Roofs 2009-05-06 NEN 6050 vastgesteld
Het is er dan toch van gekomen: per 6 april 2009 is NEN 6050 “Ontwerpvoorwaarden voor brandveilig werken aan daken” van kracht. Dit betekent dat vanaf nu bij opgaand gevelwerk, overkragende bouwdelen en hellende daken met schubvormige afwerkingen over een zone van 750 mm geen open vuur mag worden gebruikt. Aan de vaststelling is een uitvoerige discussie in de markt vooraf gegaan. Zit de hele markt nu op één lijn? En, wellicht belangrijker nog: is de markt nu klaar voor NEN 6050?
Van de redactie
In een gezamenlijk persbericht stellen twee van de initiatiefnemers van deze norm, Probasys Benelux (de vereniging van producenten en leveranciers van bitumen dakbedekkingmaterialen) en de branchevereniging voor de verwerkers hiervan VEBIDAK verheugd te zijn met de vaststelling van de norm. Het uitgangspunt van deze norm is namelijk dat het gebruik van de brander voor de verwerking van bitumen dakbedekking veilig wordt gesteld. Hiervoor was het nodig randvoorwaarden te stellen aan het gebruik van de brander bij details. Dit geldt zowel voor het branden van bitumen dakbedekkingen als voor het drogen van de ondergrond ten behoeve van de verwerking van kunststof folies. De brander kan dus, aldus beide verenigingen, ook in de toekomst in het dakvlak en alle andere details gewoon worden gebruikt, mits de kieren in de ondergrond zijn afgedicht. Dit betekent dus dat de brander op ca. 99% van het dakvlak gewoon kan blijven worden gebruikt.
De normering is tot stand gekomen n.a.v. een aantal grote dakbranden die als gevolg van onzorgvuldig gebruik van de brander waren ontstaan. Met de keuze voor de realisatie van de norm wilden de brancheorganisaties een bewustwording ten aanzien van brandveilig werken aan daken bij de opdrachtgevers, voorschrijvers en verwerkers verhogen. De brancheverenigingen stellen hierin geslaagd te zijn: er is geen richtlijn of norm binnen de dakbedekkingbranche waarover zoveel is gesproken. Men stelt dat men als gevolg van de publicatie van de voornorm, NVN 6050, de tijd heeft gehad ervaring op te doen met de nieuwe werkmethode. Normaal gesproken zou de markt dus nu in staat moeten zijn om daken op een zekere manier conform de definitieve NEN 6050 uit te voeren.
Producenten
Vrij algemeen stellen producenten – ook die van bitumineuze dakbanen - klaar te zijn voor de nieuwe norm. De producenten voor bitumineuze dakbanen hebben allemaal zelfklevende producten of vloeibare afdichtingen waarmee de bedoelde zones zonder gebruik van open vuur waterdicht zijn in te werken. Zij hebben de afgelopen periode intensief besteed aan het informeren van klanten en middels informatiebijeenkomsten hen ervaring op laten doen met de materialen.
De producenten van kunststof en EPDM dakbanen reageren verheugd met de nieuwe norm en stellen al jarenlang klaar te zijn. Kunststof en EPDM dakbanen zijn immers volledig zonder gebruik van open vuur aan te brengen. Een enkeling, zoals Phoenix Benelux, onderstreept dit met een rapportage van BDA. Het bedrijf heeft onlangs de bestaande rapportage over het brandveilig detailleren van bitumen dakbedekkingssystemen met de dakbanen uit het assortiment laten actualiseren.
Ook zijn er in de afgelopen periode verschillende innovaties op het gebied van (hetelucht) branders te noteren geweest.
Discussie
De diverse fabrikanten hebben dus allemaal een oplossing om het mogelijk te maken de daken volgens de nieuwe norm uit te voeren. Men zou dus zeggen dat de markt klaar is voor de nieuwe norm en dat de discussie die de afgelopen jaren heeft gewoed tot een einde is gekomen. Of niet?
De NDA was al vanaf het eerste uur om principiële redenen fel gekant tegen de normering en is daar ook na vaststelling van de norm niet op teruggekomen. Lahuis noemt de norm een compromisdocument, dat zover is uitgekleed dat er nog maar weinig in wordt geregeld. Hij voorspelt dat de norm het marktaandeel van bitumen dakbedekkingen geen goed zal doen: “De fabrikanten van kunststof dakbedekkingen kunnen de normcommissie wel zoenen met dit resultaat. Het is merkwaardig dat de overheid bezig is de regeldruk te verminderen, terwijl het bedrijfsleven nu zelf komt met dit soort halfslachtige regelgeving: zoals de norm er nu ligt, levert die geen bijdrage aan een brandveilige werkpraktijk en wordt de dakdekker beknot in zijn creativiteit om zelf brandveilige oplossingen te bedenken terwijl het de vraag blijft hoe waterdicht de huidige oplossingen zijn.”
De discussie heeft volgens Lahuis wel wat opgeleverd; het bewustzijn dat brandveilig dient te worden gewerkt is immers aanzienlijk vergroot. Dat dit heeft moeten leiden tot een NEN-norm begrijpt Lahuis echter niet: “Dakbranden ontstaan doorgaans niet in het gebied dat in de norm wordt geregeld, maar door werkmethoden die van hogerhand worden opgelegd, of door ondeskundigheid van de dakdekker. Het is daarom inderdaad van het grootste belang dat gewerkt wordt aan de bewustwording inzake brandveilig detailleren. Dit had naar mijn mening echter veel beter gekund met bijvoorbeeld een SBR-publicatie, waarin de eigen ondernemersverantwoordelijkheid van de dakdekker niet op een zo grote schaal wordt ingeperkt.” De NDA beraadt zich nog op de in de toekomst te volgen strategie.
David Kemena van Dakmerk geeft aan dat de Dakmerkleden zich zullen conformeren aan de norm die er nu ligt. Hij stelt dat de huidige norm veel beter werkbaar is dan de eerste versie. In de toekomst zullen de controles op de naleving van de norm ook formeel gaan plaatsvinden.
De NEN 6050 houdt de gemoederen al jaren bezig en wellicht is nog steeds het laatste woord er nog niet over gezegd. Indien er nieuwe ontwikkelingen zijn te melden, zal Roofs u hiervan op de hoogte brengen.
De volgende partijen hadden zitting in de normcommissie:
Probasys Benelux, BBN, Vebidak, BDA Dakadvies B.V., Uneto VNI, Vereniging van brandveiligheidsadviseurs VVBA, Verenigde EPDM Systeem Producenten, Dakmerk, Verbond van Verzekeraars, Nederlandse Isolatie Industrie, NEN