Zoeken

Roofs 2017-03-10 Beschermingsniveau PBM’s moet minimaal gelijk zijn aan collectieve beveiliging

Valbeveiliging

Zoals al eerder gesteld in Roofs, heerst er in de markt verwarring over de diverse begrippen en verplichtingen. Dat blijkt het meest duidelijk uit de ­discussie rond het gebruik van gebiedsbegrenzing. Hoe zit het nu precies? In dit artikel worden de afspraken, die zijn gemaakt in de platte dakenbranche rond het werken volgens de methode van gebiedsbegrenzing, nog eens voor het voetlicht gebracht.

Ad Verhoeven, SBD

Eerst de begrippen. Gebiedsbegrenzing is een wijze van veilig werken die behelst dat men zodanig aan een ankerpunt is bevestigd dat het in principe niet mogelijk is om over de dakrand te vallen. De lengte van de vanglijn moet voorkomen dat gebruikers over de dakrand kunnen vallen. Deze lengte is gebaseerd op de afstand tussen het aanhaakpunt en de dakrand. In situaties waarbij de afstand tot de dakrand varieert, wordt het gebruik hiervan problematisch. In veel gevallen wordt een verstelbare vanglijn gebruikt, wat een risico op verkeerd gebruik met zich meebrengt.

Volgens de Brancheafspraken aanpak valgevaar BIKUDAK (te downloaden op de website van SBD) wordt gebiedsbegrenzing als volgt gedefinieerd: Uitrustingstukken die worden ingezet om het werkterrein af te bakenen. De combinatie van lengte van de uitrustingstukken zorgt ervoor dat de gebruiker nimmer een val kan maken.

De onderdelen van dit systeem bestaan uit één of meerdere bevestigingspunten, een ‘fullbody’ harnas en een lijn voor bevestiging.

Arbeidshygiënische strategie

Bij de veilige inrichting van een dak is het verplicht dat dit gebeurt volgens de zogeheten Arbeidshygiënische ­strategie:

  • Risico’s dienen eerst bestreden te worden bij de bron;
  • Als dat niet mogelijk is, dient collectieve beveiliging toegepast te worden;
  • Pas als dat ook niet lukt, mag (gemotiveerd) worden overgegaan op een persoonlijke beveiliging.

Het gebruik van individuele valbeveiliging middels het ­werken volgens de methode van gebiedsbegrenzing, met het daarbij toepassen van persoonlijke beschermings­middelen, is slechts onder strikte voorwaarden toegestaan bij de uitvoering van kortdurende werkzaamheden. Daarbij moet het beschermingsniveau minimaal gelijk zijn aan dat van hekwerken (Arbobesluit 3.16 lid 5).

Bij toepassing van een gebiedsbegrenzingssysteem dient de mogelijkheid van een val volledig te zijn uitgesloten. Juiste toepassing van gebiedsbegrenzing sluit een val uit. ‘Vallen van een plat dak is géén optie’, is een slogan die in dit verband veel wordt gebruikt. Een val mag dus nooit kunnen plaatsvinden. Een collectief systeem, bestaande uit hekwerken, geniet daarom altijd de voorkeur. Daarbij dient opgemerkt te worden dat hier niet uit economische motieven van mag worden afgeweken: de toepassing van een (in eerste instantie) collectief beschermingsmiddel is een wettelijke verplichting waar alleen van mag worden afgeweken als hier gegronde argumenten voor zijn.

Aangelijnd werken is een specialisme. Allerlei activiteiten in de bouw en industrie, die vele malen eenvoudiger zijn, vragen om certificaten en opleidingen. Denk bijvoorbeeld aan het besturen van een heftruck of het bedienen van een hoogwerker. Het zou goed zijn wanneer enkel personen die zijn opgeleid en getraind zouden worden ingezet voor het aangelijnd werken op het dak. ?

Ad Verhoeven is arbovoorlichter bij de SBD (Stichting Bedrijfstakregelingen Dakenbranche)