Roofs 2019-05-34 Daglicht als onderdeel van een gezond gebouw
Special daglicht
Het belangrijkste verkoopargument voor daglichtvoorzieningen in het dak is het gegeven dat daglicht goed is voor de gezondheid. Daarnaast wordt een ruimte met veel daglicht als aangenaam ervaren. Daarbij moet het binnenklimaat niet uit het oog worden verloren.
Wetenschappelijk bewijs naar de gunstige effecten van daglicht is slechts mondjesmaat voorhanden. Bekend is, dat blootstelling aan zonlicht (UV) essentieel is voor de aanmaak van vitamine D. Blootstelling aan daglicht zorgt tevens voor een preventieve werking tegen diverse ziektes, waaronder kanker. Onvoldoende blootstelling aan daglicht kan tevens het dag/nachtritme in de war sturen, wat eveneens negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid. We kunnen kortom veilig aannemen dat de toepassing van voldoende daglicht goed is voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van de mens.
Gezondheid
Licht wordt via het oog en via de huid in het lichaam opgenomen. Er zijn vele soorten daglicht, afhankelijk van de stand van de zon, de bewolking, etc. Dat zorgt voor dynamisch licht in het gebouw en het ligt voor de hand dat er verschillende effecten op het menselijk lichaam waarneembaar zullen zijn. Alles bij elkaar kunnen we veilig aannemen dat daglicht een positieve invloed heeft op de gezondheid (geestelijk en lichamelijk). Dit wordt in de Nederlandse bouwwereld ook steeds breder onderkend en dat is positief. Aan de andere kant zou het niet wenselijk zijn om overal maar glas toe te passen. Er kan immers ook te véél zonlicht binnenkomen. Dat licht is verblindend, het zorgt ervoor dat schermen lastig zijn te lezen en ook heeft het in veel gevallen energetisch nadelige effecten: in de zomer wordt het vaak te warm, in de winter te koud. In gebouwen met veel glas zie je dikwijls dat mensen de zonwering naar beneden laten en niet meer omhoog doen. Dan is de toepassing van het daglichtsysteem nutteloos.
Daarom moet slim worden omgegaan met daglichtsystemen, zodat een juiste balans kan worden bereikt tussen daglicht en schaduw. Algemeen geldt dat een daglichtvoorziening in het dak voor méér licht zorgt dan voorzieningen in de gevel, omdat zonlicht nu eenmaal van boven komt. Er zijn ook oplossingen denkbaar met gekleurd glas.
In de gebouwde omgeving moet het daglicht vaak concurreren met kunstlicht. Hierbij worden de voordelen van het daglicht zoals: gratis, vaak in overvloed aanwezig, een dynamisch karakter en energiezuinig, afgewogen tegen die van het kunstlicht. Waarbij aangetekend moet worden dat de energiezuinige ‘led’-verlichting juist door die energiezuinigheid heeft gezorgd voor een toename in het energieverbruik: deze verlichting wordt vrijwel overal in toegepast. De voordelen van daglicht afwegend tegen de nadelen, slaat de balans nog steeds door in het voordeel van zonlicht. Dus het is aan te raden serieus te kijken naar een evenwichtige toepassing van daglicht in het gebouw.
Regelgeving
Welke eisen het Bouwbesluit stelt aan de toetreding van daglicht binnen een gebouw, hangt af van de gebruiksfunctie van de ruimte. De daglichteis voor een woonfunctie is strenger dan de daglichteis voor een kantoorfunctie. Aan een bijeenkomstfunctie (bijvoorbeeld een restaurant) wordt zelfs geen daglichteis gesteld.
Het Bouwbesluit stelt minimumeisen aan de daglichtoppervlakte. Deze oppervlakte-eis is afhankelijk van de oppervlakte van de verblijfsgebieden en verblijfsruimten. Voor woningen geldt dat het daglichtoppervlakte niet kleiner mag zijn dan 10% van het vloeroppervlakte van dat verblijfsgebied. Voor een verblijfsruimte in een woning geldt de eis dat het daglichtoppervlakte minimaal 0,5 m² moet bedragen. Wanneer een verblijfsgebied van een woning 30 m² bedraagt, dan moet een equivalente daglichtoppervlakte aanwezig zijn van minimaal 3 m².
Er is echter een veel rijkere schakering mogelijk en veel architecten ontwerpen hier al op. Met name in openbare gebouwen en zorginstellingen is dit belangrijk. Bij gebruik van daglicht in het gebouw moet worden gezocht naar een juiste balans tussen verschillende factoren.
Binnenklimaat en ventilatie
Bij het ontwerp (en de realisatie) van een gebouw dienen tevens de overige aspecten van het gebouw in ogenschouw worden genomen. Denk hierbij met name aan een juiste ventilatie. Door de huidige aandacht voor de energieprestatie van een gebouw en luchtdicht bouwen wil dit aspect nog wel eens ondergesneeuwd raken.
Vandaag de dag heeft zo’n 30% van het gebouwenbestand geen gezond binnenklimaat. Veel van de infectieziekten die een gevaar vormen voor de volksgezondheid, zijn ziekten die veroorzaakt worden door een slecht binnenmilieu. Dit is zorgwekkend, want we besteden tegenwoordig gemiddeld 90% van onze tijd binnenshuis.
Lastig aan dit aspect is dat de eisen tegengesteld lijken: waar wordt geventileerd, kan niet worden geïsoleerd of luchtdicht worden gebouwd. Waar daglicht wordt toegelaten, kan eveneens geen isolatielaag worden toegepast en er kan bijvoorbeeld geen zonne-energie worden opgewekt. In de markt zijn daarom diverse samenwerkingsverbanden ontstaan, waarbinnen wordt gewerkt aan optimalisatie van al deze aspecten. Een gezond gebouw is te bereiken via productinnovatie en samenwerking.