Zoeken

Roofs 2004-01-06 'Ik pleit voor een platform waar alle partijen met elkaar kunnen overleggen.'

De heer Jan Brandt is per 1 januari teruggetreden als business unit manager van Recticel. Zijn taken zullen worden overgenomen door Anja Hol.
Hoewel Brandt voorlopig nog wel aan Recticel verbonden zal blijven als Investor Relations Manager Nederland, was deze wisseling van de wacht aanleiding voor Roofs een gesprek met hem te voeren.

o Dirk Lindeman

Wanneer bent u in de isolatiebranche actief geworden?
'Ik ben begonnen bij AKZO, maar kwam al vrij snel, in 1967, terecht bij De Man Isolatie; een bedrijf dat inmiddels niet meer bestaat. Bij De Man heb ik het begin van de productie van polyurethaan meegemaakt. Dat ging toen nog heel primitief. Wij waren de eersten die daar mee bezig waren, al kwamen er al vrij snel andere partijen die dat oppakten. De productie van vlas in de Hoeksche Waard en in het Westvlaamse liep toen op zijn einde, en polyurethaan werd aldaar de toekomst, ook al omdat het materiaal goed toepasbaar bleek in andere industrieën. Het spuiten van polyurethaan kwam al vrij snel daarna op. Een paar jaar later is De Man Isolatie begonnen met de productie van PIR-schuim. In het begin was dat echt een kwestie van uitproberen, in dat opzicht hebben we aan de wieg van de huidige productie gestaan.'

Hoe bent u vervolgens bij Recticel terecht gekomen?
'De locatie van De Man in 's-Gravendeel was met ongeveer tien medewerkers in het begin heel kleinschalig. Maar het bedrijf nam een enorme vlucht, waardoor men een nieuwe, grote fabriek in het Belgische Turnhout bouwde. Achteraf gezien was de opzet misschien wel té groot, want op datzelfde moment stortte de bouwmarkt in elkaar en is De Man Isolatie in de problemen gekomen. Recticel was, als onderdeel van Société Générale al bezig met polyurethaan en vond de fabriek in Turnhout interessant. Het is deel gaan nemen in De Man, maar Recticel De Man werd al snel Recticel.

In Oosterhout, waar ook een vestiging van het bedrijf zat, had ik een bouwgroep opgericht, die verwerkers, isolatiebedrijven en ingenieursbureaus benaderde. Wij waren, door de deelname van Recticel, dealer van de isolatieplaten van het bedrijf. Daardoor viel ik op bij Recticel. Men vond het in eerste instantie moeilijk om mij te vragen, maar toen men eenmaal zag dat het minder goed ging bij De Man, heeft men mij gevraagd bij Recticel te komen werken. Per 1 november 1978 ben ik bij het bedrijf in dienst getreden, in eerste instantie als technisch adviseur: ik onderhield het contact met de architect. Ik was toen al auteur van het bekende computerprogramma Fysipak.

Fysipak is een rekenprogramma om bouwfysische berekeningen mee uit te voeren. In die tijd berekende BDA, via een softwarebedrijf, de bouwfysische berekeningen. Dat gebeurde op enorme computers en kostte veel geld. Op een bepaald moment ben ik begonnen zelf een rekenmodel te ontwikkelen; ik ging dan met draagbare apparatuur bij de architect langs en de reacties daarop waren erg enthousiast. Het programma is steeds verder ontwikkeld; uiteindelijk is een softwarebedrijf daar de verkoop voor gaan doen, en maakte ik in de avonduren twee updates per jaar. Tot het niet meer te combineren was met mijn baan: uiteindelijk heb ik de auteursrechten verkocht. Het programma wordt bij sommige bedrijven nog steeds gebruikt.

Vervolgens werd ik applicatiemanager, wat neerkwam op een uitbreiding van mijn activiteiten: ik diende zorg te dragen voor een goede toepassing van de producten: dus dat zowel de architect de producten goed voorschreef, als de verwerker het goed aanbracht. Daarna ben ik als business unit manager in Nederland leiding aan het bedrijf gaan geven.'

Wat houdt de functie business unit manager precies in?
'Recticel was een matrixorganisatie. De activiteiten bestonden uit verschillende 'business lines': matrassen voor de meubelindustrie, geluidsisolatie, isolatieproducten voor de auto-industrie en thermische isolatie. Elke business line viel onder de verantwoordelijkheid van een business line manager. Daarnaast kende het bedrijf per land een country manager, die voor de bedrijven in het bepaalde land verantwoordelijk was. De business unit manager bevond zich in de matrix op het snijpunt van de lijnen: country en business. Als business unit manager had ik dus inspraak in de productielijn en verantwoordelijkheid over de marketing, het personeel, etc.

Hoewel we nog wel business lines hebben, is de matrix organisatie inmiddels verdwenen. De organisatie wordt via intensivering van de Beneluxorganisatie steeds meer Europees van opzet, waarbij zoveel mogelijk wordt gezocht naar synergieën tussen de verschillende landen.'

Dus uw functie wordt in principe niet
opgevolgd.
'Mijn functie bestond al een tijdje niet meer. De verandering van de organisatie was al een tijdje aan de gang; dit is een goede gelegenheid om daar ook de juiste functies aan te plakken. Anja Hol wordt dan ook geen business unit manager, maar wel de hoofdverantwoordelijke voor de verkoop in Nederland. Als je daar een naam aan wilt plakken, zou sales & marketing directeur denk ik de meest duidelijke term zijn.'

Wat wordt uw functie per 1 januari?
'Ik ga in Nederland de 'investor relations' beheren: het aandeel Recticel promoten bij beleggers. Dat zal ik nog een jaar blijven doen. Ik ben nu 61; om het pensioengat te dichten ga ik (een jaar later dan bij ons mogelijk is) op mijn 63ste met pensioen. Ook als voorzitter van Vegridak zal ik te zijner tijd aftreden, omdat je vrij snel uit de markt raakt als je er niet mee bezig bent. Ik ben daar nu over in gesprek met het bestuur. Mijn bestuursfuncties bij de Nederlandsche Isolatie Industrie (NII) en de Nederlandse Vereniging van Polyurethaan Hardschuim Fabrikanten (NVPU) heb ik al eerder beëindigd.'

En de toekomst van Recticel?
'Anja Hol is 14 jaar geleden bij Recticel begonnen en we hebben samen met de medewerkers Insulation Nederland gemaakt tot wat het nu is. We vullen elkaar aan, en we hebben naar mijn mening een goed team gevormd. We hebben samen veel leuke dingen bedacht en uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld ons concept op de Bouwbeurs, waar we onze relaties in restaurant de Borobudur ontvangen. Inmiddels heeft ze mijn functie feitelijk al na de bouwvakvakantie overgenomen. Nu ik officieel terugtreed, vind ik niet dat ik me nog verder met de strategie moet bemoeien. Maar over de toekomst van het bedrijf weet ik dat de nadruk zal komen te liggen op een snellere en flexibelere productie. Ook zal het productassortiment voor het dak begin 2004 worden uitgebreid met twee nieuwe isolatieplaten. Het marktaandeel van polyurethaan zal in de toekomst alleen maar stijgen, en niet alleen in de dakenbranche, ook in andere toepassingen; die verwachting durf ik wel uit te spreken.

Verder zal veel energie worden gestoken in de vertaling van de nieuwe eisen. De wijzigingen in het Bouwbesluit en NEN 1068 worden op het moment slecht aan de markt gecommuniceerd. Wij willen de materie het liefst zo breed mogelijk bekend maken, maar in eerste instantie benaderen we de verwerkers: die werken met het product en moeten met alle eisen en normen bekend zijn. En het is wenselijk dat ze ernaar handelen om te voorkomen dat problemen veroorzaakt worden met het product.'

Denkt u niet dat de dakdekker altijd in de hoek zit waar de klappen vallen?
'Ja, al vind ik de discussie, zoals die op en rond de laatste Nationale Dakendag is gevoerd, niet verstandig. Het is goed dat Vebidak zich met dit soort vragen bezighoudt, maar om die discussie op deze manier naar buiten toe, ten opzichte van opdrachtgevers en aannemers, te communiceren, vind ik geen verstandige keuze. Aan de andere kant begrijp ik dat de dakenbranche de medewerking van deze partijen nodig heeft; dat zal de reden zijn waarom men ervoor gekozen heeft de discussie op deze manier te voeren.

Alle bouwpartijen moeten streven naar een zo goed en duurzaam mogelijk resultaat, waarbij wordt voldaan aan de kwaliteit en prestaties, die vooraf zijn overeen gekomen. Dat is het uitgangspunt van de bouwpartijen onderling, maar ook van de opdrachtgever, degene waar het allemaal om draait. Mijns inziens is de architect de intermediair tussen opdrachtgever en uitvoering. Hij schrijft het bestek, hij is er verantwoordelijk voor dat het bestek voldoet aan de eisen van de opdrachtgever en de wetgeving. Fabrikanten en leveranciers informeren de architect, met als doel hun producten in het bestek te krijgen. Het is in hun belang dat de producten op een goede manier in het bestek staan beschreven.

Het is voor een producent/leverancier van belang dat het product geen aanleiding geeft tot schade; daarbij is het niet hun bedoeling zich aanmatigend ten opzichte van de verwerker op te stellen. Ik stel de branche voor te komen tot een platform, waar verwerkers, leveranciers, producenten en importeurs elkaar op een informele manier op de hoogte kunnen houden en met elkaar kunnen discussiëren. Er is ontzettend veel kennis aanwezig binnen de markt, er wordt ontzettend veel overleg gevoerd en onderzoek gedaan, maar door commerciële belangen en regelgeving wordt daar te beperkt mee omgegaan. Het is allemaal te omkaderd. Als een leverancier een goede ingang heeft bij bepaalde instanties, kan de verwerker daarvan profiteren, en vice versa. Ik pleit ervoor dat we elkaar niet bevechten en dat verwerkers en producenten/leveranciers de krachten bundelen.

Jaren geleden is geprobeerd een dergelijk platform op te zetten (Sterdak), maar dat is toen fout gelopen omdat de duurzaamheid van 20 jaar werd uitgelegd als een garantie van 20 jaar; en Vebidak wilde niet dat er langere garantie werd afgegeven. Momenteel is het contact tussen de NII en Vebidak volgens mij minimaal, terwijl je juist daar een intensief contact zou verwachten. Maar misschien dat daar nu, door deze stellingname van Vebidak, iets van komt.'

Samen sterk?
'Ja. Een platform voor alle partijen is belangrijk, omdat het eigenlijk niet de taak is van de opdrachtgever te moeten kiezen tussen dakmaterialen. De specialisten op dat gebied zitten in de dakenbranche, en een dergelijke keuze zou door de specialist gemaakt moeten worden. Juist daarom is het zo belangrijk een overlegorgaan voor de hele branche in het leven te roepen.'