Roofs 2001-08-06 Het referentiebeeldenboekje voor platte daken
De aanleiding voor het referentiebeeldenboekje was de studiemiddag “Droog presteren” in het najaar van 1999 te Zeist waarin prestatiecontracten voor daken onder de aandacht werden gebracht. Reacties van enkele opdrachtgevers uit de zaal wezen aan het einde van de middag uit dat eenieder wel op de hoogte is van de gebreken maar dat een overzicht en vooral een uitspraak absolute noodzaak zijn alvorens men tot een prestatieovereenkomst kan overgaan. Waarom dat noodzakelijk is, mag duidelijk worden uit het volgende: Het idee van prestatiecontract voor daken is simpel. Een dak moet bescherming bieden en mag dus niet lekken. Beschrijft de opdrachtgever normaal door middel van een bestek welke werkzaamheden er op een dak moeten plaatsvinden, bij het prestatiecontract beperkt de opdrachtgever zich tot welke prestaties hij van het dak verlangt. Die kunnen dus ook betrekking hebben op warmteweerstand, geluidsweerstand enzovoort. De verantwoording voor het dak wordt gelegd bij een opdrachtnemer die er voor dient te zorgen dat het dak naar behoren presteert, dus niet lekt. De opdrachtnemer is in principe vrij bij het bepalen van hoe die prestaties worden ingevuld. Dit alles wordt aangeduid als het prestatiebeginsel. Als gezegd, heel simpel. Maar hoe verzekert de opdrachtgever zich ervan dat de opdrachtnemer zijn werk naar behoren uitvoert? Want een contractperiode kent een begin en een einde. De opdrachtnemer zal aan het begin van de contractperiode een minimale kwaliteit van het dak eisen voordat hij daar verantwoording voor wil nemen. De opdrachtgever zal aan het einde van de contractperiode een minimale kwaliteit van het dak eisen voordat híj de verantwoording weer op zich neemt. Die kwaliteit zal voor beide partijen inzichtelijk moeten zijn. De kwaliteit ofwel conditie van het dak, zal aan het begin, tussentijds en aan het einde van de contractperiode moeten worden vastgesteld en bewaakt. In de SBR-uitgave “Conditiemeting aan gebouwen” staat beschreven hoe die kan worden vastgesteld. De titel geeft al aan dat die conditiemeting betrekking heeft op hele gebouwen en niet op delen. De conditie wordt vastgesteld aan de hand van gebreken die zich aan gebouwen voordoen. Een overzicht en waardering van gebreken, liefst verduidelijkt met foto’s, zijn dus voorwaarden tot het kunnen doen van een inzichtelijke conditiemeting. De foto’s worden aangeduid als referentiebeelden. Een referentiebeeldenboekje voor platte daken is dus een vereiste voor een conditiemeting en daarmee ook voor prestatiecontacten voor platte daken.
Voorbeeld referentiebeeld.
Aan gebreken geen gebrek. Er is zeer veel geschreven over gebreken aan platte daken. Dat maakte een overzicht er niet eenvoudig op. Er moest een logische indeling van de gebreken worden gemaakt. De indeling van de gebreken in het referentiebeeldenboekje is gemaakt naar de routing zoals een dakinspecteur die maakt wanneer hij een plat dak opneemt. Van groot naar klein en vanaf de straatzijde tot het voetlood van de schoorsteen. Doordat is gekozen was voor de insteek van de dakinspecteur, werd direct duidelijk dat niet alleen gebreken aan de dakbedekking moesten worden opgenomen maar ook die aan het dak als geheel. En daar is minder over gepubliceerd. Wat bij de gebreken o.m. is opgenomen, zijn de staat van onderhoud van het dak, de mate waarin het dak lekkageverschijnselen vertoont en ook gebreken aan delen die wijzen op het niet goed functioneren van het dak bij de gevel. Wat ook duidelijk werd, is dat niet alle constateringen zij aan te duiden als gebrek.
In gesprekken met opdrachtgevers werd dit bevestigd. Ouderdom komt met gebreken maar dat een dak slijt naarmate het ouder wordt, geeft nog niet aan welk verschijnsel precies leidt tot lekkage, zeker niet binnen een voorspelbare periode. En eigenlijk is dat laatste wel gewenst. Vindt de ene opdrachtgever craquelé uit den boze, een ander tilt daar minder zwaar aan. Zo ook voor verschijnselen als pimpling en dekking van de leislag. Leveranciers en dakdekkers verschillen ook van mening over welke verschijnselen binnen welk tijdsbestek tot welke gevolgen leiden. Voorspellingen zijn subjectief waar objectiviteit gewenst is. De SBR-uitgave biedt hier ook geen houvast. Alle verschijnselen worden aangeduid als gebreken waarbij een onderverdeling is gemaakt naar ernst, omvang en intensiteit. Een volgend probleem dat zich dan voordoet is dat niet ieder gebrek zich één op één laat vertalen. De combinatie van verschijnselen en gebreken zegt veel meer over de kwaliteit of conditie van een dak. Er is dus kennis van zaken nodig om verschijnselen en gebreken op waarde en gevolg te beoordelen. In het referentiebeeldenboekje is daarom een overzicht gemaakt naar de wijze waarop een dakinspecteur, -die kennis van zaken moet hebben-, aangeeft of een gebrek ernstig is en of er maatregelen genomen dienen te worden. Een dakinspecteur trekt conclusies aan de hand van wat hij ziet. Die conclusies moet hij duidelijk kunnen maken aan de opdrachtgever en ook als zodanig rapporteren. Daarmee kan de opdrachtgever de bevindingen en vooral ook die conclusie (laten) staven en wegen. Gehanteerde referentiebeelden zijn nu immers eenduidig.
Waarnemingen en gebreken werden ingedeeld naar de mate waarin ze voorkomen op het dak. Ernstige gebreken, zoals scheuren, komen daarbij in omvang en intensiteit minder voor dan minder ernstige gebreken, zoals verlies aan leislag. Daarmee is de SBR conditiemeting vertaald en ingepast in de referentiebeelden voor platte daken.
Tot slot is een indeling gemaakt naar soort dakbedekking en details. Daken met een dakbedekking van teermastiek kennen andere gebreken dan daken met een dakbedekking van PVC. Opvallend is wel dat veel verschijnselen en gebreken voorkomen op zowel bitumineuze als kunststof daken. In allerlei artikelen is al aangeven dat beide typen dakbedekking naar elkaar toe groeien. Dat beeld wordt in het referentiebeeldenboekje bevestigd. Uitspraken over “betere” of “mindere” dakbedekking zijn in het boekje dan ook niet te vinden.
Het referentiebeeldenboekje is een ‘must’ voor dakbeheerders, dakeigenaren en dakdekkers die inzicht willen hebben in de conditie van “hun” dak. Het is te bestellen bij de Stichting Dakpromotie. Telefoon 0251-315768