Roofs 2008-05-32 Afscheid Jan Weijers is einde van een tijdperk
Per 16 mei 2008, vlak na zijn 65ste verjaardag, neemt directeur van Weijers Eikhout bv uit Groesbeek en voorzitter van branchevereniging Het Hellende Dak (HHD) Jan Weijers afscheid van de dakenbranche. Weijers’ betekenis voor de (hellende) dakenbranche is enorm. In dit artikel een afscheidsinterview met deze markante persoonlijkheid.
Met een receptie op 16 mei, en een open dag op 17 mei, draagt Jan Weijers het bedrijf over aan zijn zoon Lars en staat men tegelijk stil bij het 50-jarig bestaan van het dakdekkerbedrijf. Weijers zal voorlopig nog wel enige bestuursfuncties aanhouden, zoals zijn voorzitterschap van HHD en zijn commissiewerk voor de Internationale Federatie Dakdekkers (IFD), om de lopende zaken op een juiste manier af te ronden. Wie de loopbaan van Jan Weijers overziet, kan niet anders dan concluderen dat deze zich laat kenmerken als een onvermoeibare strijd voor een betere positie van de onderaannemer in de bouwkolom. Zonder Weijers’ inspanningen zou de hellende dakenbranche er vandaag de dag ongetwijfeld anders uit hebben gezien. Roofs zocht hem op voor een afscheidsinterview.
Dakdekkerbedrijf
“Weijers Eikhout werd in 1958 opgericht door mijn vader en zijn stiefvader Leendert Eikhout,” aldus Weijers. “Het was een traditioneel pannenleggersbedrijf dat echter een vrij snelle groei doormaakte. In de beginjaren reed mijn vader nog met een motorfiets naar het werk. Pas na enkele jaren werd de eerste auto, een Skoda, aangekocht. Vrijwel vanaf het begin ben ik bij het bedrijf betrokken. Tijdens mijn studieperiode op de middelbare school heb ik reeds de administratieve zaken mee geregeld, zoals loonadministratie e.d. Na mijn diensttijd werd in het woonhuis een klein kantoortje ingericht en hier mocht ik een halve dag per week de administratie doen. De overige tijd werkte ik gewoon als dakdekker mee. Vanaf 1968 was het bedrijf zo gegroeid dat kantoor en administratie een volledige baan was, er werkten inmiddels ca. 15 mensen. In 1972 is het bedrijf door mij overgenomen en werd ik directeur eigenaar.”
De bouwwereld zag er toen nog totaal anders uit dan tegenwoordig. Weijers: “De aannemer nam van oudsher de bouw van het gehele bouwwerk voor zijn rekening, maar de aannemer begon steeds meer werkzaamheden uit te besteden. De gespecialiseerde aannemer kocht zijn materialen echter in via de hoofdaannemer. Wij zijn begonnen met het rechtstreeks betrekken van onze materialen bij de fabrikant. Dat was in het begin nog wel problematisch, omdat dit tegen de heersende bouwcultuur inging, maar sommige fabrikanten bleken toch wel gevoelig voor het direct leveren aan de onderaannemer. Deze kan immers de materialen vanuit een neutrale positie aanbevelen. Het feit dat de aannemers steeds meer het vakmanschap gingen benutten, was voor ons bedrijf een gunstige ontwikkeling, omdat er destijds buiten ons in de wijde omtrek geen dakdekkerbedrijf te vinden was. Nu is dat wel anders: veel voormalige medewerkers van ons bedrijf zijn verzelfstandigd, waardoor er momenteel in Groesbeek en omgeving zeer veel dakdekkers hellend dak gevestigd zijn.”
“Een andere belangrijke factor in de groei van ons bedrijf was bijvoorbeeld de opkomst van de betondakpannen, eind jaren ’60, als gevolg van het tekort aan keramische pannen. De fabrikant van deze pannen maakte gebruik van de belangrijke positie die de dakdekker bij het besluitvormingsproces inneemt. Wij hebben ons in de loop der tijd steeds meer gericht op het uitvoeren van renovatiewerken, omdat in dat segment de focus nog meer op de kwaliteit van werken ligt, op het vakmanschap – en minder op snelheid van werken en prijs.” Tussen 1969 en 1983 was het bedrijf gevestigd in Weurt. Na een moeilijke periode in begin jaren ’80, waardoor als gevolg van het instorten van de bouwmarkt een herstart noodzakelijk was, keerde men terug naar Groesbeek. Weijers Eikhout zelf heeft zich al met al ontwikkeld tot een van de grootse dakdekkerbedrijven in Nederland, met een breed activiteitengebied en vijf vestigingen (inclusief de samenwerking met Patina, Patina Weijers in Beverwijk) en met een personeelsbestand van gemiddeld 120 medewerkers.
Branchebelang
Jan Weijers heeft tijdens zijn loopbaan in het branchebelang (en breder: het belang van de gehele gespecialiseerde aanneming) ook een groot aantal nevenfuncties vervuld. Zo is hij mede-oprichter en voorzitter van HHD, voorzitter van de Beleidscommissie HBA Hellende Daken, was hij van 1998 tot 2001 voorzitter van de Internationale Federatie Dakdekkers (IFD) en heeft hij bestuursfuncties uitgeoefend in de Stichting Opleiding Hellende Daken (SOHD), de IFD, CONGA, BGA en de ledenraad van het AVBB (tegenwoordig Bouwend Nederland). In die hoedanigheden heeft Weijers aan de wieg gestaan van vele belangrijke ontwikkelingen binnen de hellende dakenbranche, zoals de ontwikkeling van kwaliteitsrichtlijnen, een eigen CAO, een verbeterde instroom en de ontwikkeling van een beroepsopleiding. Hij is voor al deze werkzaamheden al meerdere malen onderscheiden, niet in de laatste plaats door de Duitse dakdekkersbond (Zentral Verband Deutsche Dachdecker Handwerk) voor de betekenis die zijn inspanningen voor de Duitse dakenbranche hebben betekend. Weijers is de enige Nederlander die deze eer te beurt viel (in 1997). Ook is hij erelid van het IFD.
Deze nevenactiviteiten stonden met name in het teken van een verbeterde positie van de dakdekker hellend dak in de bouwkolom en verbetering van de kwaliteit van werken. Hiertoe werd de samenwerking gezocht met andere branches binnen de gespecialiseerde aanneming: in eerste instantie binnen de Confederatie Gespecialiseerde Aanneming (CONGA) en sinds dit jaar via de Aannemersfederatie Nederland (zie elders in dit nummer). Hoe staat de hellende dakenbranche er momenteel op deze punten voor?
Weijers: “Wat betreft de kwaliteit van werken hebben we de zaken m.i. goed op de rails. De instroom van jong en gemotiveerd personeel is ook heel behoorlijk omdat we momenteel in Boxtel een volwaardig en goed functionerend opleidingsinstituut actief hebben. Het verbeteren van de positie van de dakdekkers in de bouwkolom is een lang en moeizaam proces, en we zijn nog lang niet waar we moeten zijn. De CAO voor onze branche, de Arbeidsvoorwaarden en de lonen worden nog steeds via Bouwend Nederland bepaald. Dit is de vereniging voor de hoofdaannemers. Dat is tegenstrijdig. De situatie is vergelijkbaar met die van een klant in de supermarkt die zelf bepaalt wat er in de schappen komt te liggen en wat hij ervoor gaat betalen.”
“De branche heeft in dit opzicht de cultuur tegen, meer nog dan bij de platte dakenbranche het geval is,” aldus Weijers. “Op de een of andere manier belt men bij problemen op het platte dak direct naar de dakdekker, maar indien zich problemen voordoen op een hellend dak, wordt nog vaak naar de aannemer gebeld. Dit zijn zaken die veel tijd en energie kosten voordat er verbetering optreedt. Maar we gaan in de goede richting, als bedrijf en als branche.”
Toekomst
De toekomst van Weijers Eikhout is met zoon Lars Weijers aan het roer in vertrouwde handen. Maar hoe zit dat met bijvoorbeeld HHD, die zo kort na het wegvallen van Ruud van Bergen opnieuw een belangrijke kracht zal moeten missen? “Mijn opvolging binnen HHD is nog niet rond,” vertelt Weijers. “Dit is de tijd van de individualisering. Het bestuur is al enige tijd op zoek naar verjonging, maar we merken dat de huidige generatie helaas het branchebelang wat minder hoog in het vaandel heeft.”
Op Europees niveau is het IFD momenteel actief met het project EurActive Roofer (zie het artikel ‘Verbetering dakkwaliteit op Europees niveau’ in Roofs 3-2008). In het kader hiervan is veel kennis verzameld die op korte termijn zal leiden tot aanbevelingen waarmee de dakdekker zich anders in de bouwwereld kan positioneren. Om dit proces te kunnen voltooien, zal ik de komende tijd nog voor het IFD actief blijven.”
Hoe ziet Weijers de toekomst van de dakenbranche? “Het milieu wordt een steeds belangrijker item, met o.a. tot gevolg dat er steeds meer zonnepanelen en andere systemen voor schone energie op het dak zullen worden toegepast. De dakdekker zal dan ook naar mijn idee niet aan ontkomen meer dan nu het geval is de samenwerking met installatiebedrijven te zoeken – óf de installatiewerkzaamheden in zijn eigen activiteiten te integreren. Ik zou zeggen: je kunt beter samenwerken, want de installatiebedrijven beschikken al over de benodigde kennis.”
En, tenslotte: hoe ziet de toekomst van Jan Weijers eruit? “Ik heb diverse hobby’s waar ik me graag mee bezighoud,” vertelt hij. “Ik maak bijvoorbeeld graag natuurfoto’s, en hou van watersport, wintersport en golf. Maar tot dusver had ik daar altijd maar weinig tijd voor. Ik hoop daar in de toekomst, naast de activiteiten die ik nog wel uit blijf oefenen, wat meer tijd voor te vinden.”