Zoeken

Roofs 2006-11-16 Een gilde voor de metalen bitumen dakdekkers

Binnen branchevereniging Uneto-Vni is onlangs een nieuw platform opgericht, speciaal voor de metalen bitumen dakdekkers (lood, koper, zink). Doelstelling van het platform is het behoud en de overdracht van kennis over het ambacht. Roofs sprak met de initiatiefnemers: Jan Janssen (Koperslager Jan Janssen), Henny Hoppenbrouwers (Installatiebedrijf Rijsbergen B.V.) en Adrie van Duijne (secretaris van Uneto-Vni).

Suzanne de Werd

Wat was de aanleiding om het platform op te richten?

Janssen: “Dat was de vaststelling dat de kennis van het vak verloren gaat als we daar niets tegen ondernemen. Ik heb een rondgang gemaakt bij diverse bedrijven en constateerde: De cursussen bij zinkfabriek X worden gegeven door een Belg, project Y wordt uitgevoerd door Engelsen en kopercursussen kunnen alleen nog maar gevolgd worden in Duitsland. We moeten hier wat aan doen voor de kennis geheel verloren gaat.”

Hoppenbrouwers: “In Nederland wordt ongeveer 12.000 ton zink per jaar verwerkt; de hoeveelheden lood en koperwerk zijn niet exact bekend, maar men mag verwachten dat dit ook aanzienlijke getallen zijn. Dit maakt het des te opvallender dat er niet of nauwelijks een onderwijsprogramma is in deze vakrichtingen. Ook zijn er geen specifieke exameneisen  op het gebied van lood, koper en zink. Jan en ik zijn nu resp. 60 en 63 jaar oud. Wij hebben de kennis van het vak nog in huis. De jeugd niet meer. Ja, een goot van 6 meter lang installeren, dat kan een dakdekker nog wel. Een ronde dakkapel is al iets lastiger, laat staan de renovatie van een monumentaal pand: lood- en zinkverwerking is een echt specialisme. Het is vakwerk!”

Van Duijne: “We hebben onder 75 leden van Uneto-Vni een enquête gehouden over het nut van een nieuw platform op dit gebied. Daarop kwamen 48 reacties binnen, het merendeel zeer positief. Op 6 april 2006 is het platform daarom officieel opgericht, met dhr. Janssen als interim-voorzitter en dhr. Hoppenbrouwers als bestuurslid. Ikzelf maak als secretaris van Uneto-Vni deel uit van de groep. We noemen onszelf het Gilde Metalen Dakdekkers.”

Wat zijn jullie doelstellingen en activiteiten?

Janssen: “We willen de kennis over de verwerking van lood, zink en koper in de bouw vergroten. Dat doel willen we onder meer bereiken door voorlichting op middelbare scholen, door opleidingseisen vast te stellen en opleidingen en cursussen op te zetten We zijn reeds in overleg met het ministerie van OCW, met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuur en Monumenten (RACM, de vroegere Monumentenzorg) en andere consumenten over het opstellen en vastleggen van kwaliteitseisen.”

Hoppenbrouwers: “Als je kijkt naar het dak, dan beschikt bijvoorbeeld de bitumineuze en kunststof daken­branche over goede scholingsinstellingen en opleidingen. Maar voor de loodgietersbranche ontbreekt dit. De Zinkmeesters beschikken weliswaar over opleidingen voor de eigen leden, maar wij willen de scholing voor een breed publiek beschikbaar maken. Van de 26 leden van Zinkmeesters is ongeveer de helft aangesloten bij Uneto-Vni, en wij beogen ook geenszins met hen te concurreren. Ook zij kunnen profiteren van de vakkennis die door het oprichten van dit platform ontstaat.”

Janssen: “Ik heb in samenwerking met andere collega’s enige jaren geleden een lesboek voor koper, zink en loden dakwerk geschreven voor het VMBO, met als doel de interesse voor het vak te wekken. Vaak hebben ook de docenten onvoldoende kennis van het vak en besteden ze er in hun lessen daarom geen aandacht aan. Door middel van het lesboek (met uitgebreide docentenhandleiding) kunnen ze het vak overdragen op de leerlingen. Dit soort initiatieven is nodig om de techniek onder de aandacht te brengen bij de jeugd. Vaak weten ze van het bestaan van deze beroepen niets af. In navolging van het VMBO-lesboek willen we ook een boek uitbrengen voor het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO).

Van Duijne: “Het Opleidingsinstituut OTIB verzorgt voorlichtingsbijeenkomsten op scholen en organiseert de Skills Masters competitie, waar leerlingen uit diverse beroepsopleidingen – van loodgieters tot bakkers – hun vaardigheden laten zien en strijden om de nationale titel. Aan dit soort initiatieven werken wij al jarenlang van harte mee. We bezoeken scholen en geven uitleg over ons beroep, om de scholieren zo vroeg mogelijk te laten zien dat techniek leuk is. Zo bereik je dat ze later een betere beroepskeuze kunnen maken: mavo, havo of een beroepsopleiding.”

Wie kan lid worden?

Van Duijne: “In principe kunnen alle bij Uneto-Vni aangesloten leden zich aansluiten bij het platform. In de praktijk richten wij ons op de groep van circa 250 werktuigbouwkundig installateurs die ook lood- en zinkwerk doen en de 5 à 10 koperslagers die ons land telt. Ook de dakdekkers die bij ons zijn aangesloten kunnen dus lid worden. De uitnodigingen om lid te worden zullen vóór het eind van 2006 worden verstuurd.”

Hoppenbrouwers: “Er waren 70 men­sen aanwezig op de oprichtings­ver­ga­dering in april, dus dat belooft wat.”

Janssen: “Aan de cursussen die we gaan opzetten, kunnen zich trouwens ook niet-leden deelnemen. Ons voornaamste doel is de kennis en mogelijkheden van het vak verspreiden.”

Waarom noemen jullie jezelf een ‘gilde’ in deze moderne tijd?

Van Duijne: “Formeel zijn er twee soorten verenigingen binnen onze organisatie, namelijk vakgroepen en platformen. Statutair zijn we een platform, met de rechten en plichten die daarbij gelden. We handelen echter als een gilde: het bewaken van normen en waarden, de overdracht van kennis door leermeesters, en het stimuleren van jongeren om het vak te volgen. Voor dit platform vinden we dat een goede gedachte. Bij een vakgroep ICT zou de naam ‘gilde’ niet passen.

Hoppenbrouwers: “Gilde draagt in onze ogen bovendien uit dat het hier gaat om een ambacht waar je ouderwetse vakkennis voor nodig hebt. Aandacht voor de traditie van het metalen dakdekken vinden we belangrijk. Het vak heden ten dage verschilt niet zoveel van de manier waarop het 300 jaar geleden gebeurde.”

Janssen: “Binnen de vroegere VNI bestond een tijd geleden het vakgebied ‘gawalo’ (gas, water en lood). Deze verzorgde tot in de jaren ’70 de opleidingen tot ‘gezel’ en ‘patroon’ loodgieten. In de cursussen die we gaan opzetten, willen we opnieuw zo’n ‘meester’-‘gezel’ systeem invoeren. Het zijn immers de oude rotten in het vak die de kennis zullen moeten overdragen op de jeugd!”

?