Zoeken

Roofs 2015-07-12 Alleen het eindresultaat telt (premium)

Kwaliteitsborging

De systematiek voor kwaliteitsborging in de bouw is in de afgelopen jaren op de schop gegaan. Roofs heeft hier verschillende artikelen aan gewijd. In dit artikel een interview met kwartiermaker Harry Nieman van Instituut voor Bouwkwaliteit.

Het Instituut voor Bouwkwaliteit is opgericht om de invoering van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw te begeleiden. Harry Nieman is als één van de drie kwartiermakers (de anderen zijn ir. Hajé van Egmond en ing. Gert-Jan van Leeuwen) o.a. verantwoordelijk voor het creëren van het draagvlak voor de veranderingen. “De invoering van het nieuwe stelsel is een proces dat alle bouwpartijen gezamenlijk ondergaan,” vertelt hij.

Het proces voor het aanpassen van de systematiek voor kwaliteitsborging is al langere tijd aan de orde. Het invoeren van de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Dekker stond in het regeerakkoord van het Kabinet Rutte 1, en is overgenomen door Rutte 2. Insteek is de bouw flexibeler te maken en te dereguleren. De aanpassingen hebben tot doel de verantwoordelijkheden op een betere en duidelijkere manier te regelen en ook de kwaliteit van de bouw zelf te verbeteren. De borging van de kwaliteit moet door de markt zelf worden georganiseerd, de overheid hoeft alleen nog maar te checken of deze borging op een juiste manier heeft plaatsgevonden. Specifieke kennis moet al aan het begin van het bouwproces worden geborgd, zodat het ontbreken van deze kennis later in het bouwproces niet voor problemen zorgt. Denk hierbij aan de verwerker, waarvan niet mag worden verwacht dat die kennis heeft van het ontwerp. Het bouwwerk op de tekening verschilt in de huidige situatie dikwijls nog teveel van het bouwwerk in de praktijk. De positie van de eindgebruiker laat bovendien te wensen over omdat de specifieke kennis van, en ervaring met de bouw en de contracten die in de bouw worden gesloten. Het wetsontwerp kent twee pijlers, het publiekrechtelijke deel, namelijk de verbetering van de kwaliteitsborging van het Bouwbesluit en het privaatrechtelijk deel, de versteviging van de positie van de consument.

Nieuw stelsel

Nieman: “In de oude situatie toetste Bouw- en Woningtoezicht (BWT) op aannemelijkheid en werd incidenteel toezicht gehouden op de uitvoering. Dit creëert schijnveiligheid. De Commissie Dekker is bovendien tot de conclusie gekomen dat er in de traditionele bouwwereld veel fricties zitten: er wordt veel dubbel werk uitgevoerd (wat leidt tot onnodige kosten), de verantwoordelijkheden zijn diffuus en er is te weinig aandacht voor het eindproduct. Bovendien zijn in het oude stelsel onvoldoende prikkels tot het streven naar kwaliteit ingebouwd: de focus ligt teveel op tijd en geld. Het huidige publiek/private stelsel (want in het huidige stelsel is de markt verantwoordelijk voor het voldoen aan het Bouwbesluit) blijft in de nieuwe situatie gehandhaafd, maar de accenten zullen verschuiven zodat de verschillende verantwoordelijkheden gedurende het bouwproces eenduidiger zullen zijn. Het naar elkaar wijzen bij problemen wordt daarmee verleden tijd. De klant krijgt wat hij/zij wil en waarvoor is betaald.”

Het vernieuwingsproces heeft ertoe geleid dat momenteel een nieuw stelsel klaarligt en de wetswijziging voor invoering van dit nieuwe stelsel zal dit najaar naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Momenteel zijn de activiteiten van het Instituut voor Bouwkwaliteit gericht op het verspreiden en ophalen van informatie en kennis over het nieuwe stelsel en het creëren van draagvlak.

Wat gaat er zoal veranderen? In Roofs januari 2015 is nader ingegaan over de veranderingen op productniveau die het gevolg zijn van de Stelselherziening. Essentiële eigenschappen van producten mogen bijvoorbeeld uitsluitend nog via de Declaration of Performance (DoP) in het CE-merk worden gecommuniceerd. De kwaliteit van samengestelde producten, vervolgens, mag volgens Bouwbesluit artikel 1.18 via andere (kwaliteits)keurmerken worden gecommuniceerd. Dit geschiedt volgens een Erkende Kwaliteitsverklaring (EKV) voor zowel het product als het proces. De kwaliteit van de toepassing van het samengesteld product in het bouwwerk, tenslotte, wordt gecommuniceerd door de verklaring van de kwaliteitsborger. De kwaliteitsborger is een marktpartij die bevoegd is om de kwaliteit van het gebouw te controleren en te borgen.

Proportionaliteit

Dit alles betekent dus dat de aanvrager van de omgevingsvergunning direct het borgingsinstrument meldt (en de kwaliteitsborger, die dat instrument mag toepassen), passend bij de gevolgklasse waarin het project valt. De kwaliteitsborger toetst het ontwerp en controleert de uitvoering, en geeft tenslotte de verklaring af dat het project voldoet aan de bouwregelgeving.

“Het basisbegrip bij de invoering van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging is ‘proportionaliteit’,” aldus Nieman. “Je moet uitkijken dat je niet met een kanon op een mug schiet. Belangrijk is dat bij alle typen projecten op elk moment in het bouwproces de kwaliteit van product en proces is geborgd. Een ontwerp voor gevolgklasse 1 (eenvoudige bouwwerken) kan bijvoorbeeld door een erkende architect worden gemaakt, die vervolgens controleert (als borger) of de bouwer zijn ontwerp ook daadwerkelijk uitvoert. Ook een bouwbedrijf dat aantoonbaar voldoet aan de kwaliteitseisen en werkt met goed opgeleide medewerkers kan als kwaliteitsborger voor gevolgklasse 1 optreden. Voor de hogere gevolgklassen worden zwaardere eisen aan het instrument voor kwaliteitsborging en aan de borger gesteld. Zo zal waarschijnlijk de mate van onafhankelijkheid groter moeten zijn. De markt kan het beschikbare stelsel aan kwaliteitsverklaringen en garantieregelingen blijven gebruiken en efficiënt en effectief inzetten om het bouwproces te borgen. Al bij de bouwaanvraag dient aangegeven te worden welke instrumenten zullen worden ingezet en hoe de kwaliteit zal worden geborgd. De verklaring van de kwaliteitsborger bij de gereedmelding van het project aan de gemeente geeft aan dat wordt voldaan aan de bouwregelgeving. Aanvullend kunnen vanzelfsprekend tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer andere kwalitatieve eisen worden afgesproken. Additioneel kan het instrument ook voorzien in de borging van deze eisen, echter dat deel van het instrument zal niet worden gecontroleerd door de overheid, maar dat zal moeten gebeuren door de marktpartijen zelf.”

Verantwoordelijkheden

Hoe zijn de verantwoordelijkheden in het nieuwe stelsel geregeld? Nieman: “Het is eigenlijk heel eenvoudig. De verkoper (wettelijk: de aannemer) is verantwoordelijk en aansprakelijk voor ontwerp en uitvoering. De borger is verantwoordelijk voor het correct toepassen van het instrument. De toezichthouder toetst tijdens het proces alleen of gebruik wordt gemaakt van het juiste instrument en kwaliteitsborger. Bij de oplevering toetst de kwaliteitborger of alle benodigde documenten in het dossier aanwezig zijn. De kwaliteitsborger stelt bij de oplevering een verklaring op dat het gebouw voldoet aan alle wettelijke eisen. De controlerende rol van de overheid is dus zeer beperkt: BWT controleert enkel aan het begin van het bouwproces (met behulp van de door de Toelatingsorganisatie beheerde registers) of het gekozen instrument past bij de gevolgklasse van het project en of een borger wordt aangesteld die het instrument mag toepassen.

Het privaatrechtelijke deel van het wetsontwerp bevat drie aanpassingen die zullen worden opgenomen in het Burgerlijk Wetboek:

a Definitie verborgen gebreken. Wanneer een ‘gebrek’ niet in het dossier is opgenomen dat tijdens de oplevering wordt opgesteld, dan geldt het als een verborgen gebrek.

b Retentierecht. 5% van de aanneemsom gaat in depot, de klant heeft de bevoegdheid het depot vrij te maken. In de praktijk zal dat gebeuren als de klachten door de aannemer naar tevredenheid zijn verholpen.

c De aannemer heeft informatieplicht over de afdekking en de risico’s. Bij een bouwwerk dient verplicht een ‘bijsluiter’ te worden meegeleverd, vergelijkbaar met die bij medicijnen, om de vooraf te waarschuwen voor eventuele ‘bijwerkingen’.

Nieman besluit: “Met de verbeterde kwaliteitsborging worden de rollen en verantwoordelijkheden helder, en wordt de positie van afnemers en consumenten versterkt. Bijkomende voordelen zijn dat het bouwproces wordt versneld en verbeterd en dat de faalkosten naar beneden gaan. Indien een van de partijen in gebreke blijft, volgt ook daadwerkelijk een sanctie (wellicht in de vorm van een boete of intrekking van de erkenning). Het bouwproces dient als gevolg van de Stelselherziening verder te worden gestroomlijnd (procesinnovatie bij ontwerpers en bouwers (BIM), verbeteren verwerkingsinstructies en communicatie (advies) daarover door fabrikanten, ondersteunen consument door consumenten-organisaties). Er zou tevens een uniform gebouwdossier voor de consument moeten worden ontwikkeld, zodat de woning of het gebouw correct zal worden gebruikt. De Stelselherziening is een grote kans voor zowel de marktpartijen als de consument (en hun organisaties) om de bouwkwaliteit te verbeteren en te leveren wat de klant verwacht en waar hij recht op heeft.

In komende edities zal Roofs nader ingaan op de praktische invulling van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw.