Zoeken

Roofs 2018-10-40 Een dak is méér dan een overdekking van een gebouw

Kennissessie groene daken

Het klimaat verandert en daar moeten we op inspelen. Het dak is de ­uitgelezen plek om maatregelen te nemen. Maar hoe doe je dat op een ­zekere manier? Stichting Blauwzaam organiseerde in samenwerking met ­Gemeente Gorinchem, Gorcum Natuurlijk Groen, Waterschap Rivierenland en BDA Opleidingen een Kennissessie Groene Daken.

‘Een dak is méér dan een overdekking van een gebouw’. Onder dit motto werd de middag bij BDA in Gorinchem ­georganiseerd. Voor de lezers van dit vakblad is de opmer­king inmiddels een open deur, maar de organisatoren signaleren dat in het licht van de klimaatverandering nog te weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden. Reden om een kennissessie over de mogelijkheden en voordelen van groene daken te organiseren. Tijdens de bijeenkomst waren diverse vertegenwoordigers van de politiek en het bedrijfs­leven in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden aanwezig om over het onderwerp te discussiëren.

Groene en blauwe daken vertegenwoordigen waarde

Als dagvoorzitter liet Rob Luyk, bedrijfsleider van Binder Groenprojecten, enkele aansprekende voorbeelden zien om te tonen wat er allemaal mogelijk is met het dak. De DakAkker in Rotterdam is niet alleen een aangename verblijfplaats die de biodiversiteit bevordert en waar verse groente en fruit wordt verbouwd. Het is direct ook een plek waar kinderen onderwijs krijgen over waar ons voedsel vandaan komt. Maar ook draagt het bij aan het nijpende probleem van de hoosbuien, die vaker en heviger zullen voorkomen. De rioleringsstelsels zijn hier niet op berekend, dus het is van belang het regenwater dat valt zo veel mogelijk op het dak vast te houden. Dit heeft meteen als voordeel dat water een koelend effect heeft. Dat is belangrijk om de hittestress in stedelijk gebieden tegen te gaan (Urban Heat Island-effect) en het zorgt ook voor een hogere opbrengst van zonnepanelen.

Luyk betoogde dan ook dat een hogere prioriteit moet worden gegeven aan ‘groen’ en ‘blauw’ in de gemeentelijke planvorming. Deze daken vertegenwoordigen een waarde en vormen dus niet enkel een kostenpost. Het is bovendien een gelegenheid om de sociale inclusiviteit, biodiversiteit en gezondheid in de omgeving te verbeteren. Belonen werkt daarbij beter dan (financieel straffen. Dat zijn betoog niet tegen dovenmansoren was gericht, bleek uit het gesprek dat hij daarna had met Eelke Kraaijeveld, wethouder Zorg, Werk, Duurzaamheid & Energietransitie in de gemeente Gorinchem. Het onderwerp sluit namelijk naadloos aan bij het coalitieakkoord dat eerder dit jaar in de gemeente is gesloten (het ‘Gorcums Akkoord’). Hierin wordt ingezet op o.a. duurzaamheid en innovatie. Het ligt dan ook voor de hand om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Men creëert bewust een klimaat waarin ruimte is voor expe­rimenteren: innovatie gaat vaak met vallen en opstaan. Innovatie is niet alleen een technische opdracht, maar ook een organisatie-opdracht, mede omdat verschillende departementen zullen moeten samenwerken, maar Kraaijeveld was zichtbaar enthousiast over het onderwerp.

Groendaken verplichten?

De bijeenkomst werd voortgezet met spreekbeurten van ­achtereenvolgens Dirk van Peijpe (De Urbanisten), Floor van den Bergh (Buro Bergh) en Paul Verkaik (BDA Opleidingen).

Hoewel Van Peijpe naar eigen zeggen geen groot fan van The Beatles is, opende hij zijn presentatie met een foto van het beroemde Rooftop Concert. Hiermee wilde hij aangeven dat het dak voor veel méér kan worden gebruikt dan enkel de waterdichting. Hij schetste een ontwikkeling waarin het daklandschap zich steeds meer zou ontwikkelen als een ‘bovenstad’, overigens zonder groot voorstander te zijn van de verbindingen tussen deze daken. Hij gaf aan dat het dak ‘veelkleurig’ is, en lichtte dat toe aan de kleurcodering die doorgaans aan daken wordt gegeven. Met groene daken worden begroeide daken bedoeld, blauwe daken zijn ­waterdaken, gele daken energiedaken en rode daken ­recreatie-/gebruiksdaken. Aan al deze functies kan een veelvoud aan diensten worden gekoppeld, die in de juiste context een meerwaarde kunnen vormen voor de omgeving.
Van Peijpe besprak ze kort, waarbij telkens moet worden bekeken: wat kan waar? Bij de beantwoording van deze vraag moet alleen de vorm en de draagkracht van het dak in ogenschouw worden genomen, maar ook zaken als de toegankelijkheid en de hoogte van het dak. Elk type dak biedt andere mogelijkheden: in een 19de eeuwse stadswijk zullen de initiatieven kleinschaliger zijn dan in bijvoorbeeld havengebieden, waar veel meer de oppervlakte kan worden gebruikt. Er zijn verschillende financieringsarrangementen denkbaar, zoals bijvoorbeeld dak-leasecontracten, ­co-financiering en crowdfunding.

Floor van den Bergh van Buro Bergh opende haar spreekbeurt met een inventarisatie: wie van de aanwezigen heeft op het eigen dak een groendak? Dat bleken er maar twee
te zijn. Ook Van den Bergh onderstreepte dat het nodig is dat dit aantal op korte termijn omhoog gaat met een uiteenzetting van de gevolgen van de klimaatverandering. We moeten ons aanpassen, wat betekent dat we meer groen moeten aanleggen en meer water moeten vasthouden. Maar hoe krijgen we mensen (en onszelf) zover om daadwerkelijk over te gaan tot het aanleggen van een begroeid dak? Er zijn diverse argumenten te bedenken om mensen hiertoe te ‘verleiden’: extra buitenruimte, meer comfort, meer biodiversiteit, mooier uitzicht, de levensduur van de dakbedekking… Mocht dit onvoldoende resultaat opleveren, kan men groendaken ook ‘verplichten’. De stad Antwerpen heeft al een verplichting dat nieuwe daken als groendak moeten worden uitgevoerd. Gedacht kan ook worden aan de verplichting om bij elk nieuw dak 50 mm water te bergen.

Tenslotte vestigde Paul Verkaik van BDA Opleidingen de aan­dacht op het gegeven dat in alle gevallen de waterdichte laag ook daadwerkelijk waterdicht moet zijn. De ellende is
niet te overzien als het dak lek blijkt te zijn en er ligt een dakopbouw van een groendak of een gebruiksdak op. Hij liet vervolgens zien dat de techniek niet stilstaat. Het is nu mogelijk dat het dak water vasthoudt en via Buienradar een seintje krijgt wanneer er een hoosbui aankomt. Op zo’n moment kan men het water vooraf van het dak af laten vloeien, zodat er weer voldoende capaciteit is om het water van de hoosbui op te vangen. Tenslotte besprak Verkaik enkele fraaie praktijkvoorbeelden, waarmee wordt aangetoond dat de mogelijkheden op het dak echt legio zijn.