Roofs 2003-03-34 Inzet voor promotie en certificatie titaanzink
De Zinkmeesters kunnen terugkijken op een geslaagde Bouwbeurs. De vereniging heeft de promotie van het materiaal titaanzink niet alleen gestalte gegeven door profilering in diverse media en het vernieuwen van de website; ook zijn met name de architecten persoonlijk benaderd. Deze aanpak heeft volgens voorzitter Kees Dickhoff vruchten afgeworpen.
De Zinkmeesters is een vereniging van zinkdakdekkers. Het is in 1992 opgericht om de kwaliteit van het vakmanschap, dat vereist is om met titaanzink te werken, te verhogen en herkenbaar te maken in de markt. De vereniging had mede tot doel: procescertificering van zinkwerk. Dit heeft geresulteerd in het KOMO-procescertificaat conform de Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL 5212). Ook ijvert de vereniging voor voorlichting en informatieverstrekking. Momenteel zijn 22 bedrijven bij de vereniging aangesloten die allemaal in het bezit zijn van het KOMO-procescertificaat.
Geen gewoon materiaal
Titaanzink is een materiaal dat ontstaat door zeer kleine hoeveelheden koper en titaan aan zuiver zink toe te voegen. Hierdoor ontstaat een solide materiaal, dat zich gemakkelijk laat bewerken en stevige soldeerverbindingen toelaat. Voorheen werd het materiaal vooral gebruikt voor hemelwaterafvoeren en goten; maar het wordt meer en meer toegepast als bedekking van daken en gevels. De esthetische en technische mogelijkheden van dit materiaal zijn legio.
De Zinkmeesters zien toe op een juiste toepassing van het materiaal. De vereniging begeleidt de architect bij het ontwerp en met het schrijven van het bestek; verder blijft de vereniging betrokken bij de ontwikkeling van het project, door zowel de architect als de aannemer. 'De architect begint te ontdekken dat titaanzink geen gewoon materiaal is: je kunt er heel bijzondere dingen mee doen,' vertelt voorzitter Dickhoff.
Natuurlijk en essentieel element
'Aan het bezoek aan onze stand merken we dat titaanzink aan populariteit wint, niet alleen bij architecten en aannemers; ook gemeenten beginnen het materiaal te ontdekken,' zegt Dickhoff. 'Onze activiteiten zijn er ook op gericht om iets te doen aan de defensieve houding van de overheid ten opzichte van zink in de bouw. Titaanzink is een DuBo-product, maar het is lange tijd ten onrechte gezien als een materiaal dat schadelijk was voor het milieu.'
Eind 1999 is in het rapport van TNO-MEP (Milieu, Energie en Procesinnovatie) bevestigd dat titaanzink minimaal afspoelt. 'De afspoeling is met meer dan een factor 10 verminderd ten opzichte van zo'n dertig jaar geleden en daalt nog steeds,' aldus Dickhoff. 'De bijdrage van zink, afkomstig van titaanzink in de bouw, is nog geen 4% van de totale zinklast. Daarmee is deze bijdrage verwaarloosbaar ten opzichte van andere, veel grotere bronnen. Er is geen milieuschade aangetoond door het gebruik van titaanzink in de bouw.
Zink is een natuurlijk en essentieel element in het milieu, dat onmisbaar is voor alle leven. Het is daarmee te vergelijken met het meer bekende voorbeeld: ijzer. Maatregelen tegen zink zijn dus onnodig. Streven naar een lager zinkgehalte in de bodem en het water zou zelfs een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van organismen. Titaanzink is een duurzaam materiaal: op het hellend dak kan het 100 jaar of langer mee, terwijl het onderhoudsvrij is. Oud bouwzink wordt volledig hergebruikt, zonder verlies van de intrinsieke eigenschappen van het materiaal.
De Zinkmeesters hebben in samenwerking met NedZink B.V. en de BKB (B.V. Kwaliteitsverklaringen Bouw) de Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL 5212) opgesteld. Deze vormt de basis voor het KOMO-procescertificaat Zinken Dak- en Gootconstructies. De vereniging blijft van begin tot eind nauw betrokken bij de controle op de kwaliteitseisen, en hanteert daarbij het motto: 'kennis, kunde en kwaliteit'. Dickhoff: 'Al met al hebben de inspanningen van de Zinkmeesters geleid tot een grotere kwaliteit en een stijging van het aantal toepassingen van titaanzink in de bouw. Maar het blijft belangrijk actief te blijven werken om die kwaliteit te handhaven, en het imago van het materiaal te verbeteren.'