Zoeken

Roofs 2008-01-30 “NEN 6050 leidt tot schijnveiligheid!”

In ons verslag van de Dakendag 2007 meldden wij dat Dirk Lahuis van NDA het grootste deel van zijn scepsis t.o.v. de NEN 6050 had laten varen. Dit is onjuist. Wie dus tijdens de Dakendag de indruk zou hebben gekregen dat ook Dirk Lahuis van NDA inmiddels achter de NEN 6050 is gaan staan, vergist zich: hij is nog onverminderd tegenstander van de NEN 6050. In dit artikel gaat hij nader in op zijn redenen om de – waarschijnlijk - aanstaande norm af te wijzen.

“Wij zijn groot voorstander van brandveilig werken,” begint Lahuis het gesprek. “Maar wij zijn tegen de norm zoals die er nu ligt, omdat de norm niet de problemen oplost die zij pretendeert op te lossen. Dit leidt tot schijnveiligheid: de indruk wordt gewekt, dat wie binnen 75 cm van de dakrand of de detaillering zonder open vuur werkt, geen brand veroorzaakt. Maar die suggestie dekt maar deels de werkelijkheid. Slechts een zeer klein percentage van de dakbranden wordt door de dakdekker veroorzaakt; daar weer een zeer klein gedeelte van ontstaat in de zones die nu in de norm wordt geregeld. En eigenlijk wordt alleen geregeld dat in deze zones niet met open vuur mag worden gewerkt, maar een föhn of een inwendige brander zijn wel toegestaan. Het Nationaal Centrum van Preventie (NCP) heeft al in 2002 aangegeven dat het risico op brand met deze apparaten even groot is als met de brander.”

Het aantal dakbranden zal dus volgens Lahuis niet afnemen. “De dakdekker is verantwoordelijk voor het brandveilig aanbrengen van de dakbedekking. De norm haalt deze verantwoordelijkheid bij hem weg en dat is een slechte zaak, want dan ligt de verantwoordelijkheid nergens meer. Naar mijn mening is het gros van de dakdekkers veel te volgzaam en realiseert men zich niet welke problemen er op ons af komen. De imagoschade voor de dakenbranche zal door deze norm veel groter zijn dan de imagoschade die de branche lijdt door de dakbranden die momenteel door dakdekkers worden veroorzaakt.”

Lahuis vervolgt: “De NEN 6050 is voornamelijk een instrument om de buitenwacht te laten zien dat de branche serieus met het probleem aan de slag is gegaan. Maar feitelijk wordt er niets in geregeld, omdat de norm te weinig is doordacht en de bron van het probleem niet wordt aangepakt. ”

Oorzaken brand
Wat is dan de bron van het probleem? “De bron is een te geringe kennis en bewustzijn van het brandgevaar op het dak. Een brand ontstaat als er energie, zuurstof en een brandbaar materiaal aanwezig is. Of de vlam nu open of gesloten is, het gaat om de temperatuur. Natuurlijk is het risico op ontsteking wel groter met een vlam, maar dit kan beter worden bestreden door drukreduceerventielen op de branders aan te brengen, waarmee de druk van de gasfles constant op bijvoorbeeld 4 bar wordt gehouden. Daarmee voorkom je dus dat de vlam uit de brander een grillig en onregelmatig beeld vertoont. Een vlam kan met gemak de 75 cm lengte uit de kop van de brander overschrijden. De 75 cm in de norm is met name gekozen vanwege de standaard breedte van de dakbanen.”

“Het gaat om bewustwording, en bewustwording over de echte risico’s. Dakbranden ontstaan bijvoorbeeld doordat de föhn of brander op een verkeerde manier wordt weggezet. Of door het werken met brandbare materialen. Er zou dus werk moeten worden gemaakt van de bewustwording van de risico’s n.a.v. analyses van eerdere dakbranden. Er zou gekeken moeten worden naar de toepassing van de diverse materialen in de constructie: het NCP en de NIBRA geven aan dat het gebruik van brandbare isolatie een risico vormt, niet zozeer in relatie tot de dakdekker, maar wel in relatie tot branduitbreiding. Men adviseert dan ook het gebruik van brandbare materialen te beperken en deze uit de buurt van ontstekingsbronnen te houden.”

“De juiste maatregelen dienen te worden genomen om een brand te voorkomen,” aldus Lahuis. “Daar is met de NEN 6050 geen sprake van. Het enige voordeel van de norm is dat de discussie eromheen het probleem op de kaart heeft gezet. Maar als je gaat kijken naar wat de norm precies heeft willen regelen, dan kom je tot de conclusie dat men geen antwoord op het werkelijke probleem heeft kunnen of willen formuleren. Als men brand op het dak 100% zou willen uitsluiten, dan zou dat betekenen dat er geen warmtebron op het dak kan en mag worden toegestaan.”

Marktverstorende werking
“De norm die er nu ligt heeft een marktverstorende werking,” aldus Lahuis. “Dakdekkers worden gedwongen te werken met primers, kitten, coatings, zelfklevende materialen, etc. Fabrikanten worden gedwongen producten te ontwikkelen die zonder gebruik van open vuur kunnen worden aangebracht. Vrijwel iedereen stelt inmiddels klaar te zijn voor de invoering van de nieuwe norm, maar het is maar zeer de vraag of er met deze nieuwe producten in alle gevallen een even duurzame waterdichte afwerking kan worden bewerkstelligd als met een brander.”

Daarmee worden de problemen voor de dakdekker op het dak volgens Lahuis groter dan ze nu zijn. “De dakdekker is de eindverantwoordelijke voor het dak,” vertelt hij. ‘Daarom is het een grote fout dat bij de totstandkoming van deze norm niet vanuit de kracht van de dakdekker is geredeneerd.  Hij krijgt een werkmethode opgedrongen waarmee het lastiger is de daken waterdicht te maken, en waarmee helemaal niet is gezegd dat die brandveiliger is. Ook de opdrachtgever schiet niets op met de NEN 6050. De opdrachtgever eist aansprakelijkheid, maar dit wordt een lastig verhaal als de dakdekker kan aantonen dat hij volgens de norm heeft gewerkt, terwijl toch brand is uitgebroken. De markt is meer gebaat bij een dakdekker die staat voor zijn werk: die zich bewust is van de risico’s van het aanbrengen van een dakbedekking en daar zijn maatregelen tegen heeft genomen. Op die manier kan de dakdekker zijn werk garanderen.”

Lahuis: “Naar mijn idee denkt het gros van de dakdekkers dat het allemaal wel los zal lopen met de NEN 6050, en dat men gewoon op de oude manier zal kunnen blijven doorwerken. Dit is letterlijk spelen met vuur. De dakdekker is de belangrijkste schakel in het bewerkstelligen van een kwalitatief goed dak. Momenteel laat hij zich zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zijn dak wegnemen en hij laat door Jan en alleman bepalen wat hij moet doen.”

Alhoewel zij niet alleen staat in haar opvattingen over de NEN 6050, is de NDA de afgelopen tijd een soort roepende in de woestijn gebleken, want alles wijst erop dat de NEN 6050 binnen afzienbare tijd van kracht zal gaan worden. Wat doet de NDA als het eenmaal zover is? “Wij zullen vanuit onze eigen procesbeheersing en oplossingen met onze afnemers communiceren,” aldus Lahuis. “Desnoods roepen wij een eigen richtlijn in het leven. Dit zal de duidelijkheid in de markt niet bevorderen, ik hoop dus dat het niet zover hoeft te komen.”