Zoeken

Roofs 2016-03-16 Nummer één word je nooit alleen (premium)

trendwatcher

Tijdens het Nationale Daken Congres was één trend heel duidelijk: ­samenwerking is essentieel in de dakenbranche. Dat lijkt heel vanzelf­sprekend, maar is dat niet altijd. Dus laten we eens kijken wat daarbij komt ­kijken. Wat leidt tot de wens of de noodzaak tot samenwerking? Samen­werking is tegenwoordig onmisbaar in de sector, tussen opdrachtgevers en dakaannemers, maar zeker ook tussen de vele verschillende partijen die bij een concreet project betrokken zijn. En als het dan zo belangrijk is: hoe doe je dat dan, een goed samenwerkingsverband smeden?

In de rubriek Trendwatcher behandelt Roofs actuele en toekomstige ontwikkelingen in de dakenbranche. Er is veel dynamiek en zo ontstaan veel kansen en uitdagingen voor de dakenbranche. De rubriek wordt verzorgd door Hendrik Jan Kaal.

Samenwerking is een blijvertje

De bouwkolom is de afgelopen jaren steeds verder opgesplitst. Hoofdoorzaak hiervan is een steeds voortgaande specialisatie van bedrijven. Veel activiteiten die een bedrijf niet tot zijn eigen kernactiviteiten rekent, worden uitbesteed aan andere bedrijven, die daar dan op hun beurt weer een specialisme in ontwikkelen. De bouwkolom is versnipperd. Wat opvalt, is dat de grote aannemers ook hun organisatie en verdienmodel hierop hebben ingesteld. Zij hebben veel zaken niet meer in eigen huis - en zijn dus aangewezen op het inschakelen van andere partijen.

Samenwerking essentieel voor kwaliteit

Zonder samenwerking komt een gebouw niet meer tot stand. Datzelfde geldt voor een bouwdeel als het dak. Zie bijvoorbeeld wat de winnaar van de Dak van het Jaar Award, Rob Bootsman van Boko Dakbedekkers daarover zegt: “Een dergelijk werk kan zonder een open en constructieve houding niet tot stand komen. Met een focus op kwaliteit is uiteindelijk een spectaculair dak tot stand gebracht.” En dat geldt eigenlijk voor alle genomineerde projecten en alle andere projecten. Het aantal bedrijven dat bijdraagt aan het dak, in alle stadia van het project, is groot. In de regel zijn dit meerdere fabrikanten en leveranciers van materialen, een architect, dakadviseur, hoofdaannemer, dakaannemer, opdrachtgever, hovenier, installateur en logistieke dienstverleners. Al deze partijen vormen een complex netwerk van relaties en moeten elkaar zien te vinden en een gemeenschappelijke taal hebben. Onlangs bleek mij in een gesprek bij SWK hetzelfde. Een aantal bij SWK aangesloten grote aannemers voert pilots uit op gebied van het nieuwe stelsel voor Kwaliteitsborging. In die pilots komt men tot de conclusie dat die kwaliteitsborging door de hele keten heen gerealiseerd moet worden om het goed te laten werken.

Stimulansen voor samenwerking

Zoals hierboven aangegeven is het nieuwe stelsel van Kwaliteitsborging een stimulans om samen te werken en gemeenschappelijke systemen voor kwaliteitsborging te ontwikkelen. Daarnaast stimuleert dit iedereen om samen een betere kwaliteit van het eindproduct te leveren.

Een andere factor die samenwerking stimuleert is de moderne geïntegreerde contractvormen. De design, build, operate & maintain contracten (en varianten daarop) leiden er toe dat over een lange periode een product moet worden aangeboden met de vooraf overeengekomen kwaliteit. De opdrachtgever zet alle partijen ertoe aan om gezamenlijk hem te ontzorgen door een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Een hoofdcontractor of aannemer wordt hiervoor regisseur van alle andere partijen, waaronder de dakdekker. Voor dat bouwdeel heeft dan de dakdekker op zijn beurt vaak weer een regiefunctie op alle partijen die bij het dak betrokken zijn.

Een andere ontwikkeling die leidt tot intensievere samenwerking is het gebruik van Building Information Modelling, kortweg BIM (zie Roofs oktober 2015: BIM voor dummies). Dit hulpmiddel voor 3D ontwerp en planning creëert ook een mooi gemeenschappelijk vertrekpunt voor alle betrokken partijen en stimuleert niet alleen de samenwerking maar ook de kwaliteit van de communicatie.

Het toenemend toepassen van multifunctionele daken leidt ook tot een grotere behoefte aan samenwerking. Dit omdat daar meer specialismen bij komen kijken. Dit betekent dat partijen die relatief nieuw zijn in de dakenbranche, ook die taal moeten leren spreken en afstemmen hoe de producten te combineren zijn: hoe maak je die nieuwe daken stormbestendig, bestand tegen wateraccumulatie, toegankelijk voor onderhoud en schoonmaken en uiteraard waterdicht bij toepassing en montage van al die functionaliteiten op het dak?

Tot slot wil ik hier noemen dat concepten als Ondernemend Samenwerken een rol spelen. Dat komt hierop neer dat, met name in beheer en onderhoud van vastgoed, gebouweigenaren een geïntegreerde onderhoudsplanning en uitvoering willen, waardoor niet alle disciplines steeds onafhankelijk van elkaar en na elkaar in een gebouw aan de slag gaan. Partijen maken gezamenlijk een onderhoudsplanning voor een gebouw en voeren die gezamenlijk uit.

Samenwerking in de branche

Hierboven is vooral gesproken over samenwerken om een gebouw dan wel een dak tot stand te brengen. Dat betekent samenwerken om een project met een duidelijk doel te realiseren. Een ander type samenwerking is om gemeenschappelijke belangen te behartigen of te werken aan ontwikkeling van markten en diensten. Voorbeelden binnen andere sectoren zijn Bouwend Nederland en het Verbond van Verzekeraars. Als we deze brancheorganisaties nader beschouwen, zien we een aantal activiteiten die daar plaatsvinden ten behoeve van de sectoren waar zij voor staan. Bouwend Nederland vertegenwoordigt niet alleen woningbouw, maar ook utiliteitsbouw en weg- en waterbouw. Zij probeert dus de gehele sector af te dekken. Datzelfde geldt voor het Verbond van Verzekeraars. Zij zijn er voor schadeverzekeraars, zorgverzekeraars, levensverzekeraars, herverzekeraars enzovoorts. Omdat de markt voor levensverzekeringen sterk gekrompen is, zoekt het Verbond naar nieuwe te verzekeren risico’s, zij doen dus ook aan het ontwikkelen van de markt voor de hele sector. Beide organisaties behartigen ook de belangen bij de overheid, bijvoorbeeld bij het tot stand komen van regelgeving zoals het nieuwe stelsel voor Kwaliteitsborging.

Binnen de dakenbranche is deze krachtenbundeling er slechts ten dele. Er zijn dakdekkers die zich presenteren onder een merk en gezamenlijke diensten ontwikkelen. Er is een branchevereniging voor bitumineuze daken. Er zijn bedrijven die samenwerken op het gebied van groene daken en multi­functionele daken. De samenwerking is er vooral op gericht om zich gezamenlijk te presenteren in de markt en het behalen van bijvoorbeeld inkoopvoordelen, het delen van een kwaliteitssysteem of certificering of verzekerde garantie. Er is echter geen organisatie die de fabrikanten, dakadviseurs, dakdekkers voor hellende en platte daken en leveranciers van uitrusting voor multifunctionele daken verenigt. Over de voordelen binnen de bouwkolom hiervan schreef ik eerder (Roofs september 2015: Dakensector in de verdrukking in de bouwkolom). Daarnaast kan dit helpen de dakensector nauwer te betrekken bij regelgeving en beleid van de overheid om zo de business te vergroten. Om een voorbeeld te geven: het is verbazingwekkend dat de wetgeving om asbest verwijderd te hebben van daken in 2024 niet aansluit bij de capaciteit die de sector heeft om dit te realiseren. Wie weet wat er mogelijk zou zijn geweest als de dakensector als collectief in overleg met de overheid was getreden om capaciteit en concepten te ontwikkelen.

Het lijkt erop dat de geesten in de dakenbranche er niet rijp voor zijn. Symptomatisch was misschien wel dat de dakdekkers veel minder goed vertegenwoordigd waren op het Nationale Daken Event dan de fabrikanten. Toegegeven, de variëteit van ondernemingen en ondernemers is wel heel groot, maar er zijn voordelen te behalen als men over zijn schaduw heen kan stappen.

Goed samenwerken

De mate waarin een bedrijf bereid en in staat is om samen te werken, hangt in de eerste plaats af van de drijfveren die het heeft om samen te werken. Welke doelstelling heeft het bedrijf om samen te werken en hoe belangrijk is die doelstelling voor het bedrijf? Om een voorbeeld te geven: je kunt als dakdekker samenwerken met een aannemer in een renovatieproject voor een gebouw door de eigenaar te adviseren en het dak uit te voeren. Dat is aantrekkelijk, maar ook maar één opdracht uit je jaaromzet. Maar stel dat je met vele partijen kunt samenwerken om een concept te ontwikkelen voor renovatie van de hellende daken van woningen, op een industriële geprefabriceerde basis. Als dat op termijn de helft van je omzet gaat uitmaken, dan is de ambitie vele malen groter en zal je meer in de samenwerking investeren. Naast ambitie kan noodzaak een drijfveer zijn. Als er een noodzaak is, ga je meer doen om de samenwerking aan de praat te krijgen dan als het vrijblijvend is. Bijvoorbeeld als je in het kader van de Wet op de Kwaliteitsborging moet samenwerken met hoofdaannemers op gebied van kwaliteitsborging zit er niet veel anders op dan samen te werken, anders zal je steeds minder gevraagd worden.

Kennis en ervaring is ook een belangrijke factor. Hoeveel ervaring heb je met samenwerken? Wat heb je daarvan geleerd? Waren die ervaringen positief en motiverend (“we hebben samen een prachtig dak gerealiseerd!”) of negatief en niet voor herhaling vatbaar (“ze waren steeds te laat met hun tekeningen waardoor wij een boete voor te laat opleveren hebben gekregen”)? Een aardige indicator voor de kennis over samenwerken is hoe de interne samenwerking binnen het bedrijf verloopt.

De inrichting van een bedrijf en de instrumenten zijn ook een bepalende factor. Zijn er goede contracten om afspraken vast te leggen? Zijn er goede systemen en rapportages om elkaar van informatie te voorzien over het behalen van de doelen van de samenwerking? En om gezamenlijk te werken aan ontwerp en planning van werkzaamheden? Begrijp je elkaars bestekken en projectplannen? Ken je elkaars werkwijze?

Tenslotte zijn twee ‘zachte’ factoren meestal doorslaggevend voor een goede samenwerking. De eerste is het vertrouwen tussen de partijen die samenwerken. Als het twee partijen zijn is dat minder ingewikkeld dan als er meerdere partijen willen samenwerken. Vertrouwen hangt af van evenwicht tussen wat ieder van de partners erin stopt en eruit krijgt. Als zich bij een partner het beeld vormt dat de andere partner er minder energie, tijd, geld, kennis etc. in gaat stoppen en er hetzelfde uit wil halen, ontstaat er wantrouwen en gaat het mis.

De andere zachte factor is de cultuur van de bedrijven die samenwerken. Mensen en hun waarden en normen moeten bij elkaar passen, zowel in de leiding van het bedrijf als op de werkvloer. Dat zijn zaken als: laat je kwaliteit voor snelheid gaan, of juist andersom? Mag je veel zelf bepalen in de uitvoering of word je strak aangestuurd? Je hoeft niet exact dezelfde cultuur te hebben, maar wel van elkaar snappen hoe de cultuur van de ander is en wat dat betekent voor hoe die ander zijn of haar werk doet.

De trend in een notendop

Kort samengevat is de trend dat samenwerking niet meer weg te denken is en vaardigheden om samen te werken onmisbaar worden:

  • De grote aannemers hebben steeds meer specialismen niet meer in eigen huis;
  • De dakensector is gefragmenteerd en steeds meer ­gespecialiseerd. Er zijn steeds meer bedrijven betrokken bij realisatie van een dak;
  • De bouwprocessen, technische ontwikkeling van multifunctionele daken en contractvormen eisen steeds meer samenwerking;
  • Voor grote en complexe projecten wordt veelvuldig ­samengewerkt in de bouwkolom en de dakensector;
  • Belangenbehartiging en marktontwikkeling op niveau van de dakensector kan verder ontwikkeld worden;
  • Een succesvolle samenwerking is afhankelijk van harde factoren als contracten, organisatie en systemen en van zachte factoren als cultuur en vertrouwen.

Hoe staat het met uw samenwerkingsvaardigheden?