Zoeken

Roofs 2019-07-48 Ontwikkelingen in aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid

Special Valbeveiliging + veilig werken op hoogte

Vrijdag 14 juni sprak Vlindar op de Petzl Ropetrip Benelux, tijdens het veiligheidsseminar over de ontwikkelingen in de jurisprudentie over werken op hoogte. Voor Roofs heeft hij zijn sessie uitgewerkt tot een artikel.

Elko Petten, Vlindar

De Petzl Ropetrip is een tweejaarlijks evenement voor rope-access professionals (industriële klimmers of het beroepsmatig gebruik maken van klimtechnieken voor het uitvoeren van werkzaamheden). Hierin strijden rope-access teams met elkaar tijdens verschillende ‘challenges’. Een deskundige jury beoordeelt de teams op snelheid, maar bovenal op het correct volgen van de veiligheidsprocedures.

De Benelux editie werd georganiseerd door Height Safety Expert, een trainingsinstituut voor werken op hoogte, besloten ruimten, reddingsteams en rope-access. Hun trainingscentrum (de watertoren in Steenbergen) deed door zijn hoogte en de diverse besloten ruimtes (‘confined spaces’) dienst als de arena waar de teams hun vaardigheid en kennis moesten demonstreren.

Wetgeving in beweging

Door diverse oorzaken neemt de laatste jaren ook het aantal (val)ongevallen toe. “We zien op de bouwplaatsen dat er steeds meer bouwvakkers rondlopen waarvoor niet duidelijk is geregeld wie er voor hun veiligheid verantwoordelijk is,” aldus Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie SZW. Tegelijkertijd zien we dat, in reactie hierop, wetgeving wijzigt. Tijdens de Petzl Ropetrip Benelux legden we een aantal voorbeeldcasussen voor aan de toehoorders. Argumenten van de aanklager en verdediging werden gedeeld, en vervolgens kregen de deelnemers de vraag hoe de rechter hier gaat oordelen. Voor velen kwam de daadwerkelijke uitspraak dan als een verrassing. Dit is precies waarom we dit soort sessies organiseren: beter dat de verrassing nu is, dan in de rechtszaal.

Aandacht voor de RI&E

Een goede RI&E is het begin van een veilige werkplek. Steeds vaker bleek in de rechtspraak aandacht voor dit aspect. In de voorbeeldcasussen werd het ontbreken van een schriftelijke RI&E de werkgever aangerekend en als schending van de zorgplicht bestempeld. Als voorbeeld een zaak uit 2017 (ECLI:NL:RBOBR:2017:1681). Hierin was een medewerker omgekomen bij een val door een lichtdoor­latende dakplaat. Dit risico was wel gezien door de aannemer, en er waren persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld (harnassen en valstopapparaten). Het ontbreken van een schriftelijk vastgelegde risico- inventarisatie, toegespitst op dit werk, werd door de rechter als onzorgvuldig aangemerkt. Deze casus is overigens ook in Roofs juni 2019 besproken, in het artikel ‘Een ongeluk zit in een klein hoekje: wanneer is de werkgever aan­sprakelijk?’ door Antoinette Niebeek van advocatenkantoor Poelmann van den Broek.

Een rechter zal, zoals ook in het in juni gepubliceerde artikel werd gesteld, per geval beoordelen of de werkgever aan zijn verplichting heeft voldaan. Maar dat de RI&E toegespitst en specifiek genoeg moet zijn, blijkt ook uit een zaak waarin een ongeval gebeurde bij het afnetten van een 30 m³ container. In het chauffeurshandboek stond weliswaar een veilige werkwijze voorgeschreven voor containers van 40 m³, maar voor 30 m³ containers stond niets vermeld. Dat dit dan op dezelfde wijze zou moeten gebeuren, vond de rechter onvoldoende onderbouwd en deze kende de boete toe (ECLI:NL:RBOVE:2018:1763).

Keuze van veiligheidsmiddel

Het is al langer bekend dat er een wettelijke volgorde is bij het selecteren van een veiligheidsmiddel: de Arbeidshygiënische strategie, die ook in de A-bladen leidend is. Collectieve voorzieningen gaan altijd vóór persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat blijkt ook maar weer uit de hierboven genoemde zaak (val door lichtdoorlatende plaat).

“De rechtbank is van oordeel dat verdachte, door aldus te handelen, de verantwoordelijkheid voor de valbeveiliging in wezen geheel bij de betrokken werknemer zelf heeft neergelegd. […]Dit terwijl de praktijk nu juist uitwijst dat werknemers niet altijd even zorgvuldig met de individuele beveiligingsmiddelen om plegen te gaan, bijvoorbeeld omdat het kan gebeuren dat de lijn van een valstopapparaat achter/aan obstakels kan blijven steken/hangen of omdat werknemers zich bij het verplaatsen telkens moeten los- en vastmaken. Het is de zorg (en daarmee de plicht) van de werkgever om werknemers zo veel als onder de gegeven omstandigheden mogelijk te vrijwaren van op de arbeidsplaats aanwezige risico’s, zoals in dit geval het gevaar om van of door het (niet-mandragende) dak te vallen. Die zorgplicht houdt mede in dat de werkgever zijn werknemers moet beschermen tegen eigen fouten of onvoorzichtigheden.”

Nieuwe PBM-verordening & ankerpunten norm

Dat er rekening gehouden moet worden met fouten of onvoorzichtigheden, zien we nu ook terug in de nieuwe PBM Verordening (2016/425). Daarin is nu expliciet opgenomen dat men niet alleen moet kijken naar het beoogd gebruik, maar ook naar de te verwachten omstandigheden en redelijkerwijs te verwachten verkeerd gebruik. Hoever men hiermee zal gaan, moet nog blijken (de verordening is afgelopen april pas volledig van kracht geworden), maar dat dit impact zal hebben op het toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen is wel duidelijk.

Hetzelfde zien we terug in de nieuwe norm voor gebouwgebonden ankerpunten. In die norm wordt nu (aanvullend) onderscheid gemaakt in de verschillende werkmethodieken waarvoor de ankervoorzieningen worden toegepast (valstop, begrenzing, positionering etc.) Deze norm is nog in concept-stadium, maar wel is duidelijk dat alle type ankers aan de eisen van de valstop-werkmethode moeten voldoen. Dus ook bij een begrenzingssysteem moet door de leverancier en de toezichthouder rekening gehouden worden dat een gebruiker door een werkmethodiek, anders dan waarvoor de ankervoorziening is ontwikkeld, toch valt.

Kennis delen

Up-to-date blijven is veel werk. Wetgeving wijzigt, techniek gaat vooruit. Lees je in, praat met experts, stel kritische vragen. Ook aan jezelf. Ben jij nog op de hoogte? Heb je alle risico’s in beeld? Maak jij de juiste beslissingen als het gaat om veiligheid?