Zoeken

Roofs 2019-05-24 Hoe leg je een natuurdak aan?

Erik eN De Anderen

De Green Deal Groene Daken (GDGD) heeft kennis en ervaringen over natuurdaken vanuit de praktijk gebundeld in de Handreiking Natuurdaken. De focus ligt op de ecologische keuzes die de aanleg van een natuurdak met zich meebrengt. Hoewel wij ons natuurlijk vooral concentreren op de dakbedekkingsconstructie, is het voor iedere dakdekker handig om goed geïn­formeerd te zijn over alle facetten van een dergelijk dak. Het stappenplan in de handreiking, geschreven door Green Deal partner Wilco van Heerewaarden van BTL Advies, is daarvoor een uitstekende informatiebron. Wij hebben dit stappenplan ‘Hoe leg je een natuurdak aan?’ voor u samengevat.

Wil je nieuwe leefgebieden creëren of bestaand leefgebied versterken (of verbeteren) in bijvoorbeeld de stedelijke omgeving? En ga je volledig voor natuur, of wil je dit combineren met andere functies op je dak? Tijdens het ontwerp kun je al je creativiteit loslaten op het dak. Neem wel de directe omgeving in ogenschouw. Deze is bepalend voor de planten en dieren die op het dak kunnen voorkomen en andersom.

Je begint dus met het een open, creatief proces, waarin je je ambities bepaalt. Voor de realisatie van je natuurdak zijn echter veel randvoorwaarden qua daktechniek van ­belang, zoals de dakbedekkingsconstructie, draagkracht en constructie van het dak. Vandaar dat het in kaart brengen hiervan direct volgt op het creatieve proces. Wat nog uit de handreiking met betrekking tot dit punt naar voren komt, is dat een natuurlijke bodem een belangrijke rol speelt bij een duurzame ontwikkeling van natuur. Door de lokale bodem te ‘simuleren’ op het dak, kunnen lokale planten zich spontaan vestigen. Het gebruik van bodemmateriaal (grond/zand) uit de directe omgeving zorgt ervoor dat schimmels, bacteriën en andere micro-organismen hun werk kunnen doen voor deze inheemse planten. De dikte en samenstelling van de substraatlaag is daarom een belangrijk aandachtspunt.

Daarnaast is het aan te bevelen om bij het ontwerpen van natuurdaken een deskundige (ecoloog) te betrekken. Hij of zij is in staat om de in de omgeving aanwezige natuurwaarden in kaart te brengen en heeft zicht op de mogelijkheden om lokale biodiversiteit te versterken. Zoals kansen om bepaalde kwetsbare populaties dieren te versterken, door hun favoriete planten te plaatsen. Je kan ook informatie bij de grotere gemeente inwinnen, waar ecologen voor je klaar staan. Daarnaast kun je de lijst van in de omgeving aanwezige kwetsbare dier-, planten- en schimmelsoorten bestuderen op de zogenaamde Rode Lijst. Natuurdaken bieden namelijk een goede mogelijkheid om deze soorten weer meer leefruimte te geven.

Als je vastgesteld hebt welk type vegetatie en dieren je wilt ondersteunen, kan je verder met de inrichting van het natuurdak. Bepaal daarbij eerst welke vegetatie passend is qua voedsel, voortplanting en veilige schuilplek voor de dieren die je wilt faciliteren. Varieer daarnaast in hoogte en bloeitijd voor een optimaal gebruik van het dak. Door planten met verschillende afmetingen te gebruiken, krijg je meer variatie: wind of windstil, zonnig of schaduwrijk, begroeid of kaal en nat of droog. Hierdoor ontstaat een uitgebreide plantensamenstelling, waar veel verschillende dakbezoekende dieren van kunnen profiteren.

  • Mossen gedijen over het algemeen goed op schaduwrijke plekken.
  • Pollen (sier)gras vragen weinig onderhoud, maar hebben ook weinig ecologische waarde. Kies beter voor inheemse grassoorten, zoals Fijn Schapengras of Rood Zwenkgras.
  • Heesters (struiken) en bomen kunnen, als ze in een goede bodem staan, grote hoogtes bereiken. Kies inheemse bomen en heesterachtigen, planten die van nature voorkomen in Nederland, omdat daar veel meer insectensoorten op voorkomen dan op uitheemse bomen en heesterachtigen.

In de Handreiking Natuurdaken wordt in grote lijnen beschreven wat vogels, insecten en andere dieren nodig hebben als het gaat om voedsel, voortplanting en beschutting. Alle dieren hebben een eigen waarde binnen een eco­systeem en hebben zo allemaal hun eigen behoeftes. Tijdens het lezen van de handreiking van GDGD wordt heel duidelijk dat die behoeftes door een simpel sedumdak niet direct bevredigd zullen worden. De voeding voor de dieren is te beperkt en qua beschutting heeft een sedumdak weinig te bieden.

Die beschutting vinden dieren in de bodem, de beplanting en de bouwkundige voorzieningen. Daarnaast kan het gecreëerd worden door losse elementen op een natuurdak te plaatsen. Denk daarbij aan:

  • Dood hout
  • Takkenril
  • Zandhopen
  • Stenen (muurtjes of hopen)
  • Grind en schelpen
  • Insectenhotel
  • Nestkasten
  • Watervoorziening

Iedere begroeiing, dus ook een begroeid natuurdak, ontwikkelt zich spontaan door natuurlijke successie. Hoe dit zich ontwikkelt, is van verschillende factoren afhankelijk, bijvoorbeeld de uitgangssituatie van de bodem en de ligging van het natuurdak. Maar ook door de mate van onderhoud en het klimaat.

Het toepassen van bemesting en bestrijdingsmiddelen is op groene daken niet gewenst en ook niet nodig. In een natuurlijke situatie wordt gras kort gehouden door grazers of het wordt steeds verder overgroeid met kruiden en later met struiken. Daarom is het aan te bevelen om grasoppervlakken op het dak te maaien, maar laat voor de insecten en vogels wel een deel staan. Hetzelfde geldt in feite voor teveel snoeien. Wel moet daarbij uiteraard aandacht zijn voor gevaarlijke situaties, zoals overhangende takken. Let verder op planten die gaan woekeren bij zonne­panelen, grindpaden, zandhopen en de waterafvoer op daken. Tot slot: combineer het onderhoud aan het groen met onderhoud aan het dak. Het schoonmaken van goten, hemelwaterafvoeren en controle van de dakveiligheid. En denk erom, vanwege de verbetering in biodiversiteit: niet teveel schoffelen door de hovenier!

Eigenlijk begint het hierna pas. Als je specifieke doelen voor jouw natuurdak hebt bepaald, is het interessant en relevant de ontwikkeling te volgen. Door dit meerdere jaren te doen, krijg je een duidelijk beeld hoe de natuurwaarden op jouw dak zich ontwikkelen. Dit kan je bijvoorbeeld helpen bij het bepalen van het juiste onderhoud. Deel je ervaringen ook! Er is nog (te) weinig onderzoek gedaan naar de leefwijzen van insecten en vogels op natuurdaken. Green Deal partners De Vlinderstichting en Vogelbescherming hopen meer te ontdekken tot hoe hoog bijvoorbeeld vlinders kunnen komen en of begroeide daken meer biodiversiteit hebben. Om deze kennis te verzamelen, vragen zij bezitters van groene daken om een formulier via internet in te vullen. Ook het NIOO-KNAW en het Centrum voor Bodemecologie vraagt om het delen van kennis. Daarvoor organiseren zij, inmiddels voor de vijfde keer, de bodemdierendagen (van donderdag 26 september tot en met zondag 6 oktober). En voor wie verder wil lezen: Handreiking Natuurdaken door Wilco van Heerewaarden BTL Advies, Green Deal Groene Daken (https://www.greendealgroenedaken.nl/biodiversiteit/). En we raden uiteraard Planten voor alle Daken. Zomerse zaailingen en stoere stammen door Annemieke Langendoen aan.