Zoeken

Roofs 2018-02-44 Veiligheidsladder vergroot veiligheidsbewustzijn

Special veilig werken op hoogte

De Veiligheidsladder is een ­instrument dat het veiligheids­bewustzijn vergroot en dit middels certificering inzichtelijk maakt. Wat is het precies en is het ook bruikbaar in de dakenbranche?

De Veiligheidsladder is bedoeld als maatregel om bedrijven en hun leveranciers te stimuleren om bewust veilig te werken. Nadat het systeem aanvankelijk is ontwikkeld door ProRail, is het sinds 1 juli 2016 in beheer genomen door  NEN. Sindsdien wordt het instrument in meerdere branches geïmplementeerd, waaronder de bouw. Wat houdt het precies in?

Vijf treden

De Veiligheidsladder onderscheidt vijf treden, dus vijf stadia van veiligheid, waarbij de vijfde trede het hoogste veiligheidsniveau vertegenwoordigt:

Trede 1
In het bedrijf wordt weinig tot niets geïnvesteerd in verbetering van het veiligheidsgedrag. Dit gedrag is niet gewenst en wordt dus niet beloond.

Trede 2
Het bedrijf heeft de gewoonte om pas te veranderen nadat er dingen mis zijn gegaan. Verandergedrag is vaak ad hoc en van korte duur. Dit gedrag wordt matig gewaardeerd.

Trede 3
Het bedrijf heeft bepaald welke veiligheidsregels belangrijk worden gevonden. De betrokkenheid bij veiligheid en naleving van regels en wetten ligt voornamelijk bij het (hogere) management. Er wordt werk gemaakt van veiligheid en dat wordt gewaardeerd.

Trede 4
Veiligheid heeft een hoge prioriteit, zit in alle vezels van het bedrijf. Er wordt continu geïnvesteerd in verhoging van het veiligheidsbewustzijn en medewerkers worden aangespoord elkaar aan te spreken op onveilig gedrag. Deze vorm van gedrag wordt hoog gewaardeerd.

Trede 5
Veiligheid is volledig geïntegreerd in de bedrijfsprocessen. Veiligheid zit ingebakken in het denken en doen van alle ­medewerkers; ze zijn niet anders gewend. Dit wordt zeer hoog gewaardeerd.

Certificatie

Om inzichtelijk te maken dat een bedrijf werkt volgens de principes van de Veiligheidsladder, is aan de hierboven ­beschreven treden een certificatieschema gekoppeld. Het Certificatieschema Veiligheidsladder bevat eisen (waar moet een bedrijf aan voldoen), criteria (tegen welke norm wordt getoetst), auditorrichtlijnen (waar wordt op gelet) en scores (hoe wordt het voldoen aan de criteria gewaardeerd).

De score wordt bepaald op basis van 18 bedrijfskarakteristieken, die in relatie staan tot de bedrijfsorganisatie en –cultuur. Het certificaat wordt vervolgens beheerd door een College van Deskundigen (CvD) en een College van Belanghebbenden (CvB). Het CvD fungeert als operationeel beheerder van de Veiligheidsladder. Het is primair verantwoordelijk voor het up-to-date houden van het certificeringsschema en functioneert als aanspreekpunt voor de Ladder Certificerende Instellingen ten aanzien van interpretatievraagstukken en andere kwesties. In het CvD zijn deskundigen van/namens opdrachtgevers en opdrachtnemers afgevaardigd.

Daarnaast fungeert een College van Belanghebbenden (CvB) als bestuurlijk college. Dit ziet toe op het beheer en de ontwikkeling van de Veiligheidsladder. Het CvB is breed samengesteld uit aanbesteders, het bedrijfsleven, de wetenschap en maatschappelijke organisaties en wordt geleid door een onafhankelijk voorzitter op bestuursniveau. Het College stemt ontwikkelingen af met (geïnteresseerde) opdrachtgevers,  opdrachtnemers en andere relevante (vak)organisaties. Voor het beheer en de ontwikkeling van de Veiligheidsladder wordt het CvB ondersteund en geadviseerd door de Commissie van Deskundigen en NEN.

Dakenbranche

Is de Veiligheidsladder ook toepasbaar in de dakenbranche? Ja, want de Veiligheidsladder is zo ontworpen dat deze ­toepasbaar is voor alle typen bedrijven. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen opdrachtgevers, opdracht­nemers of leveranciers. De Veiligheidsladder biedt voldoende ruimte om de toepassing ervan per sector ‘op maat’ te ­maken door eisen en criteria te interpreteren in de geest
van de bedrijfssector, respectievelijk het type bedrijf dat beoordeeld wordt.

Een bedrijf dat zich laat beoordelen neemt kennis van alle actuele en formele informatie inzake de toepassing van de Veiligheidsladder. Deze is verwoord in het actuele handboek en andere documenten. Op basis van de actuele informatie doet het bedrijf een zelfbeoordeling aan de hand van het certificatieschema van de Veiligheidsladder. Via de Self Assessment Questionnaire (SAQ) kan men aan de hand van een aantal vragen de veiligheidscultuur binnen het ­bedrijf toetsen en analyseren hoe de veiligheid van de werknemers is ingebed in de organisatie. Een Ladder Certificerende Instelling (LCI) toetst vervolgens de opgave van het bedrijf en verifieert de opgave op basis van diverse interviews en waarnemingen in het bedrijf en tijdens werkbezoeken op locatie. De LCI stelt aan de hand hiervan de bereikte laddertredevast en reikt, indien voldaan is aan de minimumeisen, het overeenkomstige Veilig Bewust Certificaat uit.