Zoeken

Roofs 2016-08-32 Verschillende perspectieven op het Asbestdakenverbod (premium)

Op 30 september en 1 oktober 2016 organiseert het European Asbestos ­Forum een internationaal congres over asbest in relatie tot vastgoed.(1) Allerlei gezichtspunten komen daarbij aan de orde, van inventarisatie tot handhaving en van calamiteitenbestrijding tot waardebepaling van asbesthoudend vastgoed. Mr. dr. Yvonne Waterman behandelt een gezichtspunt dat ook op het congres besproken zal worden: het verbod op asbestdaken. Daarvan zullen diverse ­aspecten worden toegelicht, waar­onder de invloed van Europees beleid.

mr.dr. Yvonne Waterman

Het woord asbest komt van het Griekse woord ‘????????’ (asbestos), dat ‘onvernietigbaar’ betekent. Niet zonder reden: asbest is een minerale, vezelachtige steensoort die zo slijtvast is dat het de eeuwen kan doorstaan, zo hittebestendig is dat het in een vuur van gangbare temperaturen niet vergaat, waterdicht is, geluiddempend etc. De combinatie van deze eigenschappen maakt het ideaal als dakbedekking.

In Nederland hebben wij een omvangrijke industrie gehad in de productie van asbestcement (o.a. asbestdakpannen en asbestgolfplaten), resulterend in ons omvangrijke bezit van asbestdaken. Nog afgezien van een aanzienlijke export gedurende decennia. Toen duidelijk werd dat Nederland ­afstevende op een asbestverbod per 1994, is de productie van asbestcement vervangen door alternatieve materialen.

Een rijkelijk laat inzicht

Goed beschouwd is het asbestverbod per 2024 rijkelijk laat: we zijn al jaren bekend met het beeld van verweerde asbestdaken. Neem daarbij ook in ogenschouw dat de gezondheidsrisico’s van asbest volgens vaste jurisprudentie al vanaf 1969 bekend moeten zijn bij alle werkgevers in ­Nederland, volgens het Gerechtshof Den Haag al vanaf 1949. De arbeids­omstandigheden in de asbestcementindustrie waren een verschrikking die nog vele toekomstige asbestslachtoffers zal eisen: een groot probleem dat niet meer te verhelpen is.

Op tenminste 200.000 locaties in Nederland is de bodem rond agrarische bedrijven en fabrieken ernstig verontreinigd met asbest. Dit is het gevolg van de erosie van oude asbestdaken die niet voorzien zijn van een goot en waar vrijgekomen asbestvezels met het regenwater verdwijnen in de bodem tot één meter van het pand en tot tien centimeter diep de grond in. In de helft van de gevallen wordt de bodemvervuiling zo aanzienlijk geacht dat die een direct gevaar vormt voor de volksgezondheid en met spoed moet worden gesaneerd.(2)

De kern van het probleem: niet zozeer het asbest, maar het verouderde cement

Het huidige probleem van asbestdaken is niet zozeer dat het asbest bevat, maar dat het cement eromheen de eeuwigheid aanmerkelijk minder goed doorstaat dan de asbestvezels. Na circa dertig jaar is het cement door de inwerking van wind en weer zodanig geërodeerd, dat het ‘hechtgebonden’ asbest vrij kan komen.

Dit heeft de Nederlandse overheid tot het inzicht gebracht dat alle asbestdaken tenminste dertig jaar of ouder zullen zijn in 2024, gerekend vanaf de invoering van het asbestverbod in 1994. Dit leidt tot veel onnodige blootstelling en ­vervuiling van ons mooie land, dat in de Europese overzichten van lucht-, bodem- en waterkwaliteit nu al bedroevend laag scoort. Daar zitten wij niet op te wachten.

Wat levert het op?

Wat gaat het Asbestdakenverbod ons besparen aan ­slachtoffers en milieuschade, in het licht van de tientallen miljoenen euro’s of meer die het beleid ongetwijfeld zal kosten? Dat is moeilijk te concretiseren, zeker in het geval van gezondheidsschade die zich pas decennia later (niet) zal manifesteren. De overheid lijkt weinig inspanning te hebben geleverd om inzichtelijk te maken wat deze investering van ons belastinggeld oplevert.

Toch staat de bescherming van de volksgezondheid – bij uitstek de taak van de overheid – hier centraal. Professor Lex Burdorf stelde recentelijk in de Volkskrant: “Druk op de ketel zetten om asbestdaken te verwijderen, vind ik wel verstandig. Het is gevaarlijk spul: hoe eerder je er vanaf bent, hoe beter.”(3)

Er is nog een ander maatschappelijk voordeel, waar te ­weinig aandacht aan wordt geschonken. Hierbij denk ik aan de schade als gevolg van asbestbranden, waarbij een enkel asbestdak de wijde omgeving kan verontreinigen met enorme saneringskosten en ernstige maatschappelijke onrust tot gevolg. Denk aan Roermond, denk aan ­Wateringen. De gezondheidsschade van omwonenden en hulpverleners moet nog blijken. Zeker is dat de kosten van reguliere sanering van zo’n dak in het niet vallen vergeleken bij de schade van een asbestbrand.

Brusselse invloed

De Europese Commissie is een voorstander van een EU-brede ‘asbestos eradication policy’, die door alle lid­staten op enige termijn moet worden verwezenlijkt. De zogenaamde ‘Parma Declaration’ in 2010 geldt als het startpunt van dit beleid. Dit gezamenlijke document van de EU, ILO, WHO en VN gaat uit van de gedachte dat asbest niet slechts verboden moet zijn: het moet wég. Waar ongeveer honderd miljoen ton asbest in de EU (de helft van de wereldproductie) naartoe moet, nog afgezien van het puin eromheen, is een praktische kwestie die voor het gemak even in het midden wordt gelaten. Het exporteren van asbesthoudend afval buiten de EU wordt immoreel geacht.

Tot op heden gaat het slechts om onverbindende intentieverklaringen. Maar net zoals destijds met het asbestverbod, waarbij Nederland haantje de voorste moest zijn in de EU, zo maakt Nederland als een van de eerste lidstaten een duidelijke start met de ‘eradication policy’ door met de asbestdaken te beginnen. Polen is hiermee beleidsmatig verder; zoals de Poolse arbeidsinspecteur Jaroslaw Nyzio zal toelichten op het aanstaande congres.

Een ander geluid

Recent zijn stemmen opgegaan dat het aangekondigde ­Asbestdakenverbod je reinste nonsens zou zijn – denk aan het asbestpamflet ’Laten we eindelijk normaal doen over asbest’. Professor Ira Helsloot, mede-auteur van dit pamflet, hekelde het kabinetsbesluit om vanaf 2024 alle asbest­daken te verbieden in hetzelfde Volkskrant-artikel: “Complete waanzin, weggegooid geld voor schijnveiligheid. Saneer dat asbest liever als het dak toch al aan vervanging toe is.” Daarmee gaat hij voorbij aan het feit dat tegen 2024 de meeste asbestdaken beduidend ouder zullen zijn dan dertig jaar en de betreffende gebouwen – waaronder vele boerenschuren, varkensstallen etc. – vaak rijp zijn voor de sloop, althans niet de investering van een nieuw dak waard. Van ‘vervanging’ zal vaak geen sprake zijn.

Helsloot suggereert dat het geld beter kan worden besteed aan tabaksslachtoffers dan asbestslachtoffers, omdat er van de eerste groep veel meer van zijn. Dit gaat ook voorbij aan de grondwettelijke verantwoordelijkheid van de overheid voor de volksgezondheid, die óók de potentiële groep asbestslachtoffers betreft – en dat is de hele bevolking, want iedereen moet lucht ademen. Bovendien: tabaksslachtoffers kiezen tot op zekere hoogte voor hun schade en dit kan geenszins gezegd worden van asbestslachtoffers. Het meest belangrijke echter is dat asbest zo goed als onvergankelijk is – dit dwingt tot sanering, anders blijft het probleem van asbestcontaminatie generatieslang bestaan.

Moet de overheid ‘dokken’?

De overheid heeft in het verleden boeren verplicht tot het plaatsen van asbestdaken. Nu moeten diezelfde daken verplicht en tegen hoge kosten worden verwijderd. Dat wringt gevoelsmatig. Menige boer overweegt om de overheid aansprakelijk te stellen voor zijn schade.

Zo’n rechtszaak heeft weinig kans op succes: de overheid heeft een ruime mate van beleidsvrijheid waar de rechterlijke macht niet in treedt (de zgn. ‘marginale toetsing’). Het werd destijds als een redelijke invulling van beleid gezien om brandwerende maatregelen te verlangen van boeren; en naar huidige inzichten evenzeer om de verwijdering van diezelfde maatregelen te verlangen. In die zin is het niet onrechtmatig (geweest) van de overheid jegens de boeren om het ene dan wel het andere beleid te voeren of na nieuwe inzichten van beleid te veranderen. Dat betekent dat de overheid niet schadevergoedingplichtig is voor de schade die de boeren lijden.

Het buitenland volgt ons op de voet

Wat wij zelf nauwelijks beseffen is dat Nederland, na ­Australië en Canada (allebei voormalige asbestproducenten), samen met Engeland en België de mondiale derde plaats deelt voor asbestdoden per hoofd van de bevolking. Onze enorme asbestindustrie, waarvan de asbestcementindustrie een belangrijk deel van uitmaakte, is daar debet aan. Ook is ons asbestverbod van 1994 relatief vroeg ten opzichte van vele andere landen. Vanuit beide perspectieven wordt Nederland internationaal gezien als een ervaringsexpert en gidsland op het gebied van asbest. Ons Asbestdakenverbod wordt daarom met grote belangstelling gevolgd door asbestexperts wereldwijd. Hoe gaan wij dat aanpakken, welke struikelblokken komen wij tegen? Andere landen zullen van ons leren.

Een andere wereld: Azië

Het verdwijnen van de asbestcementindustrie is geen wereld­wijd fenomeen. In Azië is deze sector integendeel een groeiende bedrijfstak, waar men de gezondheidsrisico’s van asbest afdoet als Westerse waanzin. Daar gaat men prat op de voordelen van het asbestdak: het is goedkoper, koeler en meer geluiddempend dan een metalen dak en het kan je leven redden in geval van brand – in sloppenwijken is dat geen denkbeeldig risico. Dan is de keuze van een arme bevolking snel gemaakt.

Vele mondiale asbestspecialisten verwachten dat het omvangrijke gebruik van (verouderde) asbestdaken zal leiden tot gezondheidsklachten op epidemische schaal in dit continent. Wie hierover meer wil weten, verwijs ik naar dit indringende filmpje van Matt Peacock, een Australische journalist die zich heeft gespecialiseerd in asbest. Zie
https://www.youtube.com/watch?v=cO3LOo6mlfw. Wij zitten zeker niet te wachten op een soortgelijke gezondheidsramp.

Conclusie: beter kwijt dan rijk

Ons Asbestdakenverbod kan zeker verbetering gebruiken; maar met de goede intentie van de overheid is niets mis. Daarom is het een goede zaak om het Asbestdakenverbod te omarmen onder het motto ‘Beter asbestdaken kwijt dan rijk!’

1) Het tweede congres van het European Asbestos Forum wordt gehouden op 30 september en 1 oktober 2016 in het bekende Krasnapolsky hotel op de Dam.

2) Aldus het rapport ‘Erosie van asbestdaken’ van de onderzoekbureau’s Geofox-Lexmond BV en Eelerwoude BV uit 2014 en bevestigd door Jan Tempelman van TNO.

3) Zie http://www.volkskrant.nl/binnenland/pleidooi-voor-minder-asbesthysterie-sanering-is-vaak-weggegooid-geld~a4312017/ per 2 juni 2016.

Yvonne Waterman is gepromoveerd op werkgevers­aansprakelijkheidsrecht(arbeidsongevallen en beroetpsziekten) en gespecialiseerdin civiel asbestaansprakelijkheidsrecht. Zij is oprichter van Waterman Legal Consultancy (zie www.watermanlegal.nl),en van de stichting European Asbestos Forum.