Roofs 2012-04-14 PPP in de praktijk
Duurzaamheid is een onderwerp waar veel bedrijven zich nu en in de toekomst op zullen willen onderscheiden. Het onderwerp staat op gespannen voet met economische principes. Of niet? Ben Sengers van Derbigum Nederland gaat in op de praktische uitwerking van People Planet Profit (PPP).
Al jarenlang profileert Derbigum zich op de Nederlandse markt op een manier waarbij het niet primair gaat om het aantal verkochte vierkante meters. Conceptuele verkoop, noemt Managing Director voor de Nederlandse markt Ben Sengers dat. Dit houdt in dat voor de diverse producten de juiste doelgroep wordt bepaald. De fabrikant speelt daarbij zelf een sturende rol in de ontwikkelingen en de vraag naar oplossingen. Dat is een intensief traject waarbij een belangrijk onderdeel van de marketing het participeren in kennisnetwerken is. Op deze manier speelt het bedrijf al jaren een voortrekkersrol op het gebied van innovaties van dakbedekking. Zo was men destijds voorloper op het gebied van witte, bitumineuze dakbedekking (Derbibrite® NT), flexibele zonnepanelen voor toepassing op deze dakbedekking (Derbisolar®) en, meer recent, de productie en verkoop van ecologische, plantaardige dakbanen (Derbipure®).
PPP
“Ik heb liever wat minder verkochte vierkante meters met een goede marge dan dat een product van ons op alle daken ligt zonder dat ik daar aan verdien,” zegt Sengers hierover. “Belangrijk is dat het verhaal dat we vertellen klopt. Opdrachtgevers zijn in toenemende mate op zoek naar manieren om hun gebouwen op een maatschappelijk verantwoorde manier te bouwen en te beheren. Het is de taak van fabrikanten en leveranciers hier antwoorden op te vinden. Daarom investeren wij aanzienlijk in de participatie in kennisnetwerken zoals het Dutch Green Building Council en in de communicatie van deze kennis met onze medewerkers en klanten. Het gaat ons om het ontwikkelen van oplossingen die ook commercieel aantrekkelijk zijn.”
Een van de grondleggers van het cradle-to-cradle concept is Michael Braungart. Van hem is de gedachte dat de noodzakelijke duurzaamheid (Planet) moet samengaan met de behoeften en het comfort van mensen (People) en het economische rendement (Profit). Alleen als aan alle drie de punten een bevredigend antwoord is geformuleerd, zal de ontwikkeling daadwerkelijk op gang komen. “Grote stappen, snel thuis gaat in dit geval dus niet werken,” aldus Sengers. “Het is van wezenlijk belang dat het verhaal klopt en op een juiste manier naar de markt toe wordt gecommuniceerd. Uit commerciële motieven wordt bepaalde informatie nogal eens onvolledig gecommuniceerd.”
SRI
Als voorbeeld hiervan noemt Sengers de reflectiewaarde van witte dakbedekkingen. De mate van reflectie wordt gecommuniceerd middels de Solar Reflection Index (SRI). De reflectie van zonlicht heeft tot doel het binnenklimaat van het gebouw koeler te maken. Mogelijke motieven hiervoor zijn een comfortabel binnenklimaat en/of een besparing op de kosten van de airco. Sengers signaleert dat de verschillende aanbieders van witte dakbedekkingen een Solar Reflectance-waarde communiceren zonder dat inzichtelijk wordt gemaakt waar die waarde voor staat. De mate van passieve koelingcapaciteiten van een dakbedekking wordt namelijk het best uitgedrukt middels de Solar Reflectance Index (SRI): een correlatie tussen de Solar Reflectance (reflectiewaarde) en de Infrared Emittance (emissiewaarde).
Sengers: “Een witte dakbedekking reflecteert het zonlicht en daarmee hangt samen dat de dakbedekking de hoeveelheid warmte die via het dak in de constructie komt reduceert. Van belang is dat zowel de mate van reflectie van het licht als die van de emissie van de warmte (die toch wordt opgenomen), wordt gereduceerd. Het gaat er in de SRI om dat beide waarden zo hoog mogelijk, en in evenwicht zijn. Bij de Derbibrite NT en Derbipure is zowel de reflectiewaarde als de emissiewaarde 81 %. Dit leidt tot een SRI van 100. Hoe dichter het SRI-getal bij de 100 komt, hoe koeler het dak is. Als een bepaalde dakbedekking dus bv. een SRI heeft van 68, zal dit dak dus warmer zijn dan een van de genoemde dakbedekkingen, hoewel de reflectie van dat dak bijvoorbeeld 85% kan zijn. Een hoge reflectiewaarde of een hoge emissiewaarde afzonderlijk zegt niets over de passieve koelingcapaciteiten, en andersom evenmin. Het uitsluitend communiceren van een reflectiewaarde is dus onvolledig en daarmee misleidend.”
Hoe belangrijk is toepassing van een witte dakbedekking nu eigenlijk voor het binnenklimaat? “Het begint met een goede isolatielaag waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de temperatuurstroom van buiten naar binnen, maar zeer zeker ook van binnen naar buiten,” aldus Sengers. “Daar begint het dus mee. Maar het is lang niet altijd mogelijk om een extra isolatielaag aan te brengen. In die gevallen kan het een oplossing betekenen een witte dakbedekking toe te passen. Het energetische rapport van de Derbibrite NT (door Bureau Niemann in 2008) toont aan dat de warmtestroom door de dakconstructie van buiten naar binnen met 70% wordt teruggedrongen, ongeacht isolatie. Een combinatie van beide is natuurlijk het beste: je moet het één doen en het ander niet laten. Bij nieuwbouwprojecten kan het best in één keer een goed dakpakket worden aangebracht waarmee de constructie passief kan worden gekoeld. In de gootzones heeft dit geen zin, deze zones vervuilen snel. Wij raden daarom in veel gevallen aan de gootzones te bedekken met een zwarte dakbedekking zodat het dak niet wordt ontsierd door vervuiling.”
Kwaliteitsslag
Ook op andere gebieden is het bedrijf actief aan het ontwikkelen om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar duurzame producten en systemen. Hiertoe behoren ook ontwikkelingen op het gebied van zonne-energie, waar een beter rendement geldt op daken met een witte dakbedekking. “Zonne-energie wordt, in tegenstelling tot een aantal jaren geleden, steeds meer een renderende markt door lagere prijzen en hogere energiekosten. Projecten zijn er echter vooral op lokaal niveau. De uitdaging is het ontwikkelen van betaalbare, hoog renderende, breed inzetbare oplossingen. Wij zijn in samenwerking met o.a. ECN bezig met de ontwikkeling van een nieuw PV-systeem, in eerste instantie bestemd voor de industriële markt. Hierbij worden de hoog rendement PV panelen meteen in de dakbanen productietechnisch meegenomen. Het komende jaar zullen met het nieuwe systeem in heel Europa 5 à 10 proefdaken ingericht worden, waarvan twee in Nederland. Deze zullen dan gemonitord worden. In het derde kwartaal van 2012 zullen wij hiervan de resultaten communiceren.”
Wat is de rol van de dakdekker in deze ontwikkelingen? “De dakdekker zal naar mijn mening steeds meer moeten gaan opereren als dakcoördinator,” aldus Sengers. “Hij moet de opdrachtgever steeds een stap voor zijn en de nieuwste ontwikkelingen aanbieden. Daarmee onttrekt hij zich aan de prijzenslag per vierkante meter. De dakdekker moet zich afvragen: wat is voor mijn opdrachtgever mijn toegevoegde waarde? Dat is niet de laagste prijs. Wel moet ervoor worden gezorgd dat de opdrachtgever appels met appels vergelijkt. De verschillende partijen in de bouwketen moeten samenwerken in de ontwikkeling van opleidingen, richtlijnen, handleidingen, etc. Als we samen op de snaar tokkelen, dan moet het mogelijk zijn een kwaliteitsslag te maken.”
Sengers: “De rol van de erkende verwerkers van Derbigum zal dus alleen maar belangrijker worden. We zullen intensief met elkaar in gesprek moeten blijven. De dakdekker en de leverancier zijn de schakel tussen de opdrachtgever en zijn ambities op het gebied van duurzaamheid. Het gaat erom een cultuur te creëren waarin steeds nieuwe impulsen worden gegeven aan nieuwe ontwikkelingen. Daar is uiteindelijk ieder bedrijf individueel op aan te spreken. Het is een gezamenlijk belang waar elke partij een eigen rol in speelt. Wij nemen onze rol in ieder geval vol enthousiasme op.”