Zoeken

Roofs 2018-08-42 Met de seizoenen mee

Aan tafel met… Renée Rooijmans

In deze rubriek laat Roofs markante personen van binnen en buiten de dakenbranche aan het woord. De insteek is om de visie en de persoon achter die visie voor het voetlicht te brengen.

Op het internet circuleert een goed bekeken reportage van de NOS, waarin stadsantropoloog en ‘dakboswachter’ Renée Rooijmans aan het woord wordt gelaten. Zij woont op het dak van de Hofbogen in Rotterdam en houdt daar in de gaten wat er zoal gebeurt. Achter deze bijzondere opgave schuilt een duidelijke visie op wat het wonen in de stad ­betekent en de rol van het dak daarin. “We zijn vergeten dat we in een omgeving wonen waar van alles gebeurt,” zegt ze hierover. “De seizoenen zijn ontzettend wezenlijk voor alles wat leeft en dus ook voor de mens. In poëzie en kunst zijn de seizoenen een steeds terugkerend thema en we ervaren het ook als we tijdens de vakantie gaan kamperen. Maar in het dagelijks leven sluiten we ons op in onze huizen, waardoor we ons niet bewust zijn van onze omgeving.”

Testcase

Rooijmans is als stadsantropoloog werkzaam bij STIPO in Rotterdam. Dit is een bureau dat adviseert in de duurzame ontwikkeling van de stad. Momenteel is ze bijvoorbeeld bezig met de herinrichting van de boulevard in Zandvoort. De vraag is daar hoe er in het gebruik van de boulevard een beter evenwicht kan worden bereikt tussen de lokale bevolking en de toeristen en hoe de boulevard door de seizoenen heen een prettige plek kan zijn.

Op het dak van de Hofbogen houdt ze zich bezig met een vergelijkbare vraag, namelijk: hoe kan een gebruiksdak op een goede manier worden opengesteld voor het publiek? Daar is nog weinig ervaring mee en je ziet dan ook dat er over sommige zaken onvoldoende is nagedacht. Als we een dak openstellen voor publiek, moeten er voorzieningen worden getroffen. Het dak van de Hofbogen fungeert als testcase. Het dak, dat ligt aan het perron van het niet meer in gebruik zijnde station Hofplein, bestaat uit een eenvoudig groendak, met daarachter een dieper gedeelte, waar dus ook hogere beplanting aanwezig is. Renée Rooijmans woont in een door Studio Walden omgebouwde bouwkeet op het dak, met ruimte voor weinig meer dan een bed, keukenblok, zithoek en composttoilet. Een douche gaat nog gemaakt worden.

Dakboswachter

Hoe is ze daar terecht gekomen? Na een verblijf van twee jaar in Canada, besloot Rooijmans dat ze bij terugkeer in ­Nederland niet in een huis wilde wonen. “Onze huizen ­hebben het hele jaar door dezelfde temperatuur. We komen met name in de winter nauwelijks meer in contact met daglicht, waardoor we o.a. veel sneller depressief worden. We hebben kortom geen contact meer met de buitenwereld, onze natuurlijke leefomgeving.”

“Na terugkeer uit Canada ging ik dus op zoek naar een plek waar ik in ieder geval de zomerperiode zou kunnen kamperen. Een vriendin bracht me in contact met Léon van Geest, de organisator van de Rotterdamse Dakendagen. Hij vertelde dat het dak van de Hofbogen tijdens de Rotterdamse ­Dakendagen zou worden opengesteld voor het publiek. Er stonden op dat moment verschillende kunstwerken op het dak, het zou fijn zijn als er iemand op het dak aanwezig zou zijn om alles in de gaten te houden. Zo is het begonnen. Feitelijk fungeer ik hier dus als een ‘dakboswachter’.”

Ze heeft bewust niet nog ergens anders een woonruimte aangehouden. “Anders zou het niet echt zijn,” zegt ze hierover. “Ik blijf hier tot december, dus ik zal het huisje inderdaad door de seizoenen heen blijven gebruiken en aanpassen.”

Bijzondere ervaring

Het wonen op het dak is een heel bijzondere ervaring, vertelt Rooijmans. Ten tijde van het interview, medio juli, is er al enkele weken geen regen meer gevallen. “Ik ben ervan overtuigd dat de mensen in de stad weinig merken van de effecten daarvan,” zegt ze. “Op dit dak zie je heel duidelijk dat de beplanting verdroogt (behalve op de plek waar het water van de gootsteen wordt afgevoerd): de droogte is deze zomer echt heftig. Dat is maar een voorbeeld van hoe je de natuur (in de stad) veel directer ervaart. Ik ben bijna ­alleen maar in de buitenlucht en dat heeft ook tot gevolg dat mijn lichaam anders reageert op de omgeving. Ook in dat opzicht is dit een interessant experiment.”

Een ander element dat deze ervaring bijzonder maakt, is het contact met de mensen. Er is bijvoorbeeld een dakloos stel dat op hete dagen graag in de schaduw van mijn woonwagen zit. Dat kan en wil ik ze niet verbieden. Ik heb wel eerst een goed gesprek met ze gevoerd zodat we allemaal weten waar we aan toe zijn. Nu hebben ze er hun deken achtergelaten. Ook zijn er wel eens jongeren die op het dak zitten te blowen en naar het verlaten spoor lopen Ook met hen ben ik het gesprek aangegaan. Niet om ze te vermanen, maar wel om de grenzen af te stemmen.”

Is ze dan nooit bang? “Dat wordt me veel gevraagd,” reageert ze. “Nee. Ik heb er bewust voor gekozen niet bang te zijn, want anders is het hier niet vol te houden. Ik ben er ook van overtuigd dat veel afhangt van je eigen houding. Er kan natuurlijk altijd wat gebeuren, maar het is ondoenlijk om daar rekening mee te houden.”

Stedelijke ontwikkeling

Deze ervaring stelt Rooijmans in staat om het belang van het dak voor de stedelijke ontwikkeling uit te dragen. “We hebben onszelf zodanig beschermd tegen de elementen, dat we zijn vergeten dat we ons in een natuurlijke omgeving bevinden. Wat is er mooier dan met de seizoenen mee te gaan? Het dak wordt in de stedelijke ontwikkeling nog nauwelijks ingezet, terwijl het een enorm oppervlak aan onbenutte ruimte is.”

Renée Rooijmans zal voor Roofs een dagboek bijhouden over haar belevenissen op het dak.