Zoeken

Roofs 2019-03-70 Eldon Dakbedekking viert 50-jarig bestaan

Jubileum

In 1969 begon Hein Duwel in een garage in het centrum van Leiden de Eerste Leidse Dakdekkers Onderneming: Eldon. Nu, vijftig jaar later, is het bedrijf uitgegroeid tot een stabiele partij met verschillende ­bedrijfsonderdelen. Een interview met de huidige directeur Rien van Harten.

Het dakdekkersbedrijf is destijds ontstaan uit Duwel Handels­onderneming, een bedrijf dat voornamelijk olie en teer verkocht. Toen het eind jaren ’60 ook begon met de verkoop van dakrollen, kwam al snel de vraag of men het materiaal ook op het dak kon aanbrengen. In reactie hierop werd ­besloten een apart dakbedekkingsbedrijf op te richten. Aan de Nieuwstraat in Leiden werd gestart in twee garages, die werden ingericht als kantoor en magazijn voor zowel de handelsonderneming als het dakdekkersbedrijf.

De klantenkring werd vooral gevonden in de Bollenstreek en het bedrijf zette al snel een gestage groei in. Na verloop van tijd werd aan de Ondernemingsweg in Alphen aan den Rijn een grotere ruimte betrokken, sinds 1990 is het bedrijf gevestigd aan de huidige locatie aan de H.A. Lorentzweg in die stad. Na zijn pensionering droeg Hein Duwel de dagelijkse leiding over aan zijn zoon Ben. Sinds 2006 maakt het bedrijf onderdeel uit van de holding Msquared Group (MSQ) en staat het bedrijf onder leiding van Rien van Harten.

Sociaal

Van Harten kwam bij Eldon te werken nadat hij zijn carrière was begonnen bij respectievelijk Voormolen Dakbedekkingen en Swindak. Hij leerde het bedrijf kennen als een rustige en stabiele organisatie. “Ben Duwel was een zeer sociale ­directeur die altijd het belang van zijn personeel voorop had staan,” vertelt hij. “Bij de verkoop was het een harde voorwaarde dat het personeel garanties zou krijgen om op een goede manier bij het bedrijf te kunnen blijven werken. Dat spreekt niet voor zich: bij veel organisaties gaat het ­uiteindelijk voornamelijk om de cijfers.”

“Feitelijk is het bedrijf in zijn geest voortgezet: ook ik vind het belangrijk dat alle medewerkers in een goede sfeer en op een gezonde en veilige manier hun werk kunnen doen. De dakdekkers zijn degenen die zorgen voor het bestaansrecht van het bedrijf. Een werkweek moet dan ook niet langer dan 40 uur duren, vind ik: het is eenvoudigweg niet gezond om op structurele basis meer tijd aan je werk te besteden. Als je meer tijd nodig hebt, ben je óf te zwaar belast, óf je bent niet geschikt voor het type werk dat je doet.”

Het dakdekkersbedrijf opereert inmiddels vanuit Rotterdam en Alphen aan den Rijn. De activiteiten bestrijken tegen­woordig het volledige spectrum van het dakdekkersvak. In de loop der jaren heeft men er namelijk twee bedrijfs­onderdelen bijgekregen: Grillo Dakafwerkingen en Eldon Groendaken. Op het gebied van zonne-energie en valbeveiliging heeft men ook eigen specialisten actief. “Wij bezuinigen niet op valbeveiliging,” zegt Van Harten over dit laatste. “Het risico dat een medewerker valt, moet in alle gevallen worden geminimaliseerd en voor de kosten hoef je het niet te laten. We nemen de veiligheid niet op in onze offertes: die hoort er standaard bij. We nemen altijd ons eigen hekwerk (of in voorkomende gevallen ankerpunten) mee. Als je weet waar je mee bezig bent, hoeft het niet veel tijd te kosten om de werkplek op een veilige manier in te richten. Het aansluiten van zonne-energie is een vak apart en daar bemoeien wij ons dus niet mee. Wij werken in dit opzicht samen met vaste partners, zodat we zeker weten dat de systemen goed worden aangesloten en de waterdichting niet in gevaar komt.”

In de loop der jaren is het dakdekkersbedrijf betrokken ­geweest bij een groot aantal aansprekende referentiepro­jecten. De foto’s bij dit artikel spreken wellicht boekdelen en Van Harten spreekt met aanstekelijk enthousiasme over de totstandkoming van deze projecten.

Gezond bedrijf

Het bedrijf valt zoals gezegd onder MSQ, een holding waar verschillende dakdekkersbedrijven onder vallen. Binnen de holding is Rien van Harten directeur en mede-eigenaar van zowel Eldon Dakbedekking als Mastum Daksystemen. De bedrijven bijten elkaar niet, omdat ze ieder een eigen regio en marktsegment bedienen. Door de synergie zijn beide bedrijven in het afgelopen decennium gemoderniseerd. Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt met een centraal systeem voor informatie-uitwisseling, zodat alle medewerkers op elk moment de beschikking hebben over de meest actuele projectinformatie en prijzen. De personeelszaken zijn in een apart bureau ondergebracht, zodat het bedrijf zich volledig kan focussen op het werk zelf: daken waterdicht maken.

Van Harten: “Al met al heeft dit geleid tot een hecht team, waarbij de medewerkers zeer loyaal zijn. Er is zo goed als geen verloop en veel medewerkers die momenteel bij ons werken, hebben een groot deel van de 50-jarige bedrijfshistorie zelf meegemaakt. Tegelijk is er een goede mix van jonge en ervaren krachten, waarmee het bedrijf ook gedurende crisisjaren financieel gezond heeft kunnen blijven, zonder dat afscheid moest worden genomen van het personeel. Momenteel is het juist weer bijzonder druk, maar wij zijn in staat om met het personeel dat we hebben onze klanten te kunnen bedienen. We hoeven niet veel groter te worden dan we al zijn.”

Toekomst

Hoe ziet Van Harten de toekomst van het bedrijf? “Wij zullen die rustige en stabiele organisatie blijven die we altijd al zijn geweest. Natuurlijk blijven we inspelen op de markt­ontwikkelingen, dus de toekomst van het bedrijf hangt voor een groot deel af van hoe de markt zich ontwikkelt. In dat opzicht zou ik een voorstander zijn van een verbod op het werken met open vuur op het dak. De systemen om een dak zonder gebruik van de brander op een verantwoorde manier waterdicht te maken, zijn al lang en breed beschikbaar. De activiteiten van dakdekkersbedrijven zijn aan de andere kant bijzonder lastig te verzekeren. Met enige regelmaat worden (bij renovatieprojecten) daken per ongeluk in brand gestoken. De NEN 6050 is volgens mij vooral een theoretische oplossing, omdat in de gebieden waar de norm open vuur verbiedt, in de praktijk de brander toch nog wordt gebruikt om de ondergrond droog te maken. Als we bij wijze van spreken morgen afspreken dat we geen open vuur meer gebruiken op het dak en een overgangsperiode van een paar maanden hanteren, is het hele probleem opgelost. Nu al bieden wij onze opdrachtgevers standaard twee offertes: één met, en één zonder gebruik van open vuur.”

“Je moet altijd een gezonde balans bewaren tussen de commercie en de techniek,” besluit Van Harten. “Wij hoeven niet in grote auto’s te rijden of in strakke pakken te lopen. In al die jaren zijn we een no-nonsensebedrijf geweest en dat zal ook niet veranderen. Wij moeten het hebben van ons vakmanschap en onze passie voor het vak. Dat is ons bestaansrecht en ik heb er vertrouwen in dat we op basis hiervan ook in de toekomst betrokken zullen zijn bij de realisatie van prachtige daken. Volgend jaar zullen we bijvoorbeeld de ­terrassen van de Terraced Tower uitvoeren, een 100 meter hoge woontoren aan de Maasboulevard in Rotterdam, met rondom prachtig uitgevoerde terrassen. Dat zijn de ­projecten die ons vak zo mooi maken.”