Zoeken

Roofs 2004-06-18 Een traditioneel kopje thee

Bij binnenkomst dienen de schoenen te worden uitgetrokken. En het kommetje thee wordt op de knieën en in meditatieve stilte gedronken, met het geklingel van de windharp op de achtergrond. Het zijn geen taferelen die men zou verwachten in een nieuwbouwwijk in het Friese Dokkum, maar bij de familie Ludema staat een Japans theehuisje in de tuin, dat volledig op traditionele wijze is gebouwd, en dat gebruikt kan worden voor de Japanse theeceremonie.

De heer Ludema is examinator bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), maar daarnaast beheert hij een adviesbureau voor de aanleg van Japanse tuinen. ‘Dat is een uit de hand gelopen hobby,’ vertelt hij. ‘Deze is voortgekomen uit mijn interesse voor tuinarchitectuur, waarbij het me op een gegeven moment opviel dat de beschikbare Japanse tuinen eigenlijk maar weinig met Japan te maken hebben. Men moet, in bijvoorbeeld de maten en het materiaalgebruik, rekening houden met de rijke traditie en filosofie van het oude Japan. Ik heb toen zelf een traditionele Japanse tuin aangelegd, compleet met een vijver met koi-karpers. Voor de zuiveringsinstallatie van deze vijver moest in de tuin een kelder worden gegraven, bovenop deze kelder is het Japanse theehuisje gebouwd.’

Niet eenvoudig
Traditionele Japanse theehuisjes worden niet aan de lopende band geproduceerd. Een reguliere aannemer kan het niet bouwen, tenzij tegen een extreem hoge prijs. In samenwerking met het decoratiebedrijf De Syl uit Anjum ging Ludema op zoek naar de juiste bouwmethode en de juiste materialen. ‘Zelf heb ik geen bouwkundige achtergrond, en bovendien is bij bouwers maar weinig over de bouw van deze huisjes bekend. Het was dus een kwestie van veel research en creativiteit; en van zoveel mogelijk mensen inschakelen. In de hele constructie diende rekening te worden gehouden met zowel de afmetingen van de kelder als de traditionele ‘tatami’-maten (0.90 x 1.80 m). Via de verschillende netwerken kwamen we uiteindelijk aan de meest zeldzame materialen. De entree van het theehuisje bestaat bijvoorbeeld uit een groot stuk mahoniehout. De dakconstructie is vervaardigd uit lariksbalken, merantiplanken en shingles van Red Cedar.’

Dakopbouw
Het dak steunt middels de lariksbalken op de drie wanden en aan de voorkant op de twee buitenste van de vier schuifdeuren. De balken dienden in de juiste hoek te worden gebogen. Om de kromming te verkrijgen, moest het hout worden gekookt. Ludema: ‘Het was een kwestie van experimenteren hoe lang dat koken moest duren en op welke temperatuur. Het buigen zelf gebeurde in een mal, waarbij we een touw aan de beide uiteinden bonden om te kunnen zien wanneer we de juiste hoek hadden bereikt.’

Om de karakteristieke krul in het dak te krijgen, dienden de merantiplanken eveneens te worden gebogen. De planken werden vervolgens op het hart van de balken verlegd. Vanwege de knik in het dak werd van boven (waar nog geen knik zit) naar beneden gewerkt: op deze manier konden de planken het best op de balken worden geplaatst. De zijwaartse krachten van het dak kunnen de wanden naar buiten drukken. Om deze krachten op te vangen, zijn in de hoeken extra balken aangebracht waarop de krachten worden afgedragen. Zo ontstond al een zeer sterke constructie waarover gelopen kon worden.

Over de merantiplanken is een dampwerende folie gespannen; daar overheen zijn de latten aangebracht waar de Canadese Red Cedar shingles met rvs schroeven aan konden worden bevestigd. Red Cedar is een zachte houtsoort, die echter zeer duurzaam is. ‘De shingles waren wel bij een bouwmaterialenhandel te bestellen, maar niet in de vorm zoals wij die wensten,’ vertelt Ludema. ‘Wij wilden ze haaks: het dak moest een strak uiterlijk krijgen met een evenwijdig lijnenspel. Daartoe hebben we alle shingles (1200 in totaal) recht moeten zagen alvorens we ze konden verwerken. De onderste rij shingles is voor de waterdichtheid dubbel geplaatst. Doordat ze schuin over elkaar heen zijn geplaatst (slechts een derde van de shingles is zichtbaar), kan het hemelwater de dakconstructie niet aantasten. Als Red Cedar veroudert, krijgt het de karakteristieke grijze kleur. We kwamen er per toeval achter dat het die kleur ook krijgt als je het bewerkt met een mengsel van vloeistof en metaalgruis. Het bouwwerk heeft daardoor nu al de uitstraling van een theehuisje uit het oude Japan.’

Het blijft een merkwaardig gezicht, een Japans theehuisje midden in een nieuwbouwwijk. Ludema vertelt dan ook van plan te zijn te gaan verhuizen naar een woonboerderij, waar het huisje midden in de natuur staat en daardoor beter tot zijn recht komt. ‘Het huisje is met behulp van een kraan relatief gemakkelijk te verplaatsen.’

Theeceremonie
De voorbereiding van de bouw heeft ongeveer een jaar in beslag genomen, de bouw zelf nog eens een jaar. Maar bij eventuele volgende keren zal het aanmerkelijk minder lang duren omdat de kennis en ervaring nu aanwezig is. Natuurlijk zal ook dan weer een speurtocht op touw gezet moeten worden naar de juiste materialen, maar de trajecten zijn inmiddels bekend.

‘Het is niet alleen een particuliere liefhebberij,’ vertelt Ludema. ‘Het theehuisje is bestemd voor de markt. Naast advies, aanleg en onderhoud van Japanse tuinen en tuinvijvers, houdt het adviesbureau zich ook bezig met de verkoop van Japanse koi-karpers, natuursteen en Japanse tuinornamenten. Het theehuisje is het pronkstuk van de collectie.’

Inmiddels is de eerste theeceremonie al in het huisje gehouden, geleid door een docente in de Japanse cultuur uit Japan.

Ludema: ‘Die mevrouw was natuurlijk zeer verbaasd in het hoge Noorden zo’n huisje aan te treffen. Op een dag met mooi weer hebben we een groep vrienden en kennissen uitgenodigd om een traditionele theeceremonie mee te maken. Dit was natuurlijk een hele ervaring. Het ligt in de bedoeling hier een jaarlijks terugkerend evenement van te maken.’