Roofs 2015-11-12 Nieuwe generatie KOMO kwaliteitsverklaringen voor flexibele baanvormige dakbedekkingen (premium)
Certificering
De ontwikkelingen rond KOMO kwaliteitsverklaringen in relatie tot CE-markering volgden elkaar in de afgelopen periode zo rap op, dat ieder artikel bij publicatie meteen weer verouderd zou zijn geweest. Nu zijn er ontwikkelingen die concreet zijn en het melden zeker de moeite waard.
Marco de Kok
In eerdere artikelen in Roofs is reeds uitgebreid toegelicht wat de problematiek met KOMO kwaliteitsverklaringen is na de invoering van de Construction Products Regulation (CPR) per 1 juli 2013. In het kort komt het erop neer dat zowel het ministerie van BZK als de handhavende Nederlandse autoriteit IL&T artikel 33 van de CPR (t.w. “De CE-markering moet het enige merkteken zijn dat aangeeft dat het bouwproduct overeenstemt met de aangegeven prestaties en dat het voldoet aan de toepasselijke eisen betreffende de uniale harmonisatiewetgeving.
Andere markeringen kunnen echter worden gebruikt mits zij bijdragen aan het verbeteren van de consumentenbescherming en niet onder de bestaande uniale harmonisatiewetgeving vallen”) zodanig interpreteert dat het verboden is om in KOMO kwaliteitsverklaringen de essentiële eigenschappen te vermelden die reeds middels CE-markering gecommuniceerd worden. Dit is waarom alle KOMO certificaten met een relatie met CE-markering per 1 januari 2015 zijn omgedoopt naar KOMO kwaliteitsverklaringen, waaruit de essentiële kenmerken zijn verwijderd. Naar deze actie refereert Ton Jans van KOMO ook naar in het interview met hem dat Roofs in september dit jaar publiceerde.
Ondanks het feit dat de acceptatie van de KOMO kwaliteitsverklaringen in de markt onverminderd lijkt (of is), blijft er bij de producenten en certificaathouders nog steeds de behoefte bestaan om de essentiële eigenschappen niet alleen middels een fabrikanteigen verklaring (Declaration of Performance – DoP) naar de markt te communiceren, maar dat ook nog eens te laten bevestigen door een onafhankelijke geaccrediteerde derde partij. De reden hiervoor is dat de declaraties voor essentiële eigenschappen in een DoP opgesteld zijn door de fabrikant of importeur zelf; er is geen controle op deze declaraties door een onafhankelijke derde partij. Daarnaast worden er met CE-markering voor de meeste essentiële eigenschappen geen minimale of maximale grenswaarden vastgelegd. Dit betekent dat een bouwproduct met CE-markering niet per definitie een kwalitatief hoogwaardig product is. De beoordeling en interpretatie van de declaraties in een DoP is voor een voorschrijver of verwerker vaak te ingewikkeld, waardoor de beoordeling van de kwaliteit van een bouwproduct niet mogelijk is. De beoordelingsrichtlijnen voor KOMO kwaliteitsverklaringen stellen wel eisen aan de essentiële eigenschappen, zodat de markt weet en ervan uit kan gaan dat een bouwproduct met een KOMO-logo een kwalitatief hoogwaardig product is, die prestaties levert die voldoen aan het Bouwbesluit.
‘Probasys-methode’
De fabrikanten van bitumineuze dakbanen die zich verenigd hebben in de brancheorganisatie Probasys Benelux, hebben zich 100% gecommitteerd aan de KOMO systematiek om zich met hun producten te onderscheiden in de markt. De wens was echter wel om de KOMO kwaliteitsverklaringen zonder de essentiële eigenschappen, meer inhoud te geven. In overleg met SGS INTRON Certificatie en KIWA heeft Probasys Benelux op eigen initiatief een alternatieve certificatievorm voor KOMO bedacht. Na consultatie blijkt dat deze alternatieve certificatievorm ook gedragen wordt door VEKUDAK en VESP, de brancheverenigingen voor respectievelijk producenten van kunststof en EPDM dakbanen.
Deze alternatieve certificatievorm (wat in certificatieland de ‘Probasys-methode’ wordt genoemd, zonder de betrokkenheid en ondersteuning uit het oog te verliezen van VEKUDAK en VESP), houdt het volgende in. De huidige opzet van een KOMO kwaliteitsverklaring voor bijvoorbeeld dakbedekking of dakisolatie is een document waarin zowel de aansluiting met het Bouwbesluit wordt geborgd, de geschiktheid wordt aangetoond voor de toepassing volgens private eisen en producteigenschappen worden verklaard.
Bij de ‘Probasys-methode’ wordt dit document gesplitst in een KOMO attest, waarin de eerste twee aspecten aan bod komen, t.w. de aansluiting met het Bouwbesluit en de geschiktheid voor de toepassing. De systeemprestaties, zoals vliegvuurbestendigheid, weerstand tegen windbelasting of beloopbaarheid c.q. gebruiksklasse van een systeem, worden dus ook in het attest vermeld. Deze prestaties zijn onafhankelijk bepaald met producten met bepaalde eigenschappen. Deze eigenschappen zijn uiteraard de voorwaarde waaronder het product de systeemprestaties blijft behalen. Als er wat wijzigt in de eigenschappen van een product, dan kan dat ook gevolgen hebben voor de systeemprestaties. De eigenschappen van een gecertificeerd product, waaronder ook de essentiële eigenschappen, worden dan ook als ‘toepassingsvoorwaarden’ in het attest opgenomen. Het attest verklaart niet dat het product aan deze eigenschappen voldoet, maar stelt de eigenschappen als voorwaarde om aan de systeemprestaties en ook het Bouwbesluit te voldoen.
Naast het KOMO attest zal er een KOMO kwaliteitsverklaring voor de producten uit het attest worden afgegeven. Deze kwaliteitsverklaring is een productcertificaat waarin verklaard wordt dat het product bij voortduring voldoet aan de toepassingsvoorwaarden zoals in het attest vermeld is. Deze kwaliteitsverklaring geeft de certificaathouder ook het recht (en de plicht) om het KOMO-logo op zijn producten te vermelden, het attest geeft dit niet.
Aanpassing BRL 1511
De beoordelingsrichtlijn voor flexibele dakbedekking, BRL 1511, was sinds lange tijd onderwerp van een grondige revisie die eigenlijk al halverwege 2014 afgerond was. Door de discussies over KOMO in relatie tot CE-markering heeft de definitieve vaststelling van deze BRL even op zich laten wachten. Hierdoor was het mogelijk om de BRL op het laatste moment aan de ‘Probasys-methode’ aan te passen. In juni 2015 is de nieuwe BRL officieel van kracht geworden.
Met deze alternatieve certificatiemethode denkt men toch een manier gevonden te hebben om essentiële eigenschappen in KOMO verklaringen te vermelden en op deze manier de certificaathouder de gelegenheid te bieden om ook met de essentiële eigenschappen zich te onderscheiden in de markt. De eerste attesten en kwaliteitsverklaringen volgens de ‘Probasys-methode’ zijn reeds afgegeven en juni 2016 is de deadline waarop alle KOMO kwaliteitsverklaringen moeten zijn omgezet in de nieuwe vorm.
De handhavende autoriteit in Nederland die controleert of een fabrikant of importeur/distributeur zich houdt aan de regels van de CPR, inspectiedienst IL&T, is op de hoogte van deze nieuwe vorm van certificatie, maar heeft zich helaas nog niet uitgelaten over de juistheid van deze manier van certificeren. Probasys Benelux heeft er echter alle vertrouwen in dat hun methode voldoet aan de regelgeving en mocht in de toekomst blijken dat de inspectiedienst IL&T daar anders over denkt, dan zal het gelijk middels een gerechtelijke uitspraak moeten blijken. Hiermee zou dan gelijk de eerste jurisprudentie over dit onderwerp ontstaan, iets waar op dit moment grote behoefte aan is.