Roofs 2011-10-10 Veiligheid wordt vooraan in de keten geregeld
Naar aanleiding van de veranderende regelgeving op het gebied van veilig werken op hoogte werd op 26 oktober 2011 in de Evenementenhal Gorinchem het congres Veilig op de Hoogte georganiseerd. Met o.a. een symposium ‘Veilig gebouwonderhoud’ en een conferentie ‘Bronaanpak valgevaar’ werden de verschillende aspecten belicht.
Zodra het nieuwe Bouwbesluit ingaat, zal al tijdens het ontwerp rekening moeten worden gehouden met de veiligheid van het pand, met name tijdens de onderhoudsfase. Hier hangt de bouwvergunning van af, de aanvrager van de bouwvergunning moet aantonen dat aan deze eis is voldaan. De bouwaanvraag zal dus worden beoordeeld op de veilige onderhoudbaarheid van het pand. Hierbij zal aan de bron moeten worden begonnen: het ontstaan van valgevaar dient te worden voorkomen. Op plaatsen waar valgevaar ontstaat, dienen de veiligheidsvoorzieningen in eerste instantie deel uit te maken van het gebouw en de kwaliteit hiervan dient te zijn geborgd. Additionele voorzieningen zoals veiligheidshekken kunnen op verantwoording van de gebouweigenaar worden aangebracht. Pas in laatste instantie mag gebruik worden gemaakt van PBM’s zoals lijnsystemen e.d. Hoe hier in de praktijk mee om te gaan was onderwerp van deze dag.
Oud-doelman Hans van Breukelen fungeerde als dagvoorzitter van het symposium. De metafoor met het voetbal werd op deze dag dan ook veelvuldig getrokken: alleen door samenwerking kan resultaat worden gehaald, het individuele belang dient ondergeschikt te worden gemaakt aan het gezamenlijke belang en bij overtredingen zou moeten gelden: twee keer geel is rood. Diverse sprekers kwamen aan het woord en tijdens de paneldiscussie ging het er soms pittig aan toe.
Symposium ‘Veilig gebouwonderhoud’
Roel Gans is directeur Gezond en Veilig werken bij het Ministerie van SZW. Hij gaf aan dat de rol van de overheid beperkt is omdat de overheid zich terugtrekt en bezuinigt. Wel ziet hij het als de taak van de overheid duidelijke kaders te scheppen waarbinnen de markt kan opereren. Hij gaf aan dat niet alle heil van de Arbeidsinspectie moet worden verwacht, die kan niet overal aanwezig zijn. Het gaat erom dat een gedragsverandering teweeg wordt gebracht, wat weer een cultuurverandering vergt. Daarom is het nodig de zaken vooraan in de keten te regelen.
Hier sloot prof. dr. Ben Ale van de TU Delft op aan met een korte uiteenzetting over de werking van het menselijk brein. Het is een menselijke reactie om negatieve informatie te negeren, waardoor men de neiging heeft risico’s te onderschatten. “Als een afwijkende situatie goed afloopt, ga je het normaal vinden – zeker als je er geen verstand van hebt,” stelde hij. Als voorbeeld gaf hij het speculeren met pensioengelden. “De wetenschap van nu is de wetenschap van toen – we hebben alleen gegokt en verloren. Juist daarom is het van belang de procedures van het begin af aan goed te regelen. Aan het begin heb je alle tijd om na te denken.” Met een aantal sprekende voorbeelden liet hij zien waar bij de verschillende partijen de blinde vlekken kunnen zitten, eenvoudigweg omdat de focus ergens anders ligt. Zo is in de Euroborg, het stadion van FC Groningen, flink geïnvesteerd in brandveiligheid. Maar bij de opening werd het hele stadion volgehangen met feestelijk, maar brandbaar papier. “Gooi het oude Bouwbesluit niet weg,” raadde hij de aanwezigen tenslotte aan. “Veel regelingen blijven bij het oude.”
Vervolgens ging ing. Rob Baken, voorzitter van de vakgroep gevelonderhoudinstallaties van de VSB, in op een aantal oplossingen voor de praktijk om tijdens het ontwerp al rekening te houden met het gevelonderhoud. Als opdrachtgever was Alfred van den Bosch van woningcorporatie Alliantie te Amsterdam uitgenodigd. Hij vertelde dat de woningcorporatie de afgelopen jaren aanzienlijk heeft geïnvesteerd in de veiligheid van het eigen personeel. “We realiseerden ons dat het niet goed was geregeld en hebben er de afgelopen periode belangrijke slagen in gemaakt. Maatschappelijke overwegingen zetten dit proces overigens wel onder druk want elke euro die we hieraan uitgeven heeft uiteindelijk effect op de huurprijs. Ook ervaren we druk van buitenaf in de stedenbouwkundige plannen, het onderhoud en de vormgeving. Middels ketensamenwerking en kostenefficiënte methoden als Lean kunnen partners en partijen elkaar versterken.”
Ter afsluiting van het symposium vond een paneldiscussie plaats. Hier namen vertegenwoordigers uit de hele bouwketen aan deel, namelijk Jaap Klaverstijn (Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten), John Kerstens (FNV Bouw), Jaap Jongejan (CNV Vakmensen), Rob Veraart (FOSAG), Alexander Pastoors (Bond voor Nederlandse Architecten) en Cees Woortman (VEBIDAK). Tijdens deze discussie kreeg vooral Alexander Pastoors het als vertegenwoordiger van de architecten te verduren, omdat breed de gedachte leeft dat de architect geen aandacht heeft voor (veiligheid in) de onderhoudsfase. Pastoors gaf echter aan dat ook de architect gebonden is aan het budget dat de opdrachtgever wil betalen: “Je moet de zaken regelen waar ze geregeld behoren te worden. De architect is geen God. Een veiliger bouwpraktijk moet in samenwerking met de gehele bouwkolom tot stand komen. Een goede architect ontwerpt een mooi én veilig gebouw.”
Conferentie ‘Bronaanpak valgevaar’
Tijdens de conferentie ‘Bronaanpak valgevaar’ kwamen de praktische haken en ogen aan de aanpassingen in het Bouwbesluit aan de orde. Shadid Suddle van TU Delft en Jan Warning van Arbouw gingen met de zaal in gesprek en er bleek veel scepsis te leven onder de aanwezigen. Daarbij was het lastig dat er geen architecten in de zaal zaten, nauwelijks opdrachtgevers en ook was er niemand van Bouw- en Woningtoezicht. Precies bij deze partijen ligt namelijk de bal. Er waren vragen over de handhaving: Is de overheid hiertoe in staat? Is de benodigde kennis aanwezig? “De overheid is nog nooit verantwoordelijk gesteld voor misstanden in de bouw,” merkte een van de aanwezigen op. Hoe zal de architect hiermee omgaan? Zal hij veiligheid uitbesteden? Wat is de rol van de welstandscommissie? Op deze laatste vraag gaf Adri Frijters van Arbouw het antwoord dat dit onder de coördinatie van Bouw- en Woningtoezicht valt en dat de welstand dient te worden meegenomen in de bouwvergunning. Ook waren er vragen over de overgangstermijn: hoe gaat men bijvoorbeeld om met ontwerpen die op dit moment zijn goedgekeurd maar waarbij de vergunningsaanvraag nog loopt tot na de ingangsdatum van het nieuwe Bouwbesluit? Warning benadrukte overigens dat de Arbowet onverkort van kracht blijft: de werkgever blijft verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers en dient daar ook naar te handelen.
Suddle sloot af met de opmerking dat het hier slechts om een begin gaat. De maatregelen voor veiligheid dienen nu in het vroegste stadium van de bouw te worden ingebracht en daarbij dienen dus al direct alle relevante partijen hierover met elkaar aan tafel te gaan zitten. “Dat zal wennen zijn,” aldus Suddle. “De verschillende partijen moeten bereid zijn hier in te investeren. Ook moet met opleidingen, voorlichting en campagnes de kennis en kunde van de verschillende partijen op niveau worden gebracht.”
De uitreiking van het eerste exemplaar van de Handleiding veilig onderhoud aan gebouwen, die direct na de conferentie plaatsvond, vormde hiervoor de aftrap. De publicatie beschrijft de implementatie van het Bouwbesluit 2012 in de bouwpraktijk. Tijdens het kennisevenement werd tevens het startschot gegeven voor de Roadshow ‘Op zoek naar ladder- en steigertoppers’, een initiatief van het platform Preventie Valgevaar van het HBA. Het betreft hier een demontabel, mobiel gebouw op ‘caravan-formaat’ waarop, waaraan en waarin diverse onderhoudswerkzaamheden kunnen plaatsvinden. Voor groepen van zes tot maximaal 24 personen kan de instructiewagen bij bedrijf, school, bouwmarkt, bouwplaats, beurs, e.d. worden ingezet. Binnen de instructiewagen wordt voorlichting gegeven met diverse filmpjes, opdrachten en bespreking van diverse hulpmiddelen.