Roofs 2016-11-16 “Aannemer moet naast ‘handjes’ ook expertise leveren”
Vooruitlopend op de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer, op 15 maart 2017, brengt Roofs middels interviews met de (kandidaat-) Tweede Kamerleden in kaart wat de plannen van de grootste partijen zullen betekenen voor de dakenbranche. Een gesprek met Albert de Vries, Tweede Kamerlid van de PvdA met de portefeuille Wonen en bouwen.
Albert de Vries, Tweede Kamerlid van de PvdA
“In de crisisjaren die achter ons liggen is de woningbouw dramatisch teruggelopen. Nu het economisch weer beter gaat, zien we dat de bouw maar zeer beperkt aantrekt. Met name aan betaalbare en middeldure huurwoningen is een groot tekort. Dat heeft enerzijds te maken met de beperkte capaciteit van de bouwsector zelf, die immers flink heeft moeten saneren. Maar het heeft ook te maken met het tekort aan locaties waar al snel gebouwd kan worden en de vaak hoge grondprijzen voor locaties die wel beschikbaar zijn.
“Gemeenten moeten dan ook gestimuleerd worden om te zorgen dat er bouwlocaties beschikbaar komen met een grondprijs die past bij goedkopere sociale en middeldure huurwoningen. Het rijk kan dat stimuleren. Door ons voorstel wordt de verhuurderheffing ingezet om kortingen te verlenen van €10.000,- voor elke nieuwe huurwoning met een huur beneden €586,- en in de zogenaamde schaarstegebieden zelfs €20.000,-. Om de bouw van middeldure huurwoningen te stimuleren, gaat Minister Blok overlegtafels instellen om de ontwikkelingen aan te jagen en ervoor te zorgen dat gemeenten en beleggers elkaar sneller vinden. Maar het mag wat ons betreft wel wat steviger. De minister laat naar mijn smaak nog te veel over aan de gemeenten zelf. Als voormalig wethouder geloof ik in de kracht van de gemeenten, maar er zijn ook gemeenten die als beleid hebben geen sociale woningen bij te bouwen, bijvoorbeeld om de kosten voor de bijstand en de WMO laag te houden, of omdat dit ten koste zou gaan van de woonkwaliteit van de huidige bewoners. Ik vind dat dat soort gemeenten op hun vingers getikt moeten worden. Gemeenten mogen wel hun eigen woonprogramma bepalen, maar de PvdA is er voorstander van om een minimaal aantal sociale huurwoningen per gemeente te hanteren. Hoeveel dat wordt, hangt af van de sociale structuur van de betreffende gemeente. We hebben in dit opzicht geen aantallen in de aanbodnorm in ons verkiezingsprogramma’s opgenomen, maar wel een aantal uitgangspunten geformuleerd. Een PvdA-minister op dit departement zal niet zozeer meer regels instellen, maar wel wat meer stimuleren vanuit een duidelijke visie op het betaalbaar en energiezuinig houden van het wonen.”
Kwaliteitsborging
“Wij zijn voorstander van de aankomende Wet Kwaliteitsborging maar hebben nog wel wat voorstellen tot verbetering van de wet. Ik ben er trots op dat het ons is gelukt dat het wetsvoorstel in de loop der tijd is aangepast van een botte privatiseringsoperatie naar een wet die de positie van de woonconsument versterkt. Ik vind nog wel dat de aansprakelijkheid duidelijker geregeld kan worden. Ik vind dat het belang van de consument, en ook van de bouwer zelf, het meest gediend is als direct duidelijk is dat de aannemer verantwoordelijk is voor hetgeen hij levert – ook voor de werkzaamheden die hij in onderaanneming laat verrichten. Volledige (keten)aansprakelijkheid is nodig bij niet-professionele opdrachtgevers. Voor andere opdrachtgevers kan bijvoorbeeld bij ingewikkeldere bouwwerken, van tevoren duidelijke andere afspraken m.b.t. de aansprakelijkheid worden gemaakt. Als er nu problemen zijn, dan verwijst iedereen naar elkaar en is de eindgebruiker vaak de dupe.”
“Ik vind het voorts gewenst dat opdrachtgevers een directe verzekering kunnen sluiten zodat zij verzekerd zijn dat geleverd wordt wat is besteld. Vergelijk het met de autoverzekering: de diverse partijen gaan niet met elkaar in discussie maar de verzekeringsmaatschappijen regelen het onderling. Ook daar mag wel ruimte zijn voor professionele partijen om af te wijken, maar ook dan dienen de afspraken goed te worden vastgelegd in het overdrachtsdossier dat bij ieder bouwproject wordt bijgehouden.”
“De meeste discussies rond de nieuwe Wet Kwaliteitsborging gaan over de onafhankelijkheid van de kwaliteitsborger. Dat vind ik zelf niet zo interessant. De aannemer is verantwoordelijk en het is aan hem hoe hij die kwaliteit wil borgen. Ik vind het eigenlijk gek dat een liberale minister zich daarmee zo gedetailleerd wil bemoeien.”
“Van de bouwkosten bestaat 10 tot 15% uit faalkosten. Dat is een enorm bedrag. De systematiek voor kwaliteitsborging kost geld, maar als daarmee wordt voorkomen dat al deze fouten worden gemaakt, wordt de bouw per saldo een stuk goedkoper. Uiteindelijk worden die faalkosten immers betaald door de huurder/eindgebruiker. Ik hoop dat de aannemer door deze wet ook inderdaad meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn werk en ook vooraf nadenkt of de werkzaamheden die van hem worden gevraagd ook uit te voeren zijn. Te vaak staat de aannemer op het standpunt dat hij ‘handjes’, en geen ‘hersens’ levert.”
Asbestdakenverbod
Een andere belangrijke wet waar de dakenbranche mee te maken heeft, is het Asbestdakenverbod per 2024. De Vries: “Ik maak me zorgen over de hoeveelheid asbest die nog in de daken aanwezig is en die nog moet worden gesaneerd. Praktisch is dat al lastig, maar financieel is dat voor veel mensen ook moeilijk haalbaar. Het is de vraag of we die problemen met subsidies kunnen oplossen. Wij denken dat er voor echte pijngevallen speciale fondsen gevormd moeten worden opdat mensen die geen leencapaciteit meer hebben toch deel kunnen nemen aan gezamenlijke saneringsprojecten. Voor complexen waar funderingsproblematiek speelt, is op initiatief van de PvdA recent zo’n oplossing tot stand gekomen. De verplichting tot sanering van asbestdaken biedt ook kansen tot waardevermeerdering van de woning. Denk aan de toepassing van zonnepanelen of groendaken op het dak. En er zijn verschillende constructies te bedenken waarmee dit soort daken ook haalbaar kan worden gemaakt voor de standaard woningbouw. Het is nu zaak hier voortvarend mee aan de slag te gaan, er moet nog veel gebeuren.”