Zoeken

Roofs 2017-09-03 Taal

Column

‘De taal is het voertuig van de geest’, is een gevleugelde kreet van wijlen Dichter des Vaderlands Driek van Wissen. Hij was jaren geleden als taalpurist op tv en liet die uitspraak steevast volgen met een ‘….maar het is wel een krakende wagen geworden’. Want onder het mom van ‘je begrijpt toch wat ik bedoel’ wordt vaak slordig met de taal omgegaan. Maar net als een dak moet de taal met zorg worden gebruikt. Want dat de taal het voertuig van de geest is, is een waarheid als een koe.

Laatst had ik met een relatie een discussie over het taal­gebruik in de bouw. ‘Een werk opstarten,’ zei hij, is fout. Want taalkundig gezien is ‘een werk’ geen goede benaming. Als zelfstandig naamwoord gebruik je ‘werk’ alleen in de betekenis: ‘dat is een hoop werk’. Waar mensen uit de bouw ‘een werk’ zeggen, bedoelen ze ‘een project’, of in ieder geval een situatie waar ‘werk in uitvoering’ is. En ‘opstarten’ is geen Nederlands woord. Correct is: ‘Beginnen met de werkzaamheden voor een project’, of iets dergelijks.

Ik wierp tegen dat iedereen in de markt ‘een werk opstarten’ zegt. Jawel, zei hij, maar de taalregels zijn er niet voor niets. Als iedereen door rood rijdt, blijft het een verkeersovertre-ding. Maar, zei ik, met taal is het net anders. Want de taal is niet van degenen die de regels opstellen, de taalwetenschappers, maar van de gebruikers. Taal is iets levends, het ontwikkelt zich, anders hadden we nu nog steeds in de taal van Vondel en Hooft met elkaar gepraat. Met andere woorden: als maar genoeg mensen van de regels afwijken, dan veranderen de regels van de taal mee. Een enkele keer is het overigens andersom: u herinnert zich misschien nog wel de invoering van de tussen-n, waardoor we ineens geen pannekoeken meer aten, maar pannenkoeken.

Dat kan wel zijn, was de reactie, maar zolang de regels niet zijn aangepast, is ‘een werk opstarten’ geen goed ­Nederlands. Er zijn natuurlijk allerlei argumenten om je niet aan de regels te houden, maar feit blijft dat je je niet aan de regels hebt gehouden. Als je te hard rijdt omdat je met het verkeer meerijdt, overtreed je toch de wet.

Daar moest ik hem gelijk in geven. Toen ik later over dit ­gesprek nadacht, bedacht ik me dat eigenlijk hetzelfde ­opgaat voor de regels die in de dakenbranche gelden. Ook daar wordt soms wat al te vrij mee omgegaan. Soms uit noodzaak, omdat de bouw bij uitstek een bedrijfstak is waarin de standaardsituatie een uitzondering is. Soms ook uit berekening: als niet duidelijk is wanneer welke regel geldt, is het immers verleidelijk om de regelgeving zodanig voor te stellen dat het in het voordeel is van het eigen product. Altijd wordt geprobeerd de regels zo ver mogelijk op te rekken, in de hoop dat de massa volgt. Want dat is een andere aardigheid van taal: het is altijd onderhevig aan interpretatie.

De regels rond ­valbeveiliging zijn hier een dankbaar voorbeeld van, omdat de regelgeving helder is, maar de praktijk weerbarstig. In dit vakblad is de ­Arbeidshygiënische stra­tegie tot vervelens toe ­uit­eengezet. De allereerste stap is natuurlijk voorkomen dat valgevaar ontstaat. Maar doorgaans vinden dakwerkzaamheden op hoogte plaats, dus dat gaat vaak niet (al zijn er natuurlijk ook daken waar bijna nooit iemand op hoeft te zijn, je kunt je ­afvragen of een valbeveiligingssysteem dan wel zin heeft). Als val­gevaar bestaat, is het verplicht om in eerste instantie een collectieve valbeveiliging toe te passen. Alleen als dat niet mogelijk is, en economische argumenten tellen niet, mag voor een individuele oplossing worden gekozen.

Simpel. Maar in de praktijk gebeurt het lang niet altijd als hierboven beschreven. Daar zijn vaak heel begrijpelijke ­redenen voor en in die situaties geldt dat het ondanks alle begrijpelijkheid toch ‘fout’ is. Vervelender zijn de situaties waarin de opdrachtgever denkt alles goed geregeld te hebben en dat dit toch niet het geval blijkt te zijn. Hoe kan dat? Ook dat verschilt per situatie, maar het staat buiten kijf dat er nog wel eens creatief wordt omgegaan met de uitleg van de regelgeving.

Maar fout is fout. Want als je de taalregels overtreedt, krijg je hooguit het chagrijn van de taalpurist over je heen. Als je de veiligheidsregels overtreedt, kan dat veel ernstiger consequenties hebben.

Edwin Fagel