Roofs 2019-11-39 Het zonnetje op huis
Theo Talks
In deze rubriek geeft Theo Wiekeraad zijn mening over de dakenbranche en aanverwante onderwerpen.
Als dakenmens blijf ik me verbazen over de Nederlandse woningeigenaar. Huiseigenaren kunnen als het weer schildertijd is eindeloos soebatten over de kleurstelling van hun woning. Buren maken elkaar duidelijk dat aan de kleur van de kozijnen, ramen en deuren niet kan worden getoornd. Sterker nog: hun huis zal in waarde dalen, zeker als de buren na meer dan 10 jaar besluiten dat de kleuren van de architect niet meer van deze tijd zijn, of eigenlijk niet hun smaak. Nee, het uiterlijk van de straat moet gelijk blijven.
Helemaal te dol wordt het natuurlijk als één van de bewoners die prachtige buitengevel heerlijk eigenzinnig van een ander kleurtje heeft voorzien. Dan zijn de rapen gaar. Burenruzies, pesterijen en bedreigingen kunnen dan het gevolg zijn. Met een beetje geluk wordt de gemeenteraad door de omwonenden gemobiliseerd en hebben die voor de komende 3 jaar weer een terugkerend vergaderpunt. Ook Hart van Nederland, of een ander quasi nieuwsprogramma, staat likkebaardend klaar om hier weer een heerlijk, spraakmakend item van te maken.
Gelukkig voor de gemiddelde Nederlander gaat de afwerking van het platte dak gemiddeld zo’n 20 jaar mee en zijn het in de bewoonde omgeving in het algemeen geen zichtdaken. De afwerking van het dak zal de buurt dan sowieso een worst zijn, laat staan de kleur. Sterker nog, als ik u vertel wat een puinzooi ik in de jaren op daken heb aangetroffen: het interesseert de gemiddelde bewoner in de stad werkelijk niets hoe zijn of haar dak eruit ziet, als het maar waterdicht en onderhoudsvrij is.
Groots is het dat de Hollandse pannen extreem lang meegaan. Je moet er toch werkelijk niet aan denken dat die, ik zeg maar, eens in de 20 jaar vervangen moeten worden. Hoe zou het dakenlandschap er dan uitzien? Heeft iedere Jan, Piet en Klaas dan zijn eigen mannetje die wel een pannetje kan vervangen? Of krijgen we dan dat de vrouw des huizes gaat beslissen welke kleur pan dan in de mode is? Buren zouden dan óf regelmatig voor de rechter staan, óf ze schaffen massaal een wapen aan om hun gelijk te beslechten. Na een paar jaar pannen verwisselen en pannenoorlog zou de overheid waarschijnlijk ingrijpen. Alle woningen met doorlopend dakvlak worden verplicht een VvE te vormen - of de originele pan blijft bij wet ook de wisselpan. Nederland kennende worden het VvE’s, want we willen geen pannenkartels en zonder inspraak en meebeslissen kan de Nederlander niet.
Opvallend blijft het wel dat al die particuliere zonnekneuterboeren zonder restricties zonne-energie van hun dak kunnen oogsten. Iedere particuliere woningeigenaar kan zonder vergunning, tekening of overleg met de omgeving panelen op het dak plaatsen. Hoe ze eruit zien, wat de vlakindeling ook wordt, het maak niet uit. Het lijkt er heel vaak op dat de zonnekneuterboer denkt “pleur ze er maar op, ik hoef er zelf toch niet tegenaan te kijken”. Vlakindeling, symmetrie en materiaalkeuze: het maakt niet uit. Vergeten zijn alle zorgen om het uiterlijk van de straat, en de synergie van de wijk, alles wijkt want “IK wil zonnestralen oogsten”.
U hoort mij niet zeggen dat zonnepanelen van particuliere hellende daken moeten worden geweerd. Verre van, ook ik denk er aan om van mijn dak een zonnetuintje te maken. Maar ik wil wel dat het er goed uit ziet, met een nette vlakindeling en passend in de omgeving. Daar waar gemeenten zich druk maken om van alles en nog wat en zich inzetten voor landschapsbehoud, zie ik maar weinig initiatieven op dit vlak. Juist nu, nu individualisering “the key of life” lijkt te zijn, schreeuwt het Hollandse dakenlandschap om cultivering.
We kunnen niet van de gemiddelde zonnekneuterboer verwachten dat hij zich inzet voor de esthetisch verantwoorde keuze van panelen en een verantwoorde vlakindeling van het dak. Nee, deze personen willen hun investering zo snel mogelijk terugverdienen, waarbij OP DIT MOMENT niemand zich druk maakt over de woningwaarde van het huis bij een wildgroei aan zonnetuintjes in de omgeving.
Ik pleit er dan ook voor dat bij de ontwikkeling van dit soort woningen direct met gemeentelijke goedkeuring een plaatsingsplan voor panelen wordt aangeleverd door de ontwikkelaar. Voor bestaande bouw zou, waar mogelijk, de gemeente een plan moeten maken met vlakindeling per woningtype. Dat kan voor in de nabije toekomst veel gezeur en verdriet om woningwaarde-daling bij huiseigenaren voorkomen. En, niet onbelangrijk voor dakenmensen: het kan het Nederlands dakenlandschap mooi houden.