Roofs 2005-06-10 Europese normen dakpannen bijna gereed
In de loop van 2005 zullen er een aantal geharmoniseerde Europese normen voor dakpannen worden goedgekeurd en in werking treden. Ondanks de harmonisering zullen er nog steeds verschillen tussen prestaties van dakpannen blijven bestaan en is het belangrijk om bij de toepassing alert te blijven. Met de komst van de geharmoniseerde normen zal wel het kaf van het koren gescheiden worden en zal men de dakpannennormen niet meer zo vrijblijvend kunnen hanteren.
• Petra Schillemans, Lafarge Dakproducten
Momenteel zijn in Nederland de volgende erkende Europese normen van toepassing op dakpannen:
• NEN-EN 490:1994 ‘Betonnen dakpannen en hulpstukken – Productspecificaties’
• NEN-EN 490:1994 ‘Betonnen dakpannen en hulpstukken – Productspecificaties’
• NEN-EN 491:1994 ‘Betonnen dakpannen en hulpstukken – Testmethoden’
• NEN-EN 1304:1998 ‘Keramische dakpannen – Definities en productspecificaties’
• NEN-EN 538:1994 ‘Keramische dakpannen - Breukkrachtproef’
• NEN-EN 539-1:1994 ‘Keramische dakpannen - Bepaling van de fysische eigenschappen. Deel 1: Beproeving van de waterdichtheid’
• NEN-EN 539-2:1998 ‘Keramische dakpannen – Bepaling van de fysische eigenschappen – Deel 2: Beproeving van de vorstbestandheid’
• NEN-EN1024:1997 ‘Keramische dakpannen – Bepaling van de geometrische eigenschappen’
Deze normen hebben een vrijwillig karakter. Dit betekent dat een producent niet verplicht is om aan de eisen in de normen te voldoen. Met de komst van de nieuwe geharmoniseerde normen zal dit veranderen. Een fabrikant is dan op basis van de Bouwproductenrichtlijn verplicht om te voldoen aan de minimale eisen die in de productnorm zijn opgenomen. Dit moet hij kenbaar maken door op zijn producten CE markering aan te brengen.
Voornaamste verschillen
Tot op heden zijn op basis van huidige normen alleen dakpannen getest. Als de nieuwe geharmoniseerde dakpannennormen in werking treden, zal men ook hulpstukken, zoals gevelpannen, moeten testen. Verder is er een aantal nieuwe eisen in de normen opgenomen. Eisen op het gebied van brandveiligheid en het vrijkomen van gevaarlijke stoffen.
De testmethoden die in de nieuwe normen staan beschreven, zijn nagenoeg gelijk gebleven. Alleen in de norm prEN-539- 2rev (beproeving van de vorstbestendigheid) is een nieuwe testmethode toegevoegd. Het is de bedoeling, dat deze vijfde methode in de nabije toekomst de overige vier methodes gaat vervangen, zodat er uiteindelijk een Europese test voor vorstbestendigheid overblijft. Er zullen dan wel verschillende categorieën van vorstbestendigheid ingevoerd worden, omdat niet alle landen een vorstbestendige dakpan eisen. Wat betreft de test op waterdichtheid (EN 539-1) is het ook de bedoeling om op termijn een Europese test te ontwikkelen, maar voorlopig zullen er nog twee testmethodes beschikbaar blijven.
Waar op letten?
Er is bij de nieuwe geharmoniseerde normen en bij de CE markering van dakpannen een aantal zaken waar men op moet letten. In een speciale bijlage van de geharmoniseerde productnormen (EN-490 en EN-1304), de zogenaamde Annex ZA, staat aangegeven, welke minimale eisen in het kader van de Bouwproductenrichtlijn van toepassing zijn. Conform Annex ZA dienen dakpannen en hulpstukken te voldoen aan minimale eisen op het gebied van:
• mechanische weerstand/breukkracht
• external fire performance
• reaction to fire performance
• waterdichtheid
• dimensions and dimensional variation
• duurzaamheid (vorstbestendigheid)
In de normen staat uitgebreid beschreven welke testen men moet uitvoeren en welke toetsingscriteria van toepassing zijn om aan te tonen dat aan deze eisen wordt voldaan.
Met een CE label op het product (of verpakking of commerciële documenten) geeft een producent vervolgens aan dat de dakpan of het hulpstuk voldoet aan de minimale eisen en dus geschikt (veilig) is voor gebruik. Deze CE markering op dakpannen en hulpstukken heeft de status van een fabrikanteigen verklaring. De producent verklaart zelf, dat het product voldoet aan de richtlijn; toetsing door derden is op basis van Annex ZA niet noodzakelijk. Wel dient een aantal van deze testen door erkende laboratoria te worden uitgevoerd.
Op de CE label staat naast informatie over de producent en een omschrijving van de dakpan of het hulpstuk ook aangegeven op welke wijze wordt voldaan aan de eisen uit Annex ZA. Als er meerdere testmethoden of categorieën mogelijk zijn, staat de uitgevoerde test en/of behaalde categorie op de label vermeld (zie voorbeeldlabel). De ene CE dakpan is dus toch de andere niet. Dit is enigszins verwarrend, omdat de CE label zou impliceren dat dit wel zo is.
Qua vorstbestendigheid en waterdichtheid zijn de minimale eisen echter afhankelijk van de plaats waar of de manier waarop men de dakpan of het hulpstuk toepast. De geografische zone (beschreven in norm) waarin men de dakpan gebruikt, bepaalt de benodigde vorstbestendigheid. De manier waarop men de dakpan verwerkt (met of zonder onderdakfolie of waterdichte folie) bepaalt de benodigde waterdichtheidcategorie.
Ook kan er nationale wetgeving (zoals het Bouwstoffenbesluit) voor CE markering van toepassing zijn. In principe moet een producent weten, waar zijn producten toegepast zullen worden en deze hier op testen. In de praktijk is dit door een producent niet altijd te overzien en is het dus belangrijk om bij toepassing van het product altijd de informatie op het CE label te checken.