Zoeken

Roofs 2018-09-78 Het dak als oplossing voor wateroverlast steden

Stichting Roof Update

Het regenseizoen staat voor de deur. Als we dit jaar nog het jaarlijkse ­gemiddelde zouden halen, staat ons nog menig bui te wachten. Grote en ­kleine ingrepen zijn nodig om onze steden weerbaar te maken tegen het ver­anderende weerbeeld. Daken spelen een belangrijke rol. Er zijn rekenmodellen en beslisbomen voorhanden om het dak haar groen-blauwe rol verantwoord te laten vervullen. Onze branche is er klaar voor. Samen met gemeenten en beleidsmakers komen we er uit, maar het vergt wel een forse inspanning.

Kopenhagen kan een buitje hebben.

Het wateroverlast-probleem in de stad is groot. De komende natte periode van 2018 zal voor overlast zorgen en naast het directe ongemak ook in de papieren lopen. Maar Geert Jan Derksen van de stichting Roof Update is optimistisch. “Met het nuttig gebruik van de daken in de steden hebben we een troef in handen die op vele fronten oplossingen biedt. Voor het hemelwater dat in de stad valt tijdens de steeds kortere, hevige buien, bestaan theoretische oplossingen en technische middelen om deze te realiseren. Dit water in de stad kan op veilige, verantwoorde wijze opgevangen worden en gebruikt worden in tijden van droogte.”

“Steeds meer kennis komt ter beschikking om de gevolgen van het veranderende klimaat in steden het hoofd te bieden. Met de Green Deal Groene Daken en kennispartners zoals onze stichting zijn er gesprekspartners genoeg voor beleids­makers om zaken snel en doeltreffend op te pakken.”

Kopenhagen wijst de weg

Dat het kan, bewijst de stad Kopenhagen. De hoofdstad van Denemarken was in 2009 gastheer van de inmiddels legendarische klimaatconferentie van het UNFCCC. Deze werd bezocht door vertegenwoordigers uit 192 landen. Belangrijk onderhandelpunt was de hoeveelheid broeikas­gassen en de gevolgen van klimaatverandering.

De vijf belangrijkste middelen om te komen tot een ­klimaatbestendige stad zijn:

  1. De ontwikkeling van een methode om wateroverlast van hevige regenval tegen te gaan;
  2. Het realiseren van groene oplossingen die het risico op overstromingen in de stad vermindert;
  3. Het toepassen van passieve koeling van gebouwen;
  4. Bescherming tegen de stijgende zeespiegel;
  5. Het opstellen van een gezamenlijke klimaatadaptatiestrategie.

In 2011 presenteerden de beleidsmakers van de stad ­Kopenhagen ter invulling van punt 5 een klimaatadaptatieplan waarin ambitieuze doelstellingen staan die met een strategische aanpak te realiseren moesten zijn. In het rapport gaan ze uit van de voorspelling van het SRES A2-scenario van het UN Panel on Climate Change (IPCC) dat uitgaat van een verhoging van de temperatuur op aarde met 3 graden in de 21e eeuw.

Het plan is niet star. In de aanpak houden de opstellers ­rekening met nieuwe ontwikkelingen en prognoses en technische ontwikkelingen. En het plan is concreet: de oplossingen moeten de korte termijn (tot 2025) aan kunnen. Met de hulp van een tabel zijn de maatregelen te verantwoorden.

Risico niet nemen

Als een analyse aangeeft dat het risico te groot is om te nemen, kiest de stad eerst een maatregel die een incident voorkomt. Als dat niet lukt vanwege technische of economische redenen, kiest de stad voor het beperken van de schade. Het laagste niveau van ingrepen betreft het zo goedkoop mogelijk opruimen na de ramp.

Het overschot aan water tijdens regenbuien opslaan in ­ondergrondse of bovengrondse opslagplaatsen biedt kansen om hittestress in de zomer in de stad tegen te gaan (door dit water dan aan te spreken). Op gebouwniveau stellen de opstellers van het rapport natuurlijk het verhogen van het groen in de stad voor, met meer parken, bomen en groene daken. Daken met een hellingshoek van minder dan 30 graden moeten worden voorzien van een groen dak.

Nederland volgt

Voordeel voor ons is dat we de voorsprong van Kopenhagen kunnen gebruiken door voort te bouwen op de ervaringen die daar zijn opgedaan. Na het verschijnen van het rapport produceert de stad tal van onderzoeksresultaten die ons van nut kunnen zijn m.b.t. drainagesystemen, inrichting van straten en combinaties met wateropvang en groen. We kunnen er goed gebruik van maken.

Naast de eerder genoemde Green Deal Groene Daken en zijn eigen stichting noemt Derksen een drietal initiatieven die houvast geven voor beleidsmakers om de problematiek aan te pakken.

Ten eerste het afstudeerrapport van Rick van der Stelt bij de Hogeschool Rotterdam en de Gemeente Rotterdam. Van der Stelt onderzocht hoe een afwegingskader voor het ruimtelijk verdelen van groene, groen-blauwe en blauwe daken op wijkniveau eruit ziet. Met de hulp van een scoringsmatrix kunnen gemeenten en waterschappen een eerste algemene indicatie krijgen over de toepasbaarheid van deze daken op basis van de potentie. Om een ruimtelijke verdeling op wijkniveau te geven is er gebruik gemaakt van het softwareprogramma ArcGIS. Als de overheid voor 100% zeker wil zijn over de mogelijkheid tot toepassen van groene en waterbergende daken, zal er nog op gebouwniveau moeten worden gekeken.

Ook het Hoogheemraadschap Delfland bracht met de hulp van Witteveen + Bos voor haar regio de potentie van daken in kaart. De verkenning geeft een doorkijk voor het potentieel aan vasthoudvolume als werk zou worden gemaakt van het vergroten van de sponswerking van het beheergebied door middel van vasthoudmaatregelen. Het belicht ook de economische kosten en baten die hiermee gepaard gaan.

Het beheergebied is allesbehalve homogeen, zodat de effectiviteit van de diverse vasthoudmaatregelen sterk verschilt. Het adviesbureau gebruikte GIS om bij alle berekeningen rekening te houden met locatiespecifieke kenmerken. Daarnaast is gebruik gemaakt van een grote hoeveelheid kaarten als filter in de ruimtelijke analyse. Hierin is ook de eigendomssituatie van de grond meegenomen, wat inzicht geeft in de verdeling van het potentieel aan vasthoud­volume over de publieke en private ruimte. De potentiële mogelijkheden die het dak biedt komen hiermee goed in kaart voor beleidsmakers.

Een concrete vertaling naar de praktijk komt in het ­Amsterdamse Sciencepark, Startup Village tot stand. Dit is een co-creatie van onder meer UvA Holding en ACE Venture Lab. Geïnspireerd op een soortgelijk project in het Londens Brixton is in Amsterdam Zuid een containerpark gerealiseerd voor ongeveer 150 start up-bedrijfjes, waar de theorie over duurzame gebouwen onder zware omstandigheden (de containers zijn gewone zeecontainers) in praktijk wordt gebracht. Welke producten en systemen zorgen voor een groene, zelfvoorzienende en comfortabele werkomgeving kan hier in de praktijk worden getest.