Zoeken

Roofs 2001-06-18 Knus onder een leien dak

Dakdekkerbedrijf Adriaans uit Haps informeerde onlangs voorzichtig of de aanmeldingsdatum voor de Dakaward al was gesloten. Ze hadden misschien een geschikt dakwerk dat voor de Award in aanmerking kon komen. In nauwe samenwerking met de leverancier en de opdrachtgever was een bijzonder dak gerealiseerd. Een snoepje volgens de architect. “Knus” volgens de opdrachtgever, gelijk de naam van het paviljoen. Niets te veel gezegd naar zou blijken.

Uitbater Verhoef van het paviljoen “Knus” wilde zijn bestaande paviljoen vervangen en nodigde enkele architecten uit om een nieuw onderkomen te ontwerpen. Een nieuw paviljoen dat blikvanger moest zijn in het recreatiegebied “Delftse Hout” nabij Delft. Het architectenbureau Molenaar & Van Winden uit Delft kwam met een verrassend ontwerp. Dit bureau ging onder andere te rade bij Ton Snijders van Leisteen Import “De Hertrak”, die architect Van Winden wees op De Noorse Kerk te Rotterdam. Enthousiast geworden, werd besloten het ontwerp te voorzien van een leien dak in “wild verband” waarmee de opdracht werd gegund. Eenmaal gekozen moest het dak natuurlijk ook worden gerealiseerd. Gezien het ontwerp een ware uitdaging. Het dak van het paviljoen is samengesteld uit een centraal pyramidedak waarvan iedere hoek aan de basis is afgesneden ten behoeve van een raam. De top van de pyramide is uitgevoerd in een glasconstructie waarmee het een soort van speerpunt vormt. Op elk van de vier zijden sluit een zadeldak aan en tussen de zadeldaken zijn verbindingsdaken gemaakt die dienen als overstek voor de veranda’s en de ingang. Alle daken zijn uitkragend waardoor het geheel doet denken aan Japanse vouwkunst. Een dak dus met veel nokken, killen en kepers waarop ook nog eens “schoorstenen” zijn gesitueerd. Voor de uitvoering bracht Snijders Dakdekkerbedrijf Adriaans uit Haps in contact met de architect en de aannemer Lalleman & Zn uit Delft. Zelf zou hij als leverancier van de leien aanwijzingen geven hoe het dak te maken. Niet zo vreemd want hij was als leidekker ook betrokken geweest bij de totstandkoming van het dak van de Noorse kerk in de jaren zestig. Als eerste werd het type leisteen gekozen dat in platen of “schollen” op het dak is aangebracht. De keuze viel op een donkere blauwe leisteen uit Spanje en veelkleurig leisteen uit Zuid Afrika (Multicolor).

Trots staan Jan Adriaans en Ton Snijders uitleg te geven over de totstandkoming van het dak. “Aanvankelijk hadden de dakdekkers moeite met het wild verband. Het is, hoe gek het ook klinkt, erg moeilijk om het lot te laten bepalen welk patroon het dak gaat krijgen maar het is echt de enige manier” aldus Snijders. Aanvankelijk werden de schollen geordend naar het uiterlijk van het geheel, maar dat werd daardoor te regelmatig. Daarop werd de ploeg dakdekkers anders te werk gesteld. De leien, aangevoerd in kratten, liggen in het krat op willekeurige volgorde. Twee dakdekkers brachten de schollen op het dak aan op aangeven van een derde die beneden de schollen sorteerde. Omdat de sorteerder geen weet had van wat er op dak precies nodig was ontstond het gewenste wilde verband. De dakdekkers op het dak brachten de schollen op waterdichtheid aan, kleinere stukken werden ingepast om de overdekking van 120 mm te garanderen. Tot de kleinere stukken behoren de veelkleurige leisteen platen wat het aanzien van het dak sterk verlevendigt.

Hoe zit het dak technisch in elkaar? Eerst is een waterdichte laag aangebracht op een houten dakbeschot. Op de waterdichte laag zijn de schollen aangebracht. Ieder schol hangt in een zwart geanodiseerde roestvrij stalen beugel en is aan de bovenzijde vastgezet met minimaal twee RVS schroeven. Omdat de beugels de overlap minimaal moeten overbruggen en dit per plaat verschilt, zijn deze 300 mm lang en voorzien van drie gaten. De beugels zijn speciaal voor dit werk vervaardigd en zijn op het dak nauwelijks zichtbaar. Omwille van het onderhoud aan de ramen en de installaties zijn haken aangebracht en ook deze zijn speciaal gemaakt. Om de knusse sfeer binnen te benadrukken, is het dakbeschot niet afgewerkt en dus zichtwerk. De schroeven aan de binnenzijde zijn na het aanbrengen, stuk voor stuk afgeslepen en zwart gemaakt. De killen zijn met leisteen doorgedekt op een dubbele waterdichte onderlaag De nokken en kepers zijn over de bovenste- of stroomlaag met een waterdichte laag afgedekt waarna voor de sier bovenleien zijn aangebracht. Aldus kon een aparte nok- en keperafwerking worden vermeden waardoor de dakbedekking sterk afsteekt tegen de achtergrond. Alle dakbeëindigingen zijn door de dakdekkers eerst afgetekend en vervolgens schol voor schol gekantrecht. De doorvoeren op het dak hebben het uiterlijk van schoorstenen en zijn allen dubbel uitgevoerd. De eigenlijke doorvoer sluit aan op de leien bedekking en de ommanteling verzorgt de waterdichtheid. Alleen de aansluiting van de leien op het glazen speerpunt is voorzien van voetlood, iets dat de heren eigenlijk wel zonde vinden. Het is de enig zichtbare voorziening.

In totaal is 50 ton leisteen op het dak aangebracht. De grootste schollen wegen zo’n 60 kg en met de benodigde overlap betekent dat per vierkante meter het nodige gewicht. Na een moeizame begin kwam de gang er in en ging het vlot. Na het eerste stuk nam ook het vertrouwen toe want het moest wel weer eerst allemaal worden ontdekt. De samenwerking met de architect en de overige bouwpartners was intens. Alle aansluitingen en voorzieningen zijn uitvoerig doorgesproken, zowel voor als tijdens de dakwerkzaamheden. Tijdens die werkzaamheden hadden de dakdekkers overigens nogal last van de haan die bij het paviljoen hoort. Vanaf het dak had het beest goed zicht op de kippen en dat liet het dier zich niet ontnemen. “Af en toe viel het zelfs aan en het was dat de opdrachtgever op het dier gesteld was want anders had hij nu waarschijnlijk onder de leien gelegen,” aldus een lachende Adriaans.