Roofs 2009-05-03 Het meegroeidak
Daar zat ik dan met mijn goede gedrag en de beste intenties die je als commerciële man bij een bedrijf maar kan hebben. Vanaf de andere zijde van de tafel keek mijn gesprekspartner mij verontwaardigd aan. Alsof ik hem een oneerbaar voorstel had gedaan - in plaats van een levensloopregeling voor zijn nieuwe dak voor te stellen.
Zijn reactie was: “Een levensloopregeling voor mijn dak? Man, voor mijzelf was dat al veel te duur. Denk je nou echt dat ik dat voor mijn nieuwe dak wel zal doen?” “Nee, dit is het juiste instapmoment,” beargumenteerde ik. “Nu kunnen we u juist een voordelig voorstel doen, waarmee u tot op het einde der dagen van uw gebouw van onze diensten gebruik kan maken terwijl u altijd droog zit!” “Dat wil ik niet,” was zijn reactie. “Ik wil geen levensloopregeling om droog te zitten, ik wil een dak dat aan de eisen van de tijd voldoet!” “Dat hebt u,” was mijn respons. Zijn dak voldeed aan alle huidige eisen, dat kon ik met een gerust hart zeggen. Dat wist hij. “Maar..” bracht hij in, “Het voldoet niet aan de eisen die in de toekomst aan een dak worden gesteld. Een dak voorbreid op de toekomst wil ik. Geen levensloopregeling, maar levensloopbestendigheid. Een meegroeidak. Denk daar maar eens over na,” zei hij en daar kon ik het mee doen.
Hoe pak je zo iets aan? Vragen wat je wil is niet zo moeilijk, maar krijgen wat je wil is honderd keer moeilijker. Het hield in ieder geval in dat ik, om zijn vraag te kunnen realiseren, verder moest kijken dan de bestaande horizon. Misschien moest ik de levensduur van het dak wel in een nieuwe dimensie zien. Nu wist ik sinds de Bouwbeurs van afgelopen jaar dat volgens Wédéflex de vijfde dimensie tijd is. Maar tijd is niet genoeg: Groei in de tijd, dat zou de zesde dimensie kunnen zijn als ik met de wensen van mijn klant rekening wilde gaan houden. Een idee was geboren. Maar wat nu?
Ik moet toegeven dat het voor een eigenaar prachtig moet zijn als zijn dak 30 jaar meegaat. Bij een eenmalige investering gekoppeld aan het noodzakelijke onderhoud is 30 jaar goed. Wat zeg ik? Dat is uitstekend, 30 jaar genieten van een goede investering is wat men noemt een prachtig rendement. Maar wat hij zegt is waar, het dak ligt te liggen en past zich niet aan de tijd aan.
Op zich was zijn stelling dus niet zo gek, want we weten allemaal dat er elke 5 tot 10 jaar steeds weer extra wensen boven op de bestaande kwaliteitseisen van daken zijn gekomen. De mensen willen meer isolatie, reflecterend dakoppervlak, begroeide daksystemen, daken voorzien van PV-systeem, warmteregulerende dakoppervlakken, warmte opslaande daken en wat al niet meer. Maar ja, heb je bij aanschaf gekozen voor een goed daksysteem met een topper van een waterdichte laag, dan moet je wel van heel goede huize komen om zo’n dak ver voor de economische afschrijving te gaan aanpassen.
Als we ervan uitgaan dat de gebouweigenaren van nu goede daken willen hebben en houden, wat doen we dan in de toekomst? Kunnen we zekerheid en duurzame kwaliteit koppelen aan de flexibiliteit zodat we mee kunnen groeien met de eisen van de toekomst? Kunnen wij dat realiseren? Ja, dat kunnen we - maar niet alleen. We moeten bestaande kwaliteit koppelen aan groeipotentie. Maar groeipotentie kan alleen als we starten met een topkwaliteit, gekoppeld aan de wil van de klant om sneller dan nu te investeren.
Wat moet er dan extra zijn? Om te beginnen moeten we bouwkundig de ruimte creëren om een meegroeidak te realiseren. We hebben ruim voldoende opstandhoogte, ruim voldoende afschot op een minimaal doorzadelende dakconstructie nodig. Die eisen zal de opdrachtgever in zijn bouwplan moeten vastleggen. Tenslotte zal de eigenaar de economische afschrijving van het dak moeten inkorten tot maximaal 15 jaar en dit koppelen aan een hoger investeringsniveau in zijn meerjarenbegroting, oftewel sparen voor een nog onbekende aanpassing. Dan kunnen we samen een basis leggen voor een meegroeidak.
Zoals ik eerder al zei: “Vragen wat je wil is niet zo moeilijk, maar krijgen wat je wil is honderd keer moeilijker.”
Theo Wiekeraad