Zoeken

Roofs 2014-05-12 Normering van persoonlijke beschermingsmiddelen

Om persoonlijke beschermingsmiddelen in Europa te mogen verkopen, moeten deze voorzien zijn van een CE-markering. De CE-markering wordt verleend op basis van Europese regelgeving en de EN-normen die daaruit voortvloeien. Voor Nederland faciliteert NEN uit Delft het ontwikkelen van deze normen. In dit artikel legt secretaris Stephanie Jansen van NEN het normeringenstelsel op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen uit.

Roofs is met een reeks artikelen over ‘Veilig werken op hoogte’ van start gegaan omdat het aan een heldere structuur over regelgeving, naleving, invulling en toezicht ontbeert. Veiligheid kent diverse belanghebbenden die vanuit hun positie invloed hebben op veilig werken op hoogte. Door al deze belanghebbenden te interviewen ontstaat een totaaloverzicht, Roofs streeft ernaar het haar lezers zo helder mogelijk te presenteren.

Europese normering

Om te komen tot een Europese markt moet wet- en regelgeving op elkaar worden afgestemd. Dat gebeurt onder andere door middel van Europese normen. Voor veilig werken op hoogte zijn Europese normen opgesteld als ook voor de producten waarmee veilig gewerkt kan worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen

Stephanie Jansen is als secretaris van NEN verantwoordelijk voor de begeleiding van de normering op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen. “De normering van persoonlijke beschermingsmiddelen is Europees en internationaal geregeld. Er zijn dus  zogeheten EN-normen en EN-ISO normen voor deze producten, gebaseerd op de Europese Directive 89/686/EEG voor persoonlijke beschermingsmiddelen. De Europese ‘Directive’ heeft een wettelijke status. Het woord ‘Directive’ wordt vertaald als Richtlijn, maar dat wekt verwarring omdat in het Nederlands een richtlijn geen wetgeving hoeft te zijn. Het is dan ook het duidelijkst om in geval van de Europese Richtlijnen het Engelse woord ‘Directives’ aan te houden.”

“Naast ‘Directives’ kent de Europese wetgeving ook ‘Regulations’. ‘Regulations’ moeten zonder aanpassing één-op-eén overgenomen worden door de Lidstaten. Dit is niet het geval bij Directives: deze moeten worden opgenomen in nationale wetgeving. Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s, ofwel ‘Personal Protective Equipment’, PPE’s) vallen zoals gezegd onder de Directive 89/686/EEG. De Europese EN-normen of EN-ISO-normen  beschrijven hoe hier op Europees niveau invulling aan dient te worden gegeven. Deze normering moet op nationaal niveau worden overgenomen door alle Lidstaten.”

“Er zijn dus kortom geen Nederlandse NEN-normen voor persoonlijke beschermingsmiddelen. De EN-normen voor PPE’s worden vaak in opdracht van de Europese Commissie (EC) door de Technische Commissies (TC) van CEN opgesteld. Hier komt een EN-norm uit. Een in Nederland overgenomen EN-norm is een NEN-EN. Een norm heeft dus zoals gezegd zelf geen wettelijke status: het is een hulpmiddel om aan te tonen dat het product voldoet aan de wet. Het is dus ook niet verplicht aan een norm te voldoen: je kunt ook op een andere manier aantonen dat je voldoet aan de wettelijke eisen. Maar in de praktijk gebeurt dat enkel bij producten waar geen norm voor beschikbaar is. Bij een bestaande norm is al het denkwerk immers al gedaan.”

“Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten aantoonbaar voldoen aan de Europese regelgeving. De snelste weg om dit aan te tonen is een certificaat dat het betreffende product is getest conform de in de norm omschreven eisen. Dit certificaat wordt verleend door een notified body. Op basis hiervan mag een fabrikant CE-markering op zijn product aanbrengen. De notified bodies staan op hun beurt onder toezicht van de Raad van Accreditatie (RvA).”

Totstandkoming normering

De Europese normen komen zoals gezegd tot stand in Technische Commissies van CEN. Nederland heeft hier via NEN en de nationale normcommissies inspraak in. Jansen: “Stel, er wordt een volledig nieuwe toepassing op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen geïntroduceerd. NEN zal dan het initiatief nemen de markt te informeren, o.a. middels een informatiebijeenkomst voor de markt. Als de meerderheid van de belanghebbende marktpartijen in de betreffende vergadering aangeeft daar behoefte aan te hebben, zal een normcommissie worden samengesteld. In principe staat de normcommissie open voor alle marktpartijen. Iedere marktpartij heeft zijn eigen belang om deel te nemen aan normontwikkeling. De norm wordt uiteindelijk geschreven door de experts volgens een consensusmodel: de markt beslist. NEN organiseert en faciliteert, maar levert zelf geen inhoudelijke bijdrage. Wij bemoeien ons op taalkundig niveau met de tekst, zorgen ervoor dat de presentatie bij publicatie van de norm in orde is en geven kenbaarheid aan beschikbare normen.”

Onderdeel van de normering op het gebied van veilig werken op hoogte is de verwijzing naar andere normen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat alle normen op elkaar zijn afgestemd. Jansen: “Het verschilt per onderwerp in hoeverre de overheid bij de totstandkoming van de norm is betrokken. In het geval van PPE’s stelt het Ministerie van SZW zich op het standpunt dat de wettelijke bepalingen een afdoende raamwerk leveren voor de invulling ervan. Het Ministerie volgt de totstandkoming van de normering dus alleen op afstand: ze wordt door NEN op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Met betrekking tot de totstandkoming van de Europese regelgeving vergadert het Ministerie van SZW in de Europese Commissie, NEN is betrokken bij de voorbespreking voor die vergaderingen.”

Op welke wijze normen van invloed zijn op de A-bladen is niet direct bekend. Jansen: “A-bladen zijn gebaseerd op afspraken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties. Het zijn richtinggevende aanbevelingen, maar zij hebben geen wettelijke status. Er is soms onduidelijkheid over de relatie tussen wetgeving, normen en A-bladen. Net als de normen voor PPE moeten A-bladen voldoen aan de (Europese) wetgeving.”

Handhaving

Het verhandelen op de Europese markt van bijvoorbeeld een veiligheidsharnas zonder CE-markering is dus illegaal. De vraag of een product is voorzien van een CE-markering gaat in de handhaving doorgaans pas spelen in geval van een ongeluk waar Inspectie SZW onderzoek naar doet. Jansen: “Er is geen controle vooraf. Het komt wel eens voor dat de douane een partij PBM’s bij de grens tegenhoudt wanneer de producten niet aan de juiste eisen voldoen. Wel beschikken we over de zogeheten RAPEX. Dit is een Europese database, feitelijk een zwarte lijst, met producten die een risico vormen voor de gezondheid en veiligheid van consumenten. Het is een alarmeringssysteem.”

De Directive die van toepassing is op persoonlijke beschermingsmiddelen is in Nederland opgenomen in de Warenwet. Inspectie SZW zal in geval van een inspectie of een ongeval ook controleren of het betreffende persoonlijke beschermingsmiddel is voorzien van een CE-markering. In principe controleert Inspectie SZW de arbeidsmarkt, maar bij een inspectie of onderzoek (in opdracht van het OM) zullen alle veiligheidsaspecten worden betrokken.

De werkgever is er in eerste instantie voor verantwoordelijk dat de juiste PBM’s worden gebruikt tijdens de werkzaamheden. De fabrikant is ervoor verantwoordelijk dat de juiste informatie over het gebruik van een PBM bij de werkgever/gebruiker terecht komt. Dit wordt onder andere gedaan door het meeleveren van gebruiksaanwijzingen.

Over de transitie van EN 795:2012 naar een geharmoniseerde norm is nog steeds geen consensus bereikt. Dit betekent dat er (nog) geen CE markering kan worden aangebracht naar aanleiding van conformiteit met deze norm. Deze gang van zaken is reeds diverse malen beschreven in de Roofs en in geval hier verandering in komt zal er zeker berichtgeving volgen. De tekst van de nieuwe PPE Regulation is overigens beschikbaar. Deze vervangt op termijn de huidige PPE Directive.