Roofs 2017-02-18 Uitvoeringsrichtlijn (URL) voor bouwkundige montage gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen op hellende daken (premium)
Special valbeveiliging
Zoals in eerdere artikelen van John Kouwenberg en Ton Berlee in Roofs reeds is vermeld, is een technische commissie van deskundigen op het gebied van veilig werken op hoogte bezig met het opstellen van een uitvoeringsrichtlijn voor hellende daken. Deze technische commissie is nu zo ver dat binnenkort deze URL aangeboden zal worden aan het College van Deskundigen voor acceptatie. Deze URL vormt dan een uitbreiding op het toepassingsgebied van de Beoordelingsrichtlijn Hellende daken, BRL 1513.
John Kouwenberg, A&T Dakadvies bv
Al jarenlang worden dakhaken c.q. ankerpunten toegepast als veiligheidsmiddel voor het zekeren van personen en het aanhaken van ladders. De hierbij gehanteerde certificaten van de leverancier zijn productspecifiek en zeggen vaak niets over de toepassingen, de verbinding met en controle van de draagconstructie. Daarbij komt dat de normen EN 795 en EN 517 nogal eens te pas en onpas worden toegepast op producten.
Bij valbeveiliging (dakhaken, ankerpunten en lijnsystemen) hebben we te maken met twee belangrijke normen: De EN 517 (2006) en de EN 795 (2012). Belangrijk hierbij is dat als een -ankerpunt onderdeel uitmaakt van de dakconstructie, dit getest moet worden volgens de EN 517 en niet conform de EN 795. De EN 795 is bedoeld voor niet-tot de constructie behorende ankerpunten of lijnsystemen en onderscheidt daarbij verschillende klassen. Deze laatste norm is namelijk alleen bedoeld voor persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen (dus niet permanente verankeringspunten) en lijnsysteem (klasse G).
Gezien de inhoud van beide normen mag worden gesteld dat dit productnormen zijn die niet of nauwelijks rekening houden met het feit dat dakconstructies uit verschillende materialen kunnen bestaan, zowel constructief als ook in uitvoering. Een dakbeschot uit houten delen reageert nu eenmaal anders op een valkracht dan een sandwich dakelement met een 3 mm spaanplaat huid. Dat een veiligheidssysteem getest is volgens de norm wil dus niet zeggen dat dit product willekeurig in elke voorkomende dakconstructie kan worden gemonteerd. Tijdens ons onderzoekstraject is vastgesteld dat er nog steeds fabrikanten van veiligheidsvoorzieningen zijn die het toepassingsgebied van hun voorziening niet kunnen aangeven of verantwoorden. Simpelweg omdat het product dan wel getest is in een testsituatie maar niet op een ondergrond die in de praktijk voorkomt.
Het grootste risico zit hem dus niet in het product op zich, als dat is getest en goedgekeurd door een onafhankelijk testinstituut, een zogenaamd -Notified Body. Nee, het risico zit hem in de combinatie product met ondergrond, het dakbeschot en achterliggende constructie. Hiervoor is het noodzakelijk dat elk ankerpunt specifieke montage-instructies heeft voor de ondergrond cq dakconstructie waar deze op moet worden gemonteerd! Dit moet een fabrikant/leverancier kunnen aangeven en daar ook de verantwoordelijkheid voor nemen. Als een fabrikant / leverancier dit niet kan, betekent dit dat de specifieke veiligheidsvoorziening in die specifieke situatie niet mag worden verwerkt.
De URL, Bouwkundige montage gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen Hellende daken, geeft hiervoor de benodigde handvatten van fabrikant/leverancier, naar voorschrijver en naar uitvoerenden om op basis van ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen een verantwoorde keuze te kunnen maken. Deze URL geeft de benodigde ingrediënten voor het projectgebonden uitvoeren van een dak RI&E waarin onderwerpen als voorzienbaar onderhoud, intensiteit, werkvoorbereiding en uitvoering ruim aan bod komen.
Met een goede en verantwoorde samenwerking in de hele keten kan dan de gebouweigenaar of opdrachtgever voorzien worden van een gedegen opleveringsdossier waarin opgenomen:
a opname en Objectgebonden RI&E rapportage (ORI&E)
b berekening in 5 rekenstappen + -uitvoeringstekening + certificaten (en/of attesten) + controle van de uitvoering
c logboek + dakplan inclusief gebruikshandleiding en beheertesten
De belangrijke 5 beoordelings- c.q. rekenstappen staan verder uitgewerkt in deze URL, het betreffen hierbij:
Rekenstap 1 uitgangspunten specifiek project.
Rekenstap 2 systeemberekening + controle valhoogte.
Rekenstap 3 controle krachten van de -systeemcomponenten.
Rekenstap 4 controle bevestiging aan de constructie per object of onderdeel per ankervoorziening.
Rekenstap 5 controle dakconstructie op het mogelijk opnemen van de val/piekkrachten.
Bij oplevering aan de gebouweigenaar wordt een zogenaamd montagedossier opgesteld. Dit resulteert uiteindelijk ook in een dakplan specifiek voor het dak van het object waar de ORI&E voor is gemaakt.
In de URL wordt naast het aantonen via testen ook de mogelijkheid om middels een constructie-berekening, uiteraard uitgevoerd door een daarvoor bevoegd constructeur, aan te tonen of de combinatie ankervoorziening/dakconstructie kan voldoen aan de constructieve eisen. Uiteraard moeten hier dan wel de juiste kengetallen van de fabrikant en de onderconstructie bekend zijn bij de constructeur.
Fabrikanten c.q. leveranciers zullen dus meer moeten doen dan alleen hun product testen volgens de vigerende norm in een testopstelling. Zij dienen zich bewust te zijn van het feit dat dit product in een dakconstructie kan worden gemonteerd die afwijkt van de testopstelling. Valbeveiliging bij het werken op hellende daken is een veelomvattend en daardoor complex gebied. Daarbij gaat het niet alleen om nieuwbouw- of renovatie-werkzaamheden, ook in de beheerfase van een -gebouw dienen voor onderhoudswerkzaamheden op het dak de nodige voorzieningen aanwezig te zijn. Echter deze voorzieningen, voornamelijk ankerpunten, dienen wel in hun toepassing aantoonbare veiligheid te bieden. Dit betekent dat uiteraard het product zelf aan alle eisen moet voldoen maar, net zo belangrijk, ook in combinatie met het dakbeschot en de achterconstructie zal het ankerpunt veiligheid moeten bieden.
De verwachting is dat we voor het einde van dit jaar de URL kunnen presenteren als een ontwerp- en uitvoeringsrichtlijn, specifiek voor hellende daken, die duidelijkheid verschaft in de huidige mist die hangt rond dit onderwerp.