Zoeken

Roofs 2019-10-28 Grenzen slechten

Aan tafel met… Martin van der Vliet

In deze rubriek laat Roofs markante personen van binnen en buiten de dakenbranche aan het woord. De insteek is om de visie en de persoon achter die visie voor het voetlicht te brengen.

Afgelopen zomer organiseerde MVO Netwerk Beton, onderdeel van MVO Nederland, een zogeheten ‘roadtrip’ op het CIRCL-gebouw in Amsterdam, met als thema: ‘Het dak op!’ Uitgangspunt van de bijeenkomst was het bespreken van de (on)mogelijkheid van de toepassing van multifunctionele daken: doordat de daken in Nederland zodanig licht zijn gebouwd, dat ze geen extra belasting aankunnen, wordt de  ontwikkeling van dit type daken geremd. Gepleit werd voor een zodanige aanpassing van het Bouwbesluit dat dit type daken in de toekomst veel eenvoudiger kan worden aangepast (zie ook Roofs september 2019).

De bijeenkomst werd op initiatief van Martin van der Vliet en Fioen van Balgooi van MVO Nederland georganiseerd. Van der Vliet is netwerkmanager Beton bij MVO Nederland en secretaris van het Betonakkoord. Het is een helder signaal dat MVO Nederland de toepassing van multifunctionele daken omarmt en zich hard maakt voor een aanpassing van de regelgeving op dit gebied: bij de bijeenkomst was ook een beleidsmedewerker van het Ministerie van BZK aanwezig.

Grenzen

“Ik hou niet van grenzen en dat zie je in al mijn activiteiten terug,” vertelt Van der Vliet. “Grenzen tussen mensen, ­ tussen bedrijven, tussen branches, maar ook tussen buiten en binnen.” Na zijn opleiding HTS Bouwkunde ging Van der Vliet aan de slag als constructeur, gespecialiseerd in verschillende materialen, waarbij beton steeds meer de boventoon ging voeren. Voor achtereenvolgens de Betonvereniging, CUR en CROW heeft hij de meest uiteen­lo­pende werkzaamheden uitgevoerd, variërend van bestuurs­functies tot het opzetten en uitrollen van opleidingen. Zodoende was hij als secretaris betrokken bij het Betonakkoord, een voortzetting van de Green Deal Beton, waarbij afspraken zijn vastgelegd tussen alle ketenpartijen in de betonsector om de duurzaamheid binnen de betonbranche te verbeteren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van innovatieve methoden voor het terugwinnen van zand, grind en cement uit betongranulaat.

“De opdrachtgever bepaalt. Maar je ziet vaak dat tijdens het bouwproces de ambities wegdruppelen, vaak uit kosten­overwegingen. Bij dit soort ontwikkelingen is het belangrijk dat de opdrachtgever weet wat hij koopt. Gelukkig is een partij als Rijkswaterstaat teruggekomen van de houding ‘de markt, tenzij’. Je kunt niet zomaar zeggen: ‘Ik wil vervoer en zie maar of het brug of een tunnel wordt’. Vergelijk het met de aanschaf van een auto. Je hebt vooraf duidelijke wensen en op basis van een kundig advies kun je bepalen welke auto je nodig hebt. Met een gebouw of bouwwerk is het niet anders, al houd je natuurlijk het verschil dat de ­opdrachtgever steeds met wisselende samenwerkings­verbanden te maken heeft. De opdrachtgever en de ­bouwpartijen hebben een gemeenschappelijk doel en gelukkig onderkent Rijkswaterstaat dat ook. Kennis zorgt ook voor het besef dat een wat grotere investering aan de ­voorkant op de langere termijn een besparing betekent. Duurzaamheid voegt waarde toe aan een gebouw
of bouwwerk.”

Tweede maaiveld

“Neem bijvoorbeeld het dak van het AZ-stadion, dat naar alle waarschijnlijkheid is ingestort omdat de constructie uit budgettaire overwegingen te licht was geconstrueerd,” vervolgt Van der Vliet. “Als al aan het begin op een veel creatievere manier was nagedacht over de functie van het stadiondak, dan krijg je op alle gebieden een heel ander verhaal, waarbij ik ervan overtuigd ben dat dan op de langere termijn de balans ook op financieel gebied positief is. Mijn fantasie wordt er in ieder geval door geprikkeld! Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een wielerbaan op het stadiondak. De ambities reiken ver: ik zie ook veel in de gedachte dat er op het dak een tweede maaiveld is te creëren met behulp van hangbruggen tussen de respec­tievelijke multifunctionele daken. Dit levert een bron van creativiteit op: er is een veelvoud aan functies en ideeën die we nu niet kunnen bedenken, maar die ontstaan door het te gaan doen. Tijdens onze ‘roadshow’ vertelde een beheerder van een woningcorporatie dat één van hun daken werd gebruikt als hondenuitlaatplek en dat dit voor de bewoners een belangrijk argument was om voor het appartement te kiezen. Zoiets bedenk je nooit uit jezelf!”

“Het levert ook de vraag op van wie een dak eigenlijk is. Ik vind CIRCL in Amsterdam een inspirerend voorbeeld van hoe het kan. Het dak hoort bij het hoofdkantoor van ABN AMRO aan de Zuidas in Amsterdam, maar fungeert feitelijk als een openbaar dak naast het treinstation Amsterdam WTC. Je ziet nu dat andere banken dit voorbeeld overnemen. Over banken gesproken: een onderwerp dat bij financiers nadrukkelijk op tafel ligt, is de vraag of ‘onduurzaam’ gebouwde gebouwen nog wel gefinancierd moeten worden. Je ziet kortom dat de maatschappelijke waarde van een gebouw steeds nadrukkelijker een rol gaat spelen.”

“Wat mij betreft zijn we daarmee weer terug bij waar we begonnen,” besluit Van der Vliet. “Zoals ik eerder zei heb ik het niet zo op grenzen. Bij natuurinclusief bouwen komt ook de vraag op wat buiten is en wat binnen. Die grens hoeft niet zo strikt te zijn. En er zijn ook situaties te bedenken waarin een dak niet waterdicht hoeft te zijn. Je kunt buiten en binnen veel meer integreren, zodat ze in elkaar overvloeien. Hoe mooi is dat?”