankelijk van de eisen die betreffende lidstaat aan bouwwerken stelt.
In tabel 1 is een virtueel voorbeeld uitgewerkt. De producten A, B en C hebben alledrie een CE-merk. Product A mag in Nederland en Spanje worden toegepast. Product B alleen in Spanje en product C in alledrie de landen. De drie producten mogen echter zowel in Spanje, Nederland als Duitsland worden ingevoerd.
De CE-markering is in essentie een paspoort van het product, dat verklaart dat de eigenschappen van het product zijn bepaald op basis van Europese regels en dat de uitspraken juist zijn. Producten met CE-markering mogen derhalve niet bij de landgrens worden geweigerd. Echter, wanneer blijkt dat de uitspraken onjuist zijn, dan wordt dat ook niet minder aangemerkt dan als een economisch delict.
CE-merk verplicht
Voor bitumen dakbedekkingsmaterialen is de CE-markering niet ver weg. Met ingang van een nog exact vast te stellen datum, zal elk product binnenkort moeten zijn voorzien van het CE-merk. Dat geldt voor zowel de onderlagen als de toplagen en ongeacht het land van herkomst.
Belang KOMO-merk neemt toe.
Bij elk CE-merk hoort een productinformatieblad met de bij het CE-merk behorende productkarakteristieken. Voor bitumen dakbedekkingsmaterialen zijn dit een tiental karakteristieken. Maar, en dat is het verschil met onze huidige productnormen en beoordelingsrichtlijnen, er zijn geen Europese grenswaarden vastgesteld. Dus als de Nederlandse regelgeving (het Bouwbesluit) geen eis aan een productkarakteristiek stelt, hoeft een producent geen waarde te declareren. Als de overheid wel een grenswaarde in het Bouwbesluit heeft vastgelegd, moet een producent een waarde declareren. De gebruiker/ontwerper moet vervolgens checken of de gedeclareerde voldoet aan de Bouwbesluiteis. Voldoet het product dan mag het worden toegepast, voldoet het niet dan mag het product wel op de markt worden gebracht, maar niet worden toegepast. Dit is niet gebruikersvriendelijk voor de markt en voor ons aanleiding om de verwachting uit te spreken dat voor de bitumineuze dakbedekkingsmaterialen het belang van de KOMO-kwaliteitsverklaringen zal gaan toenemen. Het KOMO-merk staat voor producten die aan alle wettelijke eisen voldoen en aan een privaatrechtelijk kwaliteitsniveau. De markt heeft bij de keuze voor een product met een KOMO-merk zekerheid en hoeft daarnaast niet allerlei aanvullende toetsingen uit te voeren. Dit is duidelijk voor iedereen. Door middel van de KOMO-kwaliteitsverklaringen zal het kwaliteitsniveau van bitumineuze dakbedekkingsmaterialen worden gewaarborgd. De KOMO-kwaliteitsverklaringen en beoordelingsrichtlijnen zullen waarschijnlijk wel worden gewijzigd. In een later stadium komen wij hierop terug.