Roofs 2015-04-12 Luchtdichtheid en isolatie: nieuwe aandachtspunten voor dakdekkersbedrijven (premium)
Het isoleren van de gebouwschil wordt steeds belangrijker en daarmee komt er meer en meer aandacht voor de luchtdichtheid van de gebouwschil. Samenstellers en bouwers van zowel hellende als platte daken moeten meer aandacht besteden aan de aansluitingen dan ze tot nu toe doen. In dit artikel legt ing. Ton Berlee uit waarom dat het geval is.
Het tegengaan van ongewenste luchtstromen en daarmee wegvloeien van energie is de basis voor de luchtdichting van een gebouw. Samenstellers van platte daken kennen al heel lang het bouwfysische belang van dampremmende lagen. De discussies over het wel of niet kunnen handhaven en uitvoeren van ‘ koude’ daken en hoe die geventileerd zouden moeten worden, liggen al heel lang achter ons. Ook ‘omgekeerde’ daken kennen we nauwelijks nog. Voor een hoge warmteweerstand zijn ‘warme’ daken de enige geschikte uitvoering.
Dampremmende lagen
In de dakenbranche kennen we al heel lang de toepassing van dampremmende lagen in platte daken. Bij hellende daken is de noodzaak voor dampremmende lagen nooit zo gevoeld.
Dampremmende lagen zijn noodzakelijk, omdat de dakbedekking een water- en dampdichte afsluiting vormt van de isolatie. Wanneer vochtige warme lucht uit de verwarmde binnenruimte niet wordt tegengehouden, ontstaat een aanvoer van vocht dat geen uitweg heeft.
Hellende daken hebben meestal een schubvormige waterkerende laag. Het vocht kan nog een uitweg vinden, hoewel dat met de toename van onderfolies ook steeds minder wordt - of tot ongewenste watervoerende lagen leidt. Voor hellende daken die gesloten zijn, zoals metalen dakbedekkingen, is een dampremmende laag ook allang een must. Ook daken met riet moeten aan de binnenzijde goed dampdicht gesloten zijn. Die afsluiting aan de binnenzijde wordt steeds kritischer. Hoe komt dat?
Druk op de gebouwschil
Het kan niemand zijn ontgaan dat de warmte isolerende laag steeds dikker en dikker wordt. Met een energie-nul-variant gaan we naar 250 mm dikke isolatie en dikker. In Scandinavië kijken ze inmiddels niet meer op van 750 mm dikte en meer. Niet alleen op het dak wordt meer toegepast, ook in de vloer en de gevels. Alle aansluitingen van deuren en ramen verbeteren, dubbele en zelfs driedubbele aansluitingen met rubbers. Kozijnen met slabben en extra aandacht bij bouwelementen. De gebouwschil wordt steeds dikker en sluit steeds beter.
Er wordt ook steeds meer op gecontroleerd. Met een blow-door meting wordt vastgesteld hoeveel kubieke meter lucht per seconde nodig is om een vastgestelde overdruk in stand te houden. Die methode is een test die precies weergeeft wat er aan de hand is. Wanneer we een binnenruimte verwarmen, dan zet de lucht in die binnenruimte uit en veroorzaakt een druk op de buitenwanden.
Wie wel eens heeft gezien hoe een luchtballon wordt opgezet, heeft precies dat effect gezien. De brander verwarmt de lucht in de ballon, de lucht zet uit en drukt tegen het doek; de luchtballon krijgt vorm. Ons gebouw heeft die vorm al, dus die uitzetting vindt niet plaats. Wat wel gebeurt wanneer we de verwarming op 20° C zetten, is dat de warme binnenlucht weg wil stromen door de bouwschil. Hoe meer de schil gesloten is, hoe groter de druk op de schil en de resterende openingen. Ook het gegeven dat de gehele woning op temperatuur wordt gebracht en gehouden, verhoogt de druk op de schil. De zolder als leefruimte in plaats van geventileerde opslagruimte spreekt wat dat betreft boekdelen.
Vochtproblemen
Bij een steeds dikker wordende isolatie neemt het temperatuurverschil tussen binnen en buiten toe. Dat is ook wat wordt nagestreefd. Bij een luchtlek of op plaatsen waar de isolatie niet gesloten is en lucht circuleert, ontstaan vochtproblemen: bij veel isolatie meer dan bij een dunne geïsoleerde bouwschil.
Dakdoorvoeren door geïsoleerde dakdozen zijn een helder voorbeeld. Condensatieproblemen rond dakdoorvoeren nemen toe in gelijke mate met de dikte van de isolatie waar doorheen de doorvoer moet worden gevoerd.
Goed sluitende manchetten aan binnen- en buitenzijde, als ook goed geboorde gaten, zijn zeer bepalend. Ook de aansluitingen van dakelementen bij hellende daken worden steeds kritischer. Zie bijvoorbeeld de afbeelding met mosgroei boven de nok: warme vochtige luchtstromen condenseren onder de vorsten die vervolgens begroeien.
Aansluitingen van platte daken bij de gevel vormen in toenemende mate problemen. De bouwschil verandert met de toenemende eisen, wat nieuwe problemen oplevert. Dakdekkers, plat en hellend, moeten niet alleen waterdichte daken aan de buitenzijde opleveren, ook luchtdichte aan de binnenzijde. Een slechte uitvoering van één van de lagen resulteert in lekkage.
Nu valt er in een volledig luchtdicht gebouw of woning niet te leven. Er zijn al meerdere proeven geweest met wonen in een stalen container. Mensen produceren net als andere levende wezens nu eenmaal vocht, wat zijn uitweg moet vinden. De gebouwschil is in dat opzicht, na de kleding die we dragen, de derde huid. Wie wel eens een dagje heeft rondgelopen in een plastic regenjasje weet dat de binnenzijde drijfnat wordt, daar hoeft het niet voor te regenen. Hetzelfde effect geeft een luchtdichte woonruimte, niet zo fris dus!
Verklaring op luchtdichtheid
Gecontroleerde ventilatie moet daar in voorzien, maar evenzeer geldt dat de binnenzijde van de gebouwschil vocht moet kunnen absorberen en doorgeven. De mate waarin is bepalend voor het comfort dat wordt ervaren in de leefruimte. Bij bouwelementen zal vochtaccumulatie een item worden voor de leveranciers / fabrikanten. Dakdekkers zullen de aansluitingen van de dakelementen en de verantwoording daarover voor hun rekening moeten nemen. De aansluitingen tussen de bouwelementen zullen luchtdichter moeten zijn dan de bouwelementen zelf.
Rietdekkers kennen inmiddels in het kader van het RietGarantPlan een luchtdicht reportage, ze beginnen doorgaans pas met rietdekken als de verklaring luchtdicht is afgegeven. Wanneer dan inwendige condensatie optreedt in het riet, zijn ze op dat punt gevrijwaard. Dakaannemers die hellende daken aannemen zullen in toenemende mate de aansluiting op de gevels moeten controleren en de verantwoording op zich moeten nemen. Sluiten de dampremmende lagen aan, sluit de isolatie aan, sluiten de doorvoeren aan en hoe sluit de nok? Een verklaring op luchtdichtheid laat niet lang meer op zich wachten.
Dakdekkers van platte daken zullen de doorvoeren meer moeten controleren, als ook de aansluitingen bij de dakranden en het opgaande werk. En om het palet aan eisen in de nabije toekomst te completeren: de aansluitingen zijn ook al de zwakke plek op het gebied van de brandveiligheid.
In een volgend artikel zal nader worden ingegaan op de diverse aspecten van luchtdicht bouwen.