Roofs 2009-07-18 Cradle to Cradle in de bouw, wat zegt dat??
In de bouw is er steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Er zijn verschillende manieren om aan duurzaam bouwen invulling te geven. Rheinzink, producent van titaanzink voor de bouw, doet dit door Cradle to Cradle te produceren: het volledige assortiment is sinds maart dit jaar Cradle to Cradle Silver gecertificeerd. Wat betekent dit nu eigenlijk en wat toont deze certificering aan? Belangrijk is om eerst de gedachte achter Cradle to Cradle (C2C) te begrijpen.
Ing. Thijs Baneke,
Bouwkundig adviseur Rheinzink Nederland
Een goed product is niet alleen ontworpen op uiterlijk en functionaliteit. Een goed product moet gezond zijn voor de gebruikers en niet schadelijk zijn voor het milieu, nu en voor toekomstige generaties. Dit kan prima samengaan met een economisch succesvol product. Door het integreren van economische, sociale en milieuaspecten wordt een product geoptimaliseerd. Deze factoren samen vormen dat een product dat volgens het C2C design is opgebouwd.
De nu veel voorkomende duurzaamheidgedachte is veelal gebaseerd op het minder slecht maken van een product, door bijvoorbeeld de uitstoot van schadelijke stoffen terug te dringen. Een milieuonvriendelijk product op een duurzamere, lees: minder schadelijke manier produceren maakt het product echter niet beter. Een slecht product wordt als het ware geoptimaliseerd en wordt hierdoor uiteindelijk een ‘perfect slecht’ product. Tijdens het gebruik of aan het einde van de levensduur van dit product zullen schadelijke stoffen alsnog in het milieu terecht komen. Is het product recyclebaar, dan zullen de materialen met schadelijke stoffen erin weer worden teruggebracht als een nieuw fout product en kan het uiteindelijk, na enkele malen recyclen, toch als afval eindigen. Het grote verschil met de term duurzaamheid is dat het centrale idee bij C2C is om afval te voorkomen door het als voedsel voor een nieuw product te laten dienen.
Geen filosofie maar wetenschap
Sinds de VPRO documentaire in Tegenlicht en de Nederlandse publicatie van het boek Cradle to Cradle: Afval = voedsel heeft deze visie een enorme impact gehad op het duurzaam bouwen in Nederland. C2C is een zienswijze van twee personen: chemicus Michael Braungart en architect William McDonough. Zij ontwikkelden een visie die niet focust op minder consumptie, maar rekening houdt met de biologische of technische kringloop van een product. C2C is een alternatief voor de huidige gedachte van duurzaam produceren, en past goed in de huidige ontwikkeling van het duurzame bouwen.
Door de vele aandacht die C2C krijgt, lijkt het oorspronkelijke idee op te gaan in een filosofisch en bijna onbegrijpelijk verhaal. Tijdens het congres ‘Cradle to Cradle in de polder’, afgelopen mei op de Technische Universiteit in Delft, vertelde Michael Braungart dat er geen Cradle to Cradle filosofie bestaat. De paar filosofische gedachten die onderdeel uitmaken van Cradle to Cradle zijn het respecteren van mensenrechten en het geloof dat een mens goed is als hij de mogelijkheid krijgt om goed te zijn. Buiten deze filosofische woorden is C2C alleen wetenschap. Michael Braungart is een chemicus en de C2C gedachte is dan ook gebaseerd op de chemische analyse van stoffen die worden toegepast. Niet meer en niet minder. Maar wel of niet een filosofie: Cradle to Cradle (van wieg tot wieg) is een concept waar vrijwel iedereen zich in kan vinden.
Recycling en upcycling
Hoe wordt een product als Rheinzink nu C2C gecertificeerd? Als eerste wordt het ontwerp van het product beoordeeld: welke stoffen worden gebruikt om het product te maken en welke stoffen zijn in het product verwerkt. Giftige stoffen of stoffen die geproduceerd zijn met schadelijke stoffen moeten niet worden toegepast. Rheinzink is een legering van elektrolytisch zuiver zink (99,995%) en een kleine hoeveelheid aluminium, koper en titaan. Deze legering is niet schadelijk voor mens en milieu. Ten tweede onderscheidt C2C twee soorten producten: consumptieproducten die veilig kunnen worden teruggebracht in de biologische kringloop (denk aan materialen die uiteindelijk kunnen composteren) of gebruiksgoederen, die worden toegepast in de technosfeer en in de technische kringloop blijven. Rheinzink is een materiaal dat binnen de technosfeer, de technische kringloop blijft. Zink kan namelijk voor 100% hergebruikt worden: in de praktijk wordt bouwzink al voor meer dan 96?% hergebruikt. Nog belangrijker is dat er geen sprake is van een neergaande spiraal tijdens het hergebruik, het zogenaamde downcyclen. Veel producten komen na recycling niet terug als het zelfde product, maar als een laagwaardigere toepassing. Het materiaal heeft geen last van kwaliteitsverlies, het komt weer terug in zijn oorspronkelijke vorm. Dit noemt men binnen C2C upcycling.
In de praktijk is het upcyclen van het materiaal eenvoudig uit te leggen. Een Rheinzink goot heeft een levensduur van 75 jaar. Als de goot vervangen moet worden zal deze in zijn geheel ingezameld en retour gaan naar de zinkfabriek om omgesmolten te worden tot een nieuwe goot. In de praktijk zitten hier uiteraard meerdere stappen tussen, maar het mooie is dat door de hoge restwaarde 96 procent van het zink ook werkelijk terugkomt in dit proces. Men zal nooit een oude zinken goot terugvinden in een afvalbak op een bouwplaats, daar is het materiaal te waardevol voor. Uiteindelijk leveren wij geen zinken dakgoot, maar 75 jaar gebruik. Daarna komt de goot weer terug voor een volgende gebruiker.
De C2C denkwijze stimuleert om het terugnemen van het materiaal actief door de fabrikant te laten gebeuren. Voor metalen is dit niet noodzakelijk, vanwege de bestaande infrastructuur van schroothandelaren en de hoge restwaarde van het materiaal. Voor andere materialen die zich in de technosfeer bevinden zal hier meer aandacht aan moeten worden besteed. Want wie ziet er op toe dat een C2C materiaal niet alsnog in de afvalbak verdwijnt?
Water, energie en mensen
Andere belangrijke factoren die onderdeel uitmaken van de C2C certificering is het bewust omgaan met energie en water tijdens de productie. De sociale factoren, zoals de omgang met de eigen medewerkers, maar ook bijvoorbeeld het uitsluiten van kinderarbeid vormen het laatste onderdeel van de certificering.
De certificering is opgedeeld in een aantal gradaties, van Basic, Silver, Gold tot Platinum. Rheinzink heeft een Silver certificaat. Jaarlijks wordt het certificaat herzien en wordt verwacht dat men streeft naar een nog hogere certificering. Bij de zinkproducent wordt momenteel het gebruik van groene energie in kaart gebracht en waar mogelijk verbeterd. De producten die gecertificeerd zijn, zijn de dak- en gevelsystemen en de onderdelen van het hemelwaterafvoersysteem. Dit zijn de producten die gemaakt zijn van 100% Rheinzink. Ook de gepatineerde versies van het materiaal, Nature grey-pro en Graphite grey-pro voldoen aan de vereisten. Hier valt ook de ‘pro’-laag onder. Dit is de tijdelijke beschermingslaag die vingerafdrukken op het materiaal voorkomt en dient als een ‘smeerlaagje’ voor het profileren, omdat het materiaal met een olie-arme emulsie is geproduceerd. Als laatste valt ook de zachte legering onder de certificatie, zoals flexzink.
Het nadenken over de levensduur, kwaliteit en hergebruik van materialen is tegenwoordig een vast onderdeel geworden van het ontwerpproces van een bouwwerk. De C2C certificering toont aan dat Rheinzink als bouwmateriaal haar steentje bijdraagt op al deze fronten.