Roofs 2009-05-18 Architectonische dakpannen technisch juist aanbrengen
Dakpannen zijn in de juiste toepassing esthetisch fraai. Echter, een pannendak en pannen aan de gevel, zoals de opnieuw populaire stijl van De Amsterdamse School veel werd toegepast, brengen wel technische eisen qua detaillering met zich mee. Het op de juiste manier aanbrengen van pannen en knikpannen kan veel ellende voorkomen.
Dakpannenfabrikant Imerys is in thuisland Frankrijk marktleider. Het bedrijf biedt met 14 fabrieken een zeer breed assortiment aan dakpannen en accessoires. In Nederland worden de producten op de markt gebracht door het familiebedrijf PGS (Pannen, Gevelsteen, Straatsteen) uit Harderwijk. Roofs sprak met directeur Piet Schaddenhorst.
Vader en zoon Schaddenhorst verkopen de producten voor verschillende fabrieken van dak- en gevelmaterialen. Ze bieden hierbij een uitgebreide technische ondersteuning, gebaseerd op jarenlange ervaring. Desgewenst verzorgt men een compleet verankeringsadvies en een uittrekstaat. Bij nieuwe projecten gaat men altijd uit van de onbebouwde situatie. Tevens biedt men bij gecompliceerde objecten detail werktekeningen en bouwbegeleiding.
Techniek
Deze instelling herkent men ook als men met Schaddenhorst praat over de verschillende technische problemen die op een hellend dak voorkomen. “Problematisch is bijvoorbeeld het toepassen van knikpannen van het dak naar de gevel,” vertelt Schaddenhorst. “Bij een verkeerde detaillering en een te lichte kapconstructie komt er teveel spanning op de gelijmde knikpannen waardoor breuk ontstaat. Men dient ervoor te zorgen dat de gelijmde knikpan aan de bovenzijde op twee punten draagt en aan de onderzijde alleen kan schuiven over de onderliggende dakpan (zie detail). Verankering mag dan ook alleen bij de bovenste flap plaatsvinden.
Een ander heikel punt is het vervaardigen van flauw hellende daken met dakpannen. Schaddenhorst: “Sommige fabrikanten beweren dat het mogelijk is een flauw hellend dak vanaf 10° met een aangepast waterdicht onderdak toe te passen – waarbij men vergeet dat de dakpan altijd nog 3 à 4 graden flauwer ligt dan het dak. Dus bijna vlak, met alle gevolgen van dien. Vuil blijft eerder liggen op de pannen, sluitingen raken vol en het water blijft in de sluiting staan, waarbij meestal na enige jaren vorstschade optreedt.”
“Mijn mening is dus dat wij dit niet moeten doen,” vervolgt Schaddenhorst. ‘Een pannendak is nooit geheel water- en stuifsneeuwdicht. En een waterdicht onderdak zal niet goed ventileren en gaat verspochten. De schades uit het verleden zijn meer dan bekend.”
“Het dakpansysteem van Imerys begint bij 15°, maar dan moet er wel met een aantal zaken rekening worden gehouden. Er dient om te beginnen een waterkerende, dampopen, voldoende dikke mandragende folie toegepast te worden. Dus geen waterdichte folie, daar anders weer condensatieproblemen ontstaan. Bovendien dient er ruimte gehouden te worden tussen de isolatie en de afdekkende folie (minimaal 20 mm). Bij flauwe dakhellingen verdient het aanbeveling dubbele tengels toe te passen en daar tussenin de folie te verwerken. De tengeldikte moet altijd minimaal 20 mm zijn. Hoe flauwer het dak, hoe belangrijker de ventilatie wordt, dit om condensatie in de constructie te voorkomen. Het vocht dat eventueel onder pannen komt, moet dus weggeventileerd worden. Dit bereiken wij door aan de dakvoet een ventilatiepanlat en bij de nok een ventilerende ondervorst toe te passen.”
Schaddenhorst vervolgt over de plaatsing van platte dakpannen: “Deze worden bij voorkeur halfsteens gedekt, om de voorkomen dat het regenwater via de sluitingen loopt en onderaan het dak een verzadiging van waterplaatsvindt en het dak daardoor kan gaan lekken, of dat zelfs de goothoogte hierdoor niet meer voldoende is.”
Innovaties
De Franse fabrikant van keramische dakpannen Imerys breidt voortdurend het assortiment uit om architectonisch onderscheidende dakpannen te kunnen aanbieden. Recent heeft men dan ook enkele opvallende vernieuwingen in het assortiment doorgevoerd, waarmee fraaie architectonische effecten worden bereikt. Hieronder een kort overzicht:
• Artoise Huguenot
Een dubbele Tuile du Nord met vier ophangpunten, leverbaar in vijf kleuren. De pan heeft de uitstraling van een kleine pan, maar is door zijn formaat van 10 p/m² goedkoper in de verwerking. Verwerken bij kil- en hoekkepers is door de grotere breedte gemakkelijker. De pan ligt door de vier nokken stabiel en hoeft bij verzagen niet aan andere pannen gelijmd te worden. Er is een groot assortiment hulpstukken beschikbaar. Plaatsing gebeurt recht boven elkaar.
• HP 10
(met een variabele latafstand).
Een vlakke dakpan die in vijf kleuren beschikbaar is (rood, amarant, leikleur, argentique en glimmend zwart). Verwerkbaar vanaf 17 graden. Gevelpannen heel en half zijn beschikbaar. Plaatsing van deze pannen dient halfsteens plaats te vinden.
• H 10 C
(met een variabele latafstand).
Een lichtgolvende dakpan die op een flauw dak vanaf 15° toepasbaar is. Alle donkere kleuren zijn altijd op bruine scherf, zodat lichte beschadigingen vrijwel niet zichtbaar zijn. Men plaatst deze dakpannen recht boven elkaar.
De Nederlandse verdeler begeleidt de projecten intensief om een technisch juiste verwerking te kunnen bewerkstelligen.